close
close

In de schaduw van het Oosterpark

In de schaduw van het Oosterpark

Niets zo dynamisch als het werk van wijkagent Dolf. Na acht jaar in de Transvaalbuurt, waarin hij zich enorm heeft ontwikkeld, is Dapperbuurt sinds een maand zijn nieuwe werkplek. Het behoort nu tot de groep Oosterpark/Boerhaave/Dapperbuurt. En ook meteen naar de bodem.

Carolina Gevers | Foto Frank Schoevaart

HHet gerenoveerde, lommerrijke Oosterpark, met zijn oude bomen en prachtige bruggetjes en bankjes, is de grenszone. Niet slecht, zal iedere voorbijganger denken. Het park oogt groen en ademt fris. Maar verborgen in de bosjes is een ander verhaal en dat is precies waarom Dolf hier vandaag op onderzoek gaat. Samen met wijkpresident Carolien de Heer, de wijkagenten Nienke (Boerhavebuurt en Oosterpark) en Simone (Oosterparkbuurt). Het park, dat al enige tijd door burgemeester Halsema is uitgeroepen tot ‘overlastgebied’, baart zorgen. Dus de volgende dag komt Zeeger Ernsting, dagelijks directeur van het Oostelijk District, wat licht werpen.

‘Laat mij eerst mijn gezicht laten zien’

het regent klachten
De buurt weet het. “De laatste weken stromen de klachten binnen”, zegt Carolien. “Afval geconsumeerd op de portieken van het Oosterpark en hier gevonden, dealers die openlijk crack verkopen, medicijnresten in de bosjes, etc.” Nienke tegen Dolf: ‘Hé, hier staan ​​vanochtend alle vuilnisbakken open, met eten overvol, met ratten- en duivenpoep erop, terwijl ze ‘s avonds altijd gesloten zijn. Het komt ook door het hamsteren van blikjes, en dat is logisch, de armen hebben geld nodig.’ Simone: “Dit neemt alleen maar toe sinds de GGZ zoveel behandelunits voor verslaafden heeft gesloten.” Dolf: ‘Laten we de rotonde oprijden.’ Op de rotonde, net achter de ingang van het park, voor Key Safe, staat de naam van de wijk voor daklozen en verslaafden, gegroepeerd op de daaromheen geplaatste bankjes. Ze komen hier al sinds er camera’s achter in het Arena hotel zijn geplaatst. ‘Kijk, daar zijn ze. Het zijn idioten, ze zijn niet echt op zoek naar iets slechts, maar wat wil je, ze zijn ziek.’

Verslaafde en expert
Carolien begroet een willekeurige lange, magere man met levendigheid en vriendelijkheid en knoopt een gesprek aan. Hij legt uit dat hij veel klachten krijgt van buren over het gebruik van drugs en naalden. Dolf: “Maar wij willen graag jouw kant van het verhaal horen.” De man, aanvankelijk achterdochtig, noemt zichzelf aarzelend George Adriaan, al tientallen jaren verslaafd en tevens ervaringsdeskundige. ‘Ik begrijp je,…. Echt waar, maar… (wit schuim bij de mondhoeken) Geloof me, we gebruiken hier geen spuiten, een kleine groep Oostblokkers wel. Wij maken daar geen deel van uit. We gedragen ons goed en we willen niet dat de kinderen ons zien. Maar ja, nu heb jij, eh… die gemeente of zoiets, al die begroeiing rond de hekken gesnoeid. Ja, dan kunnen ze ons zien! Maar we moeten ook leven. En als ze ons opjagen, wordt het probleem alleen maar erger. Want dan blijven de dealers weg en moeten wij stelen, dat wil je niet!’ Dolf houdt zijn beroemde toespraken. Veel schouderklopjes en leuke knikjes. Blikjes van verbazing en wantrouwen, onsamenhangend gebabbel, maar ook sommigen in betere vorm. Dolf tegen George: ‘Wat zou jij ideaal vinden?’ George: “Eh… ons eigen park, zoals in Zwitserland, met ergens een dak boven ons hoofd, dus het is voor iedereen rustig.”

grot uitzicht
Wij lopen verder. Overal om ons heen de andere wereld van vrolijke joggers, hondenuitlaters en eendjes in de fontein. Voorbij de witte brug stopten we bij de Dixi-baden. Dolf: ‘Deze zijn hier geplaatst voor ieders behoefte, helaas pakte het anders uit. Verslaafden eigenen ze zich toe als gebruikerscabines. Wij zien het zo.’ Na een paar minuten klopt Dolf vriendelijk op een deur. ‘Kan ik u helpen?’ En ja, het is een succes, ze pakken de man op, maar Dolf is vriendelijk en vraagt ​​hem of hij weg wil. ‘Ja, maak contact en probeer het te begrijpen. Ik ga niet meteen met regelgeving komen.’ Na de kwekerij neemt Nienke ons mee naar de daarachter gelegen Cueva María. Ze laat al het drugsafval zien. We zien de naalden liggen in de overwoekerde tuin van het woonhuis dat zijn kinderen niet meer buiten durft te laten spelen. Nienke is al in gesprek met de tuinman van het Arena hotel. Misschien kan ik overal grote, doornige hulstplanten planten! Paul Hermanides, eigenaar van Hotel Arena, schuift aan en fantaseert gekscherend over een 142ste Slaapkamer met uitzicht op de grot en hotelkamerservice. Iedereen maakt zich zorgen over verslaafden, maar begrijpt dat er iets aan gedaan moet worden.

Dikke fietsen op de trottoirs
Dolf verlaat de groep en loopt richting Eerste van Swindenstraat. Hij wijst naar de Geldmaat links. ‘Daar zie je de overloop van wat we zojuist hebben gezien. Als het koud en regenachtig is, schuilen hier junkies en maken er gebruik van. Voorlopig moet ik hier eerst mijn gezicht laten zien.’ Dolf wordt regelmatig begroet. “Hé, jij bent de nieuwe, toch?” vraagt ​​een jongeman op een fiets. ‘Ik word er gek van dat een vrouw hier steeds blijft verkondigen dat ik een junkie ben, terwijl ik alleen voor mijn honden door het park loop. Nu kijkt iedereen van mij weg.’ Dolf: Weet je het zeker? Ja, hij heeft een grote verbeeldingskracht, man…. Hier heb je mijn kaart. Als het weer lastig wordt, bel mij dan, dan kom ik langs voor een praatje. Op de hoek van de markt haalt Dolf een grapje uit met een paar luie mannen op een bankje. “Het heeft geen nut heren, als je hier het alcoholverbod wilt overtreden, moet je niet zo’n grote bubbel onder je jas hebben…” De mannen lachen schaapachtig. Dolf: ‘Wees slim en doe het ergens anders, je wilt toch geen bonnetje?’ Wij lopen verder. Dolf begroet een sympathieke man bij de Dunya-winkel, waar allerlei elektrische fietsen en fatbikes op de stoep staan. ‘Hoe staan ​​de zaken ervoor?…. Hé, ik heb een klacht… Ik heb gehoord dat de markt en de trottoirs vaak gebruikt worden tijdens proefritten, wat niet handig is.’ Dunya’s baasje: ‘Hé, we houden hem in de gaten. Ze kunnen gemakkelijk de hoek om, die eenrichtingsstraat in. Het is goed dat je dat zegt… Wil je een wandeling maken? Dolf: ‘Volgende keer kom ik terug!’ Het is een vrolijke plek op de markt. Dolf: ‘Het is toch heel anders dan de Transvaalbuurt? Hier heb ik veel meer te maken met zakenlieden en de drugsproblematiek.’

Uit bed komen
Dolf passeert de Domselaerstraat en wijst naar de GGZ met Jellinek en het OuderChildTeam met de kinderkliniek en schoolartsen op station Muiderpoort. Ondertussen wordt hij verwelkomd door een aardig Turks stel. Dolf: ‘Hoe gaat het nu? Hoe vreselijk was het laatst, toen we je zoon uit bed moesten halen. De vrouw: ‘Het kan gebeuren, jij doet je werk en mijn zoon heeft pech gehad, want blijkbaar lijkt hij op de echte crimineel!’ Dolf even later: ‘Ja, het was een drugsinval die we in tien appartementen moesten doen. Heel tragisch als je de verkeerde kiest. Maar gelukkig begrijpen ze het.” En dan met een knipoog: ‘Zie je wel, we zijn nog wel een tijdje bezig op dit gebied!’

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *