close
close

Groningen krijgt twee aparte monumenten voor de geschiedenis van de VOC- en WIC-slavernij. ‘Doet meer recht aan de nakomelingen’

Groningen krijgt twee afzonderlijke monumenten, voor zowel het transatlantische als het Aziatische slavernijverleden van de stad. Onderzoekers hebben ook bewijs gevonden van de betrokkenheid van het stadsbestuur bij de slavenhandel.

De gemeente Groningen heeft lange tijd geprobeerd zich te richten op een gezamenlijk monument voor het slavernijverleden. Maar dat strookt niet met de emotionele last van de problematiek, zegt wethouder Manouska Molema (GroenLinks) nu. “Het zijn twee groepen met een eigen geschiedenis”, verklaart de keuze voor twee monumenten. “En dan moet je je afvragen: is het een monument voor de stad of voor de mensen?”

Dit betekent dat Groningen een slavernijmonument krijgt voor zowel de slavenhandel van de West-Indische Compagnie (1671-1792) als het slavernijverleden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602-1800). Tot grote vreugde van de nakomelingen, vertelt Roberto Refos van Keti Koti Groningen. Volgens hem was een monument vooral een politiek verlangen. “Ik wist dat ik niet geaccepteerd zou worden. “Twee monumenten doen meer recht aan de nazaten, die in een monument geen enkele herkenning zien.”

Het is onduidelijk wanneer de monumenten klaar zullen zijn. “We hebben de plek gekozen na overleg met elkaar”, vertelt Molema. “De plek moet geschiedenis hebben en een plek zijn waar herdenkingen gehouden kunnen worden.” Molema weet dat twee monumenten de gemeente extra geld gaan kosten. “Maar dat zullen we nog wel eens zien.”

Er zijn ook aanwijzingen voor een rol bij VOC’s.

Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het Groninger Museum hebben in hun onderzoek naar het slavernijverleden in de stad Groningen ook aanwijzingen gevonden voor de betrokkenheid van het stadsbestuur bij de slavenhandel. De deelname van Groningen aan de WIC bleek vorig jaar al tijdens de voorlopige viering. Groningen had een eigen WIC-kantoor en tal van stadsbestuurders speelden een rol in het bestuur van de WIC en daarmee ook de slavenhandel.

Volgens de onderzoekers is de relatie met VOC nu ook overtuigend aangetoond, zij het minder categorisch. “Het stadsbestuur had een vertegenwoordiger in de Zeeuwse VOC”, zegt onderzoeker Bram Tánczos van de Rijksuniversiteit. “En de stad had een investering in de commerciële onderneming. “Dat is het meest directe bewijs van dit deel van het slavernijverleden.”

De banden tussen de VOC en Groningen lagen vooral op persoonlijk vlak: Groningers die naar Azië reisden werden rijk in de slavenhandel en brachten soms slaven naar de stad.

‘Veel pijn voor gekleurde mensen’

Wethouder Jim Lo-A-Njoe (D66) is blij dat de uitslag bekend is. Hij is een van de mensen die om het onderzoek heeft gevraagd. “Ik weet dat er pijn is bij veel gekleurde mensen en ik ben een van hen”, legt hij uit. De ouders van Lo-A-Njoe zijn geboren in Suriname. “Ik had geen juridische vader en toen mijn moeder trouwde, werd ik een groot deel van mijn leven Jim Weistra genoemd. Dat was fijn toen ik tiener en jongeman was, want dan hoefde ik mijn naam niet te spellen en kon ik normaal zijn.”

“Maar dat betekent ontkennen wie je werkelijk bent”, vervolgt hij. Toen Lo-A-Njoe erachter kwam dat hij vader zou worden, begon hij meer te weten te komen over wie hij was. “Ik begon na te denken over wat ik uitzend en waar ik vandaan kom. “Wie ik werkelijk ben.” Veertien jaar geleden veranderden ze hun naam in Jim Lo-A-Njoe.

Volgens Lo-A-Njoe draagt ​​onderzoek naar het slavernijverleden in de stad bij aan meer wederzijds begrip. “Als iedereen zich bewust is van de rijkdom van zijn voorouders, zullen we elkaar hopelijk normaler behandelen.”

Het gemeentebestuur van Groningen heeft al laten weten zich te willen verontschuldigen voor de rol die het gemeentebestuur heeft gespeeld in het slavernijverleden. De nakomelingen zoeken een geschikte datum voor dat moment.

Roberto Refos (60)

“Het onderzoek is 100 procent wat ik had verwacht. Ik ben blij dat het nu zwart op wit staat. Maar er is meer dan alleen namen, jaartallen en cijfers. Ik zou graag de persoonlijke verhalen van de slaven en hun nakomelingen willen weten. Dit zijn controversiële onderwerpen en je kunt ze vaak aankaarten met persoonlijke verhalen. Vaak kun je een verhaal vertellen met DNA of wat gegevens uit het archief. Toen ik de archieven bekeek, bleek dat hij Europese voorouders had. Terwijl ik uit Suriname kom. Dat was een schok voor mij. Niet alles is dus zwart-wit. “Je kunt iemand niet beoordelen op zijn kleur.”

Danette Hoyer (54)

“Ik was verrast dat er bij de VOC niet zo expliciet sprake was van bestuurlijke betrokkenheid als bij de WIC, maar dat betekent niet dat Groningen niet ten volle profiteerde van de slavenhandel. Hier betaalden inwoners van Groningen belasting. en de welvaart was hier duidelijk zichtbaar. Maar het onderzoek is vooral verleden tijd. Het is belangrijk, maar het is voorbij. Ik hoop vooral dat we voorkomen dat jongeren hier in de toekomst opnieuw mee te maken krijgen. Ik kom van Curaçao. Op de Antillen gelden nog steeds de oude koloniale wetten. Laten we eerst die relatie gelijkwaardig maken, zodat we samen verder kunnen.”

Vinny Johnson (41)

“Ik denk dat dit onderzoek een historisch moment is. Als spoken word-kunstenaar werk ik veel met de thema’s slavernij en racisme, maar ik heb het gevoel dat Groningen nu voor het eerst echt met ons samenwerkt. We staan ​​zij aan zij om ons gedeelde verleden te verhelderen. Ik kom uit Sint Maarten, maar ik weet dat ik daar niet echt vandaan kom. Mijn voorouders waren vóór Sint Maarten in Suriname en de Maagdeneilanden en daarvoor waarschijnlijk in Afrika. Waar kom ik werkelijk vandaan? Ik weet het niet, maar dit is het moment om meer te weten te komen. Nu is er een deur voor mij opengegaan.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *