close
close

Het Rijksvastgoedbedrijf bouwt een 72 meter hoog houten overheidskantoor in Den Haag

Het Rijksvastgoedbedrijf bouwt een 72 meter hoog houten overheidskantoor in Den Haag

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) gaat in het Beatrixkwartier in Den Haag een 72 meter hoog houten overheidskantoor bouwen. De Monarch IV-toren, ontworpen door RVB-architect Fokke van Dijk, biedt 730 banen. Het gebouw, verdeeld in twee volumes, kenmerkt zich door een gevel met een houten rooster.

Door het bouwen van een houten gebouw wil de RVB: Vroege adoptie een voorbeeld voor de Nederlandse bouw. “We kunnen onze kracht gebruiken om veelbelovende technieken vooruit te helpen. Dit is belangrijk omdat houtconstructies de CO2-uitstoot verminderen.2kunnen de impact van gebouwen aanzienlijk verminderen”, zegt architect Van Dijk.

Met een hoogte van 72 meter wordt Monarch IV een van de hoogste houten gebouwen van Nederland. Er wordt gebruik gemaakt van gelamineerd hout, balken die zijn opgebouwd uit stukken hout die aan elkaar zijn gelijmd. “We hebben deze technologie uitgebreid onderzocht en gecertificeerd. Het voordeel van de lijmtechniek is dat er toch zeer stijve constructies gemaakt kunnen worden van snelgroeiend hout (eigenlijk door de wind meegeblazen hout). In de zestig jaar dat het gebouw er staat zijn de gekapte bomen bijvoorbeeld al twee keer terug gegroeid in een duurzaam beheerd bos. Dit betekent dat er extra CO2 uit de lucht wordt gehaald. Monarch IV kan overigens veel langer mee”, zegt Van Dijk.

Driehoek
De essentie van Van Dijks ontwerp is de driehoek, de sterkste vorm die er bestaat. In een traditioneel kantoorgebouw van beton en staal haalt een toren zijn stabiliteit uit de kern: de dikke betonnen liftschacht. Omdat hout minder resistent is, heeft Van Dijk in zijn ontwerp de stabiliteit naar buiten verplaatst. Hierdoor is er een groot oppervlak beschikbaar om de krachten op te vangen, legt RVB uit.

De gevels hebben een patroon van diagonale lijnen die elkaar kruisen. Waar de diagonale lijnen samenkomen, worden verbindingen gemaakt met de horizontale vloerbalken. De vloerbalken zijn vanaf de straat aan het zicht onttrokken, waardoor een patroon van ruitjes ontstaat in plaats van driehoeken. De gevelconstructie, de driehoeken, bevat circa 1.880 kuub hout.

Monarch IV is niet volledig van hout gemaakt. De houten toren rust op vier betonnen vloeren: twee ondergronds en twee bovengronds. “Het produceren van die vier verdiepingen beton kost ongeveer evenveel CO2 als achttien verdiepingen hout”, zegt Van Dijk. “We hebben het ontwerp vergeleken met een gebouw van beton en staal en het blijkt dat bij een houten constructie de CO2-uitstoot tijdens productie en montage met de helft wordt verminderd. Als je daarbij ook de CO2 meeneemt die in het hout is opgeslagen (een boom neemt immers CO2 op als hij groeit), dan krijg je een vrijwel CO2-neutrale constructie.”

Snelle bouwtijd
Een ander voordeel van hout is de snelle bouwtijd, wat erg handig is in een dichtbebouwde en drukke omgeving nabij station Den Haag Centraal. “Het is een heel krappe bouwplaats. Je wilt zoveel mogelijk op een andere locatie prefabriceren. Omdat hout relatief licht is, kunnen relatief grote voorwerpen ter plaatse worden getild. Zo heb je ook minder tilbewegingen. En ook al die mortelmixers die normaal gesproken op een bouwplaats werken, gaan bij droogbouw verloren. Dit maakt houtbouw veel sneller. Voor betonbouw is er veel te doen op de bouwplaats. Je hebt tijdelijke constructies nodig waarin beton wordt gestort en dat weer moet worden gedroogd. Dat duurt lang”, zegt Van Dijk.

De bouw van Monarch IV start in 2026 en het gebouw moet in 2028 klaar zijn. De RVN heeft de bouwaanbesteding alvast aangekondigd op TenderNed. Van Dijk verwacht veel belangstelling van marktpartijen. “We hebben marktconsultaties uitgevoerd. Wat opvalt is dat de bouwwereld ziet dat dit de toekomst is. “Houtbouw is simpelweg noodzakelijk als we in 2050 een klimaatneutrale samenleving willen hebben. Nog niet alle grote bouwers hebben ervaring met dit soort projecten, maar willen graag kennis opdoen.”

“Omdat er nog veel te onderzoeken valt, hebben we in de aanbesteding gekozen voor een tweefasenaanpak. Als RVB hebben wij met adviseurs dit masterontwerp gemaakt, een soort voorontwerp. In een relatief korte dialoog willen wij één van de partijen bereiken en dan gaat het geselecteerde consortium samen met ons het ontwerp uitwerken volgens de specificaties van de vraag. En pas dan komen we tot een definitieve vaststelling van de prijs. We bouwen mechanismen om de daaropvolgende interpretatie van het ontwerp en het verwerven van nieuwe kennis goed te verwerken”, zegt Van Dijk.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *