Woning Lekstraat Alkmaar blijft gesloten

Aanvallen

Anderhalf jaar geleden werd er geschoten op de woning in de Lekstraat. In september 2023 vond er een explosie plaats aan de deur van de woning. De burgemeester sloot het huis vervolgens voor 3 maanden. In december verlengde de burgemeester de sluiting met 3 maanden.

Bezwaar

De bewoner van de gesloten woning in de Lekstraat verzette zich tegen de sluiting. Hangende de beslissing op het bezwaar heeft hij de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij snel naar huis kan. Geef hiervoor verschillende redenen.

De eerste maanden bracht de bewoner de nacht door bij familie en vrienden. Volgens hem is dat niet meer mogelijk nu de lockdown wordt verlengd. Hij heeft ook de zorg voor een zoon gedeeld. Het kind slaapt regelmatig en heeft thuis een eigen kamer. Verder maakte de man als freelancer het interieur van auto’s schoon totdat hij de woning sloot, maar door de sluiting van de woning kan hij zich niet meer concentreren op zijn werk. Hierdoor heeft hij naar eigen zeggen geen inkomen meer.

Hoewel zijn woning het doelwit is, is dit volgens zijn advocaat niet de schuld van de bewoner. Hij had ooit ruzie over een auto die hij had gehuurd. Mogelijk hebben de aanvallen hier iets mee te maken. Volgens zijn advocaat is de bewoner niet betrokken bij criminele activiteiten.

Sluitend

Voor de burgemeester is het belangrijk dat het huis gesloten blijft. De aanvallen gaan vandaag door. Naast de veiligheid van omwonenden en omwonenden is de afsluiting ook noodzakelijk voor strafrechtelijk onderzoek. De maatregel is niet genomen vanwege de criminele activiteiten van de bewoner, maar lijkt volgens de burgemeester in zijn nadeel te werken.

Uitspraak van het gerecht

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige maatregelen af. Er is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de maatregel die geldt sinds 1 januari 2024. De burgemeester heeft er groot belang bij dat het huis gesloten blijft. Tegelijkertijd is het de vraag of de maatregel effectief is, omdat de spiraal van geweld niet zomaar doorbroken kan worden. Als de maatregel in maart afloopt, zal de burgemeester de effectiviteit ervan opnieuw moeten onderzoeken.

De bewoner heeft zijn belang bij terugkeer naar huis onvoldoende gerechtvaardigd. In hoeverre dit afhankelijk is van huisvesting is niet duidelijk gemaakt. Haar zoon woont bij de moeder en is dus niet afhankelijk van de woning. De rechter is zich ervan bewust dat contact zonder adres moeilijker zal zijn, maar niet onmogelijk. Huisvesting is ook niet nodig om je werk uit te kunnen voeren. Alles afwegend is de onderzoeksrechter van oordeel dat het belang van de burgemeester om de sluiting tot half maart voort te zetten groter is dan het belang van de buurman om nu terug naar zijn woning te kunnen.