Amsterdam krijgt een bijtelling van 62.000 euro voor de privéreizen van Halsema

De gemeente Amsterdam heeft sinds september 2019 het privégebruik van de dienstauto door burgemeester Femke Halsema ‘niet geregistreerd en administratief beheerd’ en heeft dus ook niet ten onrechte naheffingsbelasting betaald. Dat meldt wethouder Hester van Buren (financiën) in een brief aan de gemeenteraad. De gemeente heeft van de Belastingdienst een extra belasting ontvangen van circa 62.000 euro.

Sinds 2019 mogen gemeenteraadsleden de dienstauto in principe niet meer voor privédoeleinden gebruiken. Voor de burgemeester geldt een uitzondering “vanwege 24-uurs beschikbaarheid en beveiligingseisen.” Als het aantal privé afgelegde kilometers groter is dan 500, geldt er een belastingaanvulling. In het geval van de burgemeester betaalt de gemeente deze kosten. Dit lijkt de afgelopen jaren echter niet te zijn gebeurd.

Volgens Van Buren heeft Halsema het privégebruik van het dienstvoertuig altijd ‘precies vastgelegd en geautoriseerd’, waarna er iets misging in zijn bedrijfsvoering. “Zowel het proces als de regels waren niet duidelijk genoeg.” Het raadslid bevestigt dat de raad “de tekortkomingen in het privégebruik van dienstauto’s betreurt.” Vanaf maandag zijn nieuwe werkinstructies van kracht, die moeten verduidelijken hoe het privégebruik van de servicewagen geregistreerd en beheerd moet worden.

Uit de door Van Buren in de brief gedeelde gegevens blijkt dat Halsema in 2019, 2020, 2023 en 2024 ruim 500 kilometer privé heeft gereden met de dienstauto. De gemeente moet daarom de loonbelastingaangifte voor die jaren aanpassen en de onderbetaalde loonsom doorbetalen belasting. Daarnaast krijgt de gemeente ook een boete voor het te laat indienen van dit deel van de belastingaangifte.