close
close

Mist en midazolam in Maastricht

Een huisarts die palliatieve sedativa gebruikt bij een patiënt die tevens zijn toekomstige schoonmoeder is, een onlangs ten onrechte aangepast testament en medewerkers van een dementiezorginstelling die tijdens de inspectie melding maken van een morfinemoord.

Een scenarioschrijver had het kunnen verzinnen. Maar het is niet uitgevonden. De vrouw stierf in 2016 en pas in januari van dit jaar besloot het Openbaar Ministerie de vervolging te seponeren. Het Openbaar Ministerie aanvaardt het vonnis van de rechter die de huisarts of schoonzoon in de zomer van 2022 heeft vrijgesproken. De morfine bleek midazolam te zijn en er konden geen harde aanwijzingen worden gevonden dat de huisarts kwade bedoelingen had toen de zorg voor zijn schoonmoeder in de laatste fase van zijn leven.

Hoogleraar zorg rond het levenseinde en besluitvorming Agnes van der Heide noemt deze zaak in Behind the News een voorbeeld van ‘verwarring over wat wel en niet is opgenomen in de gezondheidszorgwetgeving’. Volgens haar is de grens tussen levensbeëindiging en het bestrijden van symptomen niet altijd duidelijk.

Kortom een ​​zaak waar alleen verliezers uit komen.

Het grijze gebied voor overlijden in een fase van pijn- en symptoombeheersing is klein. Het gaat om percentages, zo blijkt uit de vierde evaluatie van de vorig jaar gepubliceerde Wet Evaluatie Levensbeëindiging op Aanvraag en Hulp bij Zelfdoding. “Het is voor artsen niet altijd gemakkelijk om een ​​ondubbelzinnige beschrijving te geven van medische procedures rond het levenseinde”, aldus het rapport.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Openbaar Ministerie zich in een dergelijke verwarring bevindt. Daarom heeft de rechter bij de vrijspraak anderhalf jaar geleden ook welwillend een traject op gang gebracht op basis van de verkregen onderzoeksresultaten en het handelen van de huisarts. Het Openbaar Ministerie kreeg echter een berisping. Dat er vanwege gebrek aan ‘gemak’ tot 2022 moest worden gewacht met het uitspreken van een straf, verdient volgens de rechter geen beloning. En het feit dat het Openbaar Ministerie pas anderhalf jaar later besloot de vervolging op te schorten, maakt het begrijpelijk dat de huisarts zich beraadt op vervolgstappen.

Kortom een ​​zaak met alleen maar verliezers waaruit maar weer eens blijkt dat het behandelen van vrienden of familie niet verboden is, maar ook niet verstandig. Behalve in noodgevallen uiteraard.



Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *