close
close

Amsterdam staat tegenover Florence en Kopenhagen

Het verdwijnen van de grote modebeurzen in Berlijn laat een gat in de modekalender achter. De Duitse industrie verzamelde zich in de Duitse hoofdstad om de collecties voor het volgende seizoen te bekijken, die een paar weken later werden besteld. Nu proberen beurzen van Amsterdam tot Florence merken en kopers uit de grootste modemarkt van Europa aan te trekken.

Het is druk bezocht op de stand van modemerk Lara Laurén op Modefabriek. De eigenaresse toont haar collectie aan twee Duitse kopers. Het tafereel van een Duits merk met Duitse kopers herhaalt zich meerdere malen op de Amsterdamse Beurs. Modefabriek is begin juli traditiegetrouw het trefpunt van de Nederlandse textielindustrie, maar al seizoenen is het Duits ook duidelijk te horen op de stands en in de gangen.

Ook op de stand van het Duitse broekenmerk Mac “Vijf jaar geleden waren er nog maar heel weinig, maar sinds Berlijn er niet meer is, kan het zijn dat er veel mensen uit Noordrijn-Westfalen, uit de regio Hamburg, hierheen komen.” zegt hij. Hij schat dat momenteel zo’n 20 procent van de bezoekers aan de stand van Modefabriek uit Duitsland komt. Nu kent hij er een aantal goed, omdat ze elk seizoen komen.

De beurs zelf constateert ook een stijging ten opzichte van het buurland. In januari verdubbelde het aantal bezoekers uit Duitsland. De bezoekers kwamen uit zo’n 850 Duitse winkels, melden de organisatoren van Modefabriek. Tijdens de zomereditie in juli waren 36 Duitse merken aanwezig op de beurs. De toename van het Duitstalige publiek komt op het juiste moment, omdat internationalisering al lang hoog op het verlanglijstje staat van de beurs, die zichzelf sinds de pandemie probeert opnieuw uit te vinden.

Gat in Duitsland

De pandemie van het coronavirus heeft ook de modebeurzen in Duitsland hard getroffen. In Berlijn ontmoetten in 2019 zo’n 1.800 merken elkaar op de vier beurzen Premium, Seek, Neonyt en Panorama. Vervolgens werden de evenementen meerdere keren afgelast vanwege de pandemie.

Na het faillissement van Panorama en de pandemie werden 500 merken gepresenteerd op de Premium-beurs gespecialiseerd in damesmode en op de streetwear-beurs Seek. Bij de laatste wintereditie, in januari 2023, ontving Premium nog zo’n 10.000 bezoekers, waarvan volgens de organisatoren 80 procent uit het Duitstalige gebied kwam. Na weer een zomereditie is Premium eindelijk voorbij. Seek is nu de enige overgebleven beurs in Berlijn, die in juli nog ongeveer 100 merken telde.

Nadat de Berlijnse beurzen gesloten waren, begonnen Silke Schmid en Christine Schäffner rond te kijken omdat ze zich niet meer aangetrokken voelden tot formules. De zussen runnen de modehuizen Fischer & Stegmaier in Beieren en staan ​​nu voor de vijfde keer in Modefabriek in Amsterdam. Ze zoeken vooral inspiratie.

“Als het winkelseizoen begint, is het goed als je al iets gezien hebt en ervaring hebt. Hier zijn we vooral op zoek naar kleine spullen, sokken, sieraden, accessoires, aanvullende artikelen of soms een nieuw merk dat het assortiment aanvult”, zegt Schmid . Modefabriek heeft een interessante mix van commercieel georiënteerde merken, vult Schäfer aan. Ook de relatief nieuwe beurzen die in Nieuwegein worden gehouden, onder de naam Preview, trekken steeds meer Duitstalige kopers. Kopenhagen is ook interessant, maar heeft een late datum.

Kopenhagen versus Florence

Ook sommige Duitse kopers overschrijden bewust de landsgrenzen op zoek naar inspiratie. “Het is het eerste startpunt van het nieuwe seizoen en dan is er niets, tenzij je al door de showrooms wandelt”, zegt de in Düsseldorf gevestigde moderetailer Peter Heckmann. Het is voor het eerst in Modefabriek. “Iedereen klaagt over de Duitse markt en hoe moeilijk deze is geworden. Wij geloven dat het naast het slechte weer ook aan ons is om iets nieuws en inspirerends te bieden.”

Op zoek naar nieuws trekt een deel van de Duitse mode-industrie ondanks de uitgestelde datum nog steeds naar Kopenhagen. “Vorig seizoen zagen we duizelingwekkende cijfers uit Duitsland: 16 procent van de bezoekers kwam uit Duitsland, vergeleken met voorgaande seizoenen toen we maximaal vier procent zagen”, meldt de Deense vakbeurs CIFF. Exacte cijfers noemt de organisatie niet. “Voor ons is het een belangrijke markt die zich blijft ontwikkelen.”

In augustus verwachten de inwoners van Kopenhagen merken als Drykorn, Lanius of Studio Seidensticker. Omdat Duitse merken ook beurzen nodig hebben om nieuwe klanten te vinden. Bovendien zullen in Kopenhagen voor het eerst jonge merken met het Neudeutsch-concept worden gepresenteerd. De showcase, gemaakt door trendexpert Julian Daynov, ging in juni in première bij Pitti Uomo in Florence. De Italiaanse herenmodebeurs noteerde de vorige editie ook een stijging van het aantal Duitse kopers met 15 procent, tot 680, vergeleken met het jaar ervoor. Het totaal aantal kopers bedroeg 11.500.

De datum van de Florentijnse beurs is aan het begin van elk nieuw seizoen. De afgelopen seizoenen maakten enkele Duitse merken zoals Windsor, Rossi of Marc O’Polo hiervan gebruik om ook hun damescollectie op de stand te tonen. “De Italiaanse en Duitse markt zijn altijd heel dichtbij geweest, vooral op het gebied van herenmode. Dat is een feit, maar als beursorganisatie werken we voortdurend aan specifieke strategieën”, zegt Raffaello Napoleone, algemeen directeur van Pitti Immagine. “In juni 2024 was het onvermijdelijk dat de meest gesproken taal, na het Italiaans, Duits zou zijn.”

Dit artikel is bijgedragen door Caitlyn Terra.

Dit artikel verscheen eerder op FashionUnited DE. Vertaling door AI, redactie door Caitlyn Terra.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *