close
close

“Ik word misschien als een goede kerel bestempeld, maar dat betekent niet dat ik niet substantieel kan zijn.”

Tarikh Janssen: 'Ze noemden mij bijna Tupac Janssen.  Ja echt.  Dat was de eerste keuze van mijn moeder.  Afbeelding Frank Ruiter

Tarikh Janssen: ‘Ze noemden mij bijna Tupac Janssen. Ja echt. Dat was de eerste keuze van mijn moeder.Afbeelding Frank Ruiter

Tarikh of Janssen?

—Tarikh, zeker. Als ik geen acteur was, had ik voor Janssen gekozen, want met zo’n achternaam heb je meer mogelijkheden bij het zoeken naar werk. Maar gelukkig hoef ik als acteur nooit te solliciteren naar banen in het bedrijfsleven. (Denkt even na.) Aan de andere kant: Janssen is de achternaam van mijn vader. Nu vind ik het niet echt respectvol van hem om daar niet voor te kiezen. Oké, ik ga toch voor Janssen.

‘Ik heb mijn vader ooit gevraagd wat hij ervan zou vinden als ik mijn achternaam zou veranderen in Martina, de achternaam van mijn moeder. Tarikh Martina, dat is een echte artiestennaam. Hij antwoordde: Dat is aan jou, maar ik zag in zijn ogen dat hij daar niet blij mee zou zijn, dus liet ik hem met rust.

Over de auteur
Hassan Bahara is sinds 2021 redacteur media en cultuur door Volkskrant. Daarvoor schreef hij over radicalisering (online). Eén week per maand werkt hij als televisiecriticus.

‘Ze noemden mij bijna Tupac Janssen. Ja echt. Dat was de eerste keuze van mijn moeder. Toen zag hij ooit de naam Tariq met een q in een tijdschrift en koos voor die naam, maar dan met een andere spelling. Kort nadat ze mijn naam aan de autoriteiten hadden doorgegeven, had mijn moeder er spijt van, ze wilde nog steeds achter Tupac aan. Maar helaas was het te laat.

Willemstad of Maastricht?

‘Willemstad’. Ja mens. Willemstad, Curaçao, daar heb ik de eerste tien jaar van mijn leven doorgebracht. Ik heb daar heel goede herinneringen aan. Stel je voor: ik ging om half negen naar school, de zon scheen al, en om 12 uur ben je al weg, dus je hebt nog de hele middag voor je. Dat was buiten spelen of naar het strand gaan. Het was een paradijs.

‘Mijn moeder is een vrouw uit Suriname-Curaçao. Mijn vader komt uit Oost-Maarland, een klein stadje vlakbij Maastricht. Toen ze ongeveer 20 jaar oud waren, ontmoetten ze elkaar als studenten in Breda. Het waren authentieke linkse krakers, goede activisten. Na een paar jaar kreeg mijn moeder heimwee en vroeg mijn vader haar te vergezellen naar Curaçao. Uiteindelijk hebben ze er vijftien jaar gewoond. Mijn twee zussen en ik zijn daar geboren.

‘Tegelijkertijd: in Maastricht heb ik als student aan de theateracademie de leukste tijd van mijn leven gehad. Dat maakte echt indruk op mij. Het leven speelde zich af binnen een driehoek: de toneelschool, de plaatselijke kroeg en je eigen huis. Eerst naar school, daarna met je medestudenten naar de plaatselijke kroeg om stoom af te blazen, te praten, stoom af te blazen, de liefde te ervaren en dan naar huis te gaan. Het was prachtig.’

Waldemar of Waldy?

“Waldy. Ik kan me meer met hem identificeren. Als kind van een gemengd stel maakte ik dezelfde identiteitscrisis door als hij. Ik kende mijn witte identiteit ook goed, maar niet zozeer mijn zwarte identiteit.

‘Waldemar en Waldy zijn personages uit jonge kerel, het boek van Annejet van der Zijl, over het waargebeurde verhaal van een gemengde relatie in de Tweede Wereldoorlog. Waldemar is een jonge Surinaamse man die naar Nederland komt om te studeren. Daar ontmoet hij Rika, een oudere Nederlandse vrouw, gescheiden en met vier kinderen. Wanneer Waldemar een kamer verhuurt aan Rika, worden de twee verliefd en krijgen ze een zoon, Waldy, die ze liefkozend Sonny Boy noemen.

‘En alsof dit voor die tijd nog niet sensationeel genoeg was: tijdens de Tweede Wereldoorlog besloten Waldemar en Rika ondergedoken joden op te nemen. Uiteindelijk komt dit aan het licht en wordt het echtpaar naar concentratiekampen gestuurd, waar ze worden vermoord. Het verhaal wordt verteld door Waldy, die ook vertelt hoe het was om een ​​kind van gemengd ras te zijn, om een ​​beetje tussen wal en schip te zitten, dat je nergens echt bij hoorde. In de theaterbewerking vertel ik het verhaal van de drie via een monoloog.

‘Waldemar is fascinerend. Hij was stil, heel alert. Dat was destijds meer dan begrijpelijk. Waldemar begreep dat je als zwarte man in Nederland niet te veel moet opvallen. Racistische ervaringen kun je niet afwijzen, want dan word je gewoon verpletterd. Waldy is speelser. Dat is ook de reden dat ik me meer met hem identificeer.”

Tarikh Janssen:

Tarikh Janssen: “Als zoon van een gemengd stel maakte ik dezelfde identiteitscrisis door als Waldy uit ‘Sonny Boy’.”Afbeelding Frank Ruiter

Zwemmen of Dorp?

Dorp. Ja, als ik nu aan zwemmen denk, word ik een beetje kortademig. Zwemmen is fysiek gezien de mooiste sport die je kunt doen en ik ga het zeker weer oppakken als ik rond de 45 ben, maar het is ook saai!

‘Op Curaçao moesten alle kinderen zo snel mogelijk leren zwemmen, want je woont op een klein eiland omgeven door veel water. Het bleek dat hij er erg goed in was. Ik werd kampioen van Curaçao, won veel medailles, nam deel aan wedstrijden in Zuid-Amerika. Ik heb het serieus genomen tot mijn 18e. Maar toen moest ik kiezen: zwemmen of studeren, en ik koos voor het laatste.

‘We keerden terug naar Nederland toen ik tien jaar oud was. Dat had met mij te maken. Ik bleek dyslectisch te zijn en al meerdere keren achtergebleven te zijn. Er was een gebrek aan goede ondersteuning op Curaçao en daarom besloten mijn ouders voor mij naar Den Bosch te verhuizen. Het was een goede keuze, maar ik raakte mijn kennis over het Papiaments kwijt. Nu schaam ik mij ervoor dat ik niets in het Papiamento kan zeggen. Op een dag zal ik les nemen en ik weet zeker dat ik over zes maanden weer vloeiend zal zijn.

‘In Nederland heb ik vmbo-onderwijs gedaan. Ik maakte me helemaal geen zorgen over mijn toekomst. Mijn leven bestond voornamelijk uit zwemmen. Via iemand anders kwam ik in contact met de professionele theaterschool in Rotterdam. Dat wilde ik, maar ik dacht ook: mij nemen ze nooit aan. Maar op die school kregen ze ook een opleiding in muziekproductie. Ik dacht: ik word de nieuwe Puff Daddy.

‘Uiteindelijk werd ik afgewezen voor de muziekproductie en gevraagd om een ​​privé auditie te doen voor de acteeropleiding. Ik sprong van vreugde. Gelukkig zagen ze iets in mij. En zo ging het verder, en na vier jaar ging ik verder in Maastricht.’

Huren of huren?

‘Als ik had kunnen breken, had ik dat gedaan. Ik heb jarenlang anti-krakers in Amsterdam gewoond, dat was geweldig. Maar nu ik een vriendin heb, twee dochters, kan ik ze dat niet aandoen.

‘Winkelen in Amsterdam is lastig voor een zzp’er. Voor nu heb ik het losgelaten. Het zal ooit gebeuren. Omdat ik weiger om de stad uitgezet te worden. Maar ik zou ook graag iets willen kopen op Curacao. Ga daar een tijdje wonen, laat mijn dochters kennismaken met dat paradijs.’

Lachend: ‘Ik moet gewoon meer winnen.

‘Mijn ouders deden het heel anders. Ze begonnen net te kraken. Mijn vader vertelde er soms verhalen over. Vervolgens zijn hij en zijn studievrienden naar de V&D gegaan en hebben alles wat met de oorlog te maken had, zonder te betalen, buiten verbrand. Of ze organiseerden boekenclubs bij hen thuis. Dan kozen mijn ouders en hun vrienden een boek uit, bijvoorbeeld over politiek, en bespraken dat thuis onder het genot van een paar biertjes.

‘Ik vind het geweldige verhalen. Ik ben anders, maar zulke mensen heb je nodig om op de barricades te komen, zoals Extinction Rebellion nu.’

Een mooie jongen of een serieuze theateracteur?

– Een serieuze theateracteur natuurlijk. Ja, stereotypen, iets waar ik heel erg tegen ben. Ik ben regelmatig gecast als de ‘mooie jongen’. Niet dat ik hetzelfde over mezelf denk, maar Brad Pitt is in ieder geval ook een goede kerel, maar hij speelt interessante rollen. Dus ja, ik kan bestempeld worden als een mooie jongen, maar dat betekent niet dat ik niet substantieel kan zijn.

‘Rond mijn dertigste bereikte ik een cruciaal punt in mijn carrière. Ik was niet blij met de manier waarop ik mijn carrière vormgaf. Ik had veel rollen gespeeld die nogal stereotiepe karakters waren, enigszins betekenisloos maar ‘goed’.

‘Ik wilde een noodkreet uiten, een kritiek op de wereld van de cinema. Dat werd de docufictie. Drijfvermogen, gemaakt met regisseur Iván Barbosa, die met dezelfde problemen kampte. In Drijfvermogen Ik zeg dat ik ga stoppen met acteren en me weer ga concentreren op zwemmen. Mijn boodschap, simpel samengevat: stop met denken in hokjes. Waarom kan ik in de theaterwereld wel gelaagde rollen spelen, maar in de filmwereld niet? En ik wilde dat zeggen op een manier waardoor ik niet als zodanig kon worden afgedaan. boze jonge zwarte man.’

Drijfvermogen Het maakte zeker een verschil. Sindsdien ben ik gevraagd om auditie te doen voor interessantere filmrollen en ik heb er een paar binnengehaald.’

Tarik Janssen

1987 geboren op 30 augustus in Willemstad, Curaçao
1999 keert terug naar Nederland
2005-2009 theaterschool Rotterdam
2009-2013 Maastrichtse Academie voor Dramatische Kunsten
2011 speelt in aflevering Politie Maastricht
Filmdebuut uit 2012 KAAPgeregisseerd door Ivan Barbosa
Papier uit 2012 binnen Koning Lear van Het Toneel Speelt
2016 speelt Chuck in de film. Onze jongens
2017 speelt hij Bart in de televisieserie. De Spa
2017-2020 speelt Bob de Jong in televisieseries Vaderdag
De rol van 2019 in het spel Wie is er bang?
documentaire 2022 Drijfvermogen over stereotypen
2023 rol in musical De lijfwacht
Hoofdrolspeler uit 2024 in de toneelbewerking van jonge kerel

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *