Dit winkelcentrum in Den Haag heeft geen beurs nodig om klanten te trekken

van Ankie Driessen

Het kost wat tijd om erachter te komen welke handelaars iets over het winkelcentrum kunnen en willen vertellen. “Zo noemen wij ons centrum”, zegt Nel van den Berg, die samen met haar man Maarten jarenlang bloemenwinkel My Fair Lady runde. De dochters, Sylvia en Sonja, zijn sinds 2011 eigenaar van de bloemenwinkel. Ruim 50 jaar geleden verkocht Maartens moeder bloemen en planten vanuit een soort busje in Winkelhof Waldeck, zoals het centrum toen heette en soms nog steeds heette.

Goede contacten

“Handelaars werken heel hard, vaak zes dagen per week”, zegt Sylvia. “We waren een tijdje op zondag open, maar dat lukte niet.”

Waarom is er geen actieve koopmansvereniging als de zakenlieden zo loyaal zijn aan het centrum? “Het onderhouden van een goed geleide ondernemersvereniging kost veel tijd, iets wat alle ondernemers missen. “We kennen elkaar redelijk goed en er heerst een goede sfeer tussen ons.” Hoewel er geen brancheorganisatie is die activiteiten organiseert in het centrum, zoals in winkelcentrum Loosduinen wel het geval is, is het contact met klanten en collega’s volgens Sylvia bijzonder goed. “Voor ons is alles iets natuurlijks en heel spontaans”, zegt Sylvia.

En hij vervolgt: “Wij houden natuurlijk niet van het organiseren van een kermis”, legt hij uit. “Onze ervaring is dat veel mensen van buitenaf naar een beurs komen en vooral iets kopen bij de marktkramen. “Dat helpt retailers niet.”

‘Er zit hier een soort harde kern van winkels’

Sylvia is, net als haar collega’s, tevreden over de manier waarop het centrum werkt. En dat merk je ook bij je klanten. «Al jaren zijn er dezelfde mooie winkels met een gevarieerd aanbod. En dit maakt het winkelcentrum herkenbaar, vooral voor ouderen. Er is hier een soort harde kern van winkels.”

Volgens Sylvia heette het hof vroeger ‘het wandelaarsplein’. Het was een verwijzing naar de vele oudere mensen die er winkelden. “Maar de samenstelling van de klanten is veel gevarieerder geworden”, zegt Sylvia. “Er is goed contact met de klanten en er is vaak tijd voor een praatje. Het is duidelijk dat dit vooral bij ouderen nodig is. Ook al ken je klanten niet altijd bij naam, toch weet je vaak wel wat er bij hen speelt. Ze voelen zich hier veilig. En als senioren ziek worden of vallen, reageren wij als retailers snel.”

De talrijke bankjes in het winkelcentrum hebben een duidelijke functie. “Daar worden de contacten gelegd en worden de mensen nauwlettend in de gaten gehouden”, legt Sylvia uit.

Geen website

Niet alleen is er geen handelaarsvereniging, maar winkelcentrum Waldeck heeft ook geen website. “Mensen bellen als ze iets willen weten of vragen.” Omdat het goed gaat met de winkeliers en het winkelcentrum hoopt Sylvia dat er voorlopig geen winkeliersvereniging of website komt. “Voor ons mooie, leuke winkelcentrum zijn beide simpelweg niet nodig”, zegt hij.

Bevoegdheid

Sylvia wijst de vraag of winkelcentrum Loosduinen een concurrent is van winkelcentrum Alphons Diepenbrockhof direct van de hand. “Het zijn goede collega’s van ons en hebben ieder hun eigen klantenbestand.” Volgens haar is het anders in de winkels in het centrum van Den Haag. “Maar normaal gesproken hebben zij niet dezelfde band met hun klanten als wij”, besluit hij.