close
close

In de pijplijn met… Rob Jansen

Tekst: Esdor van Elten / Foto’s: Ton van Zeijl

Extravagante kapsels. Laat kapsels zien. Wedstrijdkapsels…. Rob Jansen (71) en zijn vrouw Caroline deden het allemaal. Maar de ‘gewone Westlander’ had altijd zijn volle aandacht. In 2024 viert de show aan de Naaldwijkse Herenstraat minimaal 40 jaar bestaan. “Stoere tuiniers met petten voor hun coupe soleil.” Rob en Caroline hebben twee kinderen, vier kleinkinderen en wonen in Hoek van Holland.

Waar het is?

Caroline komt uit Rotterdam en ik ben geboren in Den Haag. Hij groeide op in een gezin met vijf kinderen. Waar ik een beetje vreemd was. Mijn vader werkte op het Ministerie van Buitenlandse Zaken en al mijn broers en zussen studeerden.

Maar je bent geen student?

Nee. Ik ging naar de middelbare school, maar al snel leek het me niet meer zo interessant. Sportinstructeur leek mij wel iets. Maar daarvoor was het wel nodig om HBS te hebben. Ik was heel creatief. Een professionele selectietest bevestigde het en stuurde mij naar de kapper. De keuze om een ​​opleiding tot dameskapper te volgen is, naast de keuze van mijn vrouw, de beste van mijn leven geweest.

Het bleef niet beperkt tot dameskappers…

Nee. Na mijn opleiding tot dameskapper te hebben afgerond, wilde ik ook mannenhaar kunnen knippen. Dat heb ik geleerd op de Rotterdamse academie. Ook commercieel was de combinatie interessant, omdat mannen in die tijd ook lang haar hadden. De salon waar ik destijds werkte, aan de Stationsweg in Den Haag, werd ook bezocht door bekende Nederlanders en popsterren, zoals de mannen van Golden Earring. We kregen het hele tafereel uit Den Haag van die tijd. In 1977 opende ik mijn eigen salon aan de Jan Luykenlaan in het Haagse Moerwijk. Samen met Carolina.

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?

Caroline is echt de redder van mijn leven. Ik ontmoette haar in het uitgaansleven. Nadat mijn eerste vrouw omkwam bij een ongeval in de buurt van Madestein.

Had ze ook kapperservaring?

Carolina: Helemaal niet. Ik heb een balletopleiding gevolgd en daarna een paar jaar mijn eigen balletschool gehad. Eigenlijk wilde ik balletdanseres worden, maar dat was destijds lastig. Veel van mijn klasgenoten verhuisden naar het buitenland, maar dat wilde ik niet.

Rob: Soms kwam ik op zaterdag naar de winkel. Ik zei: kun je een chekkie rollen? Dan kun je ook een permanent krijgen. Zo begon het.

Caroline: Ik heb eindelijk al mijn diploma’s gehaald omdat ik het goed wilde doen. Naast een kappersdiploma heb ik ook functies als schoonheidsspecialiste en permanente make-up.

Hoe ben je in het Westland terechtgekomen?

Wij woonden in Monstruo. Daar bezochten we vaak de manege El Sham. Zo hebben we mensen ontmoet. Westlanders hebben ons ook leren kennen via de shows die we in Ockenburg speelden. Op een gegeven moment hadden we dus zoveel kennissen en klanten uit het Westland, dat we deze salon aan de Herenstraat hebben overgenomen toen deze salon aan de Herenstraat vrijkwam. In eerste instantie was vooral Caroline hier en ik ging heen en weer tussen Den Haag en Naaldwijk. Even later kwam er in Maassluis een hal bij. We hadden nu drie bedrijven en 45 medewerkers. Oké, maar ik was eigenlijk net aan het rondkomen. Dat was niet wat ik wilde en daarom hebben we na zes jaar de salon in Maassluis verkocht. Die in Den Haag hebben we lang onderhouden. Tot zo’n twaalf jaar geleden.

Was er veel verschil tussen de inwoners van het Westland en de inwoners van Den Haag wat betreft hun kapselwensen?

Het grappige is dat de inwoners van Den Haag zichzelf heel modern en vooruitstrevend vonden en zo hun eigen gedachten hadden over deze ‘boeren’. Maar Westlanders wilden altijd het nieuwste van het nieuwste. Dan zijn er nog de stoere tuiniers met een petje voor hun coupe soleil. Dat was geen probleem. Maar ze wilden het niet föhnen. Dat was verwijfd. (lacht). Integendeel, ze waren altijd vooruitstrevend. Wij waren de eersten die hairextensions deden. Daarmee waren we in Story. Wij waren de eerste die in de jaren negentig een computer gebruikten. Je stopte daar alle gegevens over de klant in en toen kwam er een recept voor vloeistof, wikkels etc. uit. Caroline: Dat was zo nieuw dat mensen geen idee hadden hoe het werkte. Sommigen dachten dat ze hun hoofd in de computer moesten steken.

Hoe kwam je op nieuwe ideeën?

Leren van anderen. We gingen jarenlang naar Engeland om de shows van Vidal Sassoon te zien. Creativiteit. Probeer dingen. Daarom deden wij graag mee aan wedstrijden en shows. Caroline is ambassadeur geweest voor retailers in Naaldwijk. Beurzen en andere evenementen organiseren wij samen. Vervolgens verzamelde zich voor de zaal en op het Wilhelminaplein een menigte mensen.

Caroline: In die tijd waren bijna alle kooplieden eigenaren. Er was dus veel solidariteit. Als je iets wilde, hoefde je het alleen maar te vragen. Dit is echt veranderd met de komst van ketens. Veel zakenlieden hebben geen echte band meer met het volk.

Met zo’n show kun je gek worden…

Ja, natuurlijk kun je daar dingen doen die je bij een vaste klant niet kunt doen. Het kan extravagant en extravagant zijn. Zo leer je uiteraard veel over wat wel en niet kan. Maar bovenal is het ontzettend leuk. Je beleeft werkelijk alles. Meestal bedacht ik de show en de muziek. Caroline organiseerde vrijwel alles achter de schermen. Wij vullen elkaar heel goed aan. We hebben trouwshows gedaan waarbij we van de nok van het dak naar het podium afdaalden. Griezelige shows waarin ik net als Dracula uit een kist kwam. Mensen vonden het eng. Westernshows, met paarden en indianen… Zoiets geks kun je je echt niet voorstellen. We hebben ooit een aantal Maassluisse jongens in bodypaint gezet. Heel klein broekje met een hanenkam. ‘s Avonds zagen we het weer op het nieuws. En ze werden meteen meegezogen in het ‘It’. Nou, daar zou je niet op kunnen ingaan als je niet extreem was.

Hoe bedenk je zo’n show?

Een evenement als de beurs had vaak een thema: Japan, Engeland. Indianen… Toen begon ik muziek te mixen, met een minidisc, want computers waren er nog niet. En op basis van de muziek bedacht ik de show. Het vinden van modellen was nooit een probleem. Er waren veel mooie meiden (en mannen) in de winkel en ze vonden het vaak erg leuk om mee te doen.

Je bent behoorlijk bekend geworden in het Westland…

Dat heeft deels te maken met de shows en demonstraties die we hebben gedaan. Waarmee we ook prijzen hebben gewonnen. Dat is goed voor de kamer, want als je bekend bent, dan ben je interessant. Nog steeds. Wij zijn de enige salon in de omgeving die er al veertig jaar bestaat. Hier vinden mensen een bekend gezicht en dat wordt gewaardeerd. Integendeel, we zien ook voortdurend bekende gezichten en dat gaat van generatie op generatie door. Er zijn gezinnen waarvan de grootmoeder, moeder en kleinzoon hier komen.

Je weet dus alles van bijna iedereen…

Klanten vertellen ons veel. Maar net als bij een arts kunt u er zeker van zijn dat wij niets aan u doorgeven. Het is een kwestie van vertrouwen. Onze woonkamer is echt een ontmoetingsplek voor mensen. Ik denk dat dat ook onze kracht is. Wij groeien mee met klanten.

Stoere tuinmannen met pet voor je coupe soleil…

Nou, als je alles eenmaal hebt gezien, is er weinig nieuws. Dit zijn vooral trends die even verdwijnen en dan weer terugkomen. Wij waren een van de eerste gemengde klaslokalen. Ik was vroeger echt gescheiden. Nu zie je dat hij weer terug is bij de kapperszaken. Sommige dingen die nu als nieuw gepromoot worden, zijn dertig jaar geleden al gemaakt. Wij zijn altijd vooruitstrevend geweest. Dat is jouw taak. Mijn motto is altijd geweest: ik wil niet de goedkoopste zijn. Maar de beste!

Wil jij ook Op de Pijp of ken je iemand met een leuk verhaal? Stuur een mail naar [email protected].

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *