close
close

Veehouderij leidt tot grotere welvaart, zegt nieuw onderzoek

Varkens in de modder, kalfjes met koeien en milieudoelen die we voor de verandering gaan halen. Het is mogelijk en zal de samenleving geld besparen, blijkt uit een nieuwe studie. Het vergt echter aanzienlijk meer overheidscontrole en minder vlees eten: gemiddeld twee gehaktballen per week.

Edwin Timmer

“Op kleinere veehouderijen, waar het vee een dierlijk leven leidt, is het mogelijk om voldoende dierlijk eiwit te produceren voor de consument”, zegt landbouweconoom Max van der Sleen.

Van der Sleen voerde in opdracht van Stichting Caring Farmers een maatschappelijke kosten-batenanalyse uit van de verschuiving naar de veehouderij. De veestapel wordt dan met 35 procent teruggebracht, terwijl de boer de hogere kosten vergoed krijgt. Dit zou de samenleving twee miljard euro per jaar besparen.

De Caring Farmers Foundation is van mening dat het gepolariseerde debat over de landbouw te vaak uitsluitend draait om de kosten van de transitie. Daarom onderzocht de idealistische landbouworganisatie de financiële voor- en nadelen van een veehouderijbedrijf dat voldoet aan de natuur-, stikstof- en klimaatdoelstellingen in 2040. Tegelijkertijd werd gekeken naar het effect van de door de overheid geplande eiwittransitie: het is dat wil zeggen dat 60 procent van de eiwitten in onze voeding van plantaardige oorsprong is en 40 procent van dierlijke oorsprong. Precies het tegenovergestelde van wat het nu is.

“Het Ministerie van Landbouw en de gevestigde belangen van de agrarische sector kijken te pessimistisch naar de uitdagingen op het gebied van natuur en milieu”, zegt Hanneke van Ormondt, woordvoerder van Caring Farmers. “Ze wijzen alleen op het inkomensverlies voor boeren en de hogere kosten die gepaard gaan met het verduurzamen van de veehouderij, kippen en varkens. Dat is slechts een deel van het verhaal.”

De overstap naar de veehouderij vergt een fundamentele verandering in de rol van de centrale overheid op de voedselmarkt. Want als we de transitie aan de consument overlaten, komt er niets van terecht, zegt Van der Sleen. “Consumenten kiezen met hun portemonnee. “Hooguit 10 procent van hen kiest voor producten die respectvol zijn voor dier en milieu.”

Meest vervuilende sector

Dat mag echter geen reden zijn om stil te blijven zitten, zegt de econoom. ‘Het is andersom. Gebruik de consument niet als excuus. Laten we ervan uitgaan wat Nederland in 2040 nodig heeft. We willen af ​​van de stikstoflock-in, we willen klimaatdoelen halen en we willen dat dieren leidend zijn. een waardig bestaan. Dan kun je als overheid ingrijpen. Bescherm consumenten tegen het kiezen van de verkeerde producten.”

Van der Sleen twijfelt er niet aan dat ingrijpen noodzakelijk is om tot een duurzame veehouderij te komen. “De bijdrage van de landbouw aan het bruto nationaal product bedraagt ​​ongeveer 50 miljard euro. Van dat bedrag is 15 miljard afkomstig van vee. De totale jaarlijkse milieukosten die aan de veehouderij kunnen worden toegerekend, bedragen echter 8,3 miljard euro. Daarmee is het veruit de slechtst presterende en meest vervuilende sector van Nederland.”

Sanering

Om deze reden beschrijft Van der Sleen een drastische verandering in zijn onderzoek. Dit betekent dat wij uitsluitend vee houden dat wij kunnen voeren met reststromen en voer dat in Nederland is geproduceerd. Daarnaast krijgen alle dieren toegang tot de buitenlucht en wordt de grootschalige export van vlees en zuivelproducten stopgezet. Dit laatste betekent een grote herstructurering tussen verwerkings- en handelsbedrijven, maar tegelijkertijd meer banen in de land- en tuinbouwsector. “Van de mensen die hun baan verliezen, vindt 80 procent binnen twee jaar weer werk.”

Voor de ongeveer twintigduizend overgebleven ranchers zullen de productiekosten het dubbele zijn van wat ze nu zijn en volgens Van der Sleen zullen deze door ons als samenleving worden betaald. In plaats van 55 cent voor een liter biologische melk zou een boer 1 euro en 10 cent ontvangen.

De prijs voor de consument hoeft echter niet te verdubbelen, meent Van der Sleen. Tenminste als de overheid de regie overneemt. “Wij gaan uit van een 35 procent hogere consumentenprijs. Je kunt gewoon tegen de verwerkers en supermarkten zeggen: ‘Jullie hebben één euro verdiend en dat zal zo blijven.’ Als je de tussenpersonen en supermarkten hun gang laat gaan, gaat dat natuurlijk niet werken, maar als we kiezen voor het milieu en de dierwaardigheid, dan is er sturing nodig in het systeem. Hogere productiekosten kunnen worden gedekt door een belasting op de consumentenprijs.”

Twee gehaktballen per week

Uit het onderzoek blijkt dat het voedselbudget van een huishouden niet hoeft te groeien ondanks stijgende prijzen. Dit komt omdat meer groenten en plantaardige eiwitten het dure vlees vervangen. “In plaats van vijf dagen per week vlees te eten, eet de gemiddelde consument straks twee keer per week vlees”, voorspelt de onderzoeker. Dit komt neer op ongeveer twee gehaktballen per week. “Je kunt meer eieren eten.”

Het kabinet zal als directeur moeten zorgen voor een grootschalige campagne om gezonder en anders te eten. Ook moet met supermarkten worden afgesproken dat zij geen producten gaan verkopen die slechter zijn voor het milieu en het dierenwelzijn dan Nederlandse producten. Bij kippenvlees gebeurt dat al, benadrukt Van Ormondt.

Het gaat hier niet om dwang, zegt Van der Sleen. Wie vaker vlees wil eten zal dat zelf moeten beslissen, maar dan gaat de prijs van het voedselpakket omhoog. Van Ormondt: “Wij verbieden niemand iets te doen. Als je elke dag een gehaktbal wilt eten, dan kan dat. “Als je één spijkerbroek minder per jaar koopt, is dat prima betaalbaar.”

Uiteindelijk zal zo’n brede transitie de samenleving geld besparen, onder meer dankzij lagere zorgkosten, tien procentpunten minder mensen met overgewicht en een gezondere natuur. In totaal gaat het om twee miljard euro per jaar, schat Van der Sleen. “Uiteindelijk zal duurzaamheid vruchten afwerpen, omdat ook de landbouw een goede prijs krijgt. Dan verdwijnen ook de tractoren met de boeren die demonstreren.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *