close
close

Wethouder Cultuur Utrecht over omstreden subsidieadvies: ‘Het moet niet gaan om wie de luidste stem heeft’

Wethouder Cultuur Utrecht over omstreden subsidieadvies: ‘Het moet niet gaan om wie de luidste stem heeft’

Grote steden maken deze weken bekend waar de vierjarige cultuursubsidies van 2025 tot en met 2028 worden verdeeld. Deskundigen adviseren, normaliter beslist de gemeente en neemt de conclusies van de deskundigen over. Deze adviezen roepen altijd discussie op, maar in Utrecht zijn de buitengesloten instellingen ronduit ‘geschokt’ door de adviezen, zo blijkt uit de debatten en petities.

Het advies is echter integraal overgenomen, zo maakte wethouder Eva Oosters (Cultuur, Studenten en Starters) woensdag bekend.

De drempel voor subsidieaanvragen in Utrecht was lager dan voorheen en de kwaliteitseisen zijn verruimd. Het was te beperkt en te eurocentrisch, stelt de culturele memo. Het brengt meer diversiteit op de subsidielijst: het hiphopfestival Freedom City en bijvoorbeeld de Sint Maarten Parade krijgen nu subsidie. Een ander doel was een betere verdeling tussen buurten. In Utrecht was alles normaal gesproken met de fiets bereikbaar, maar de stad wordt steeds groter.

Maar het succes van de nieuwe werkwijze betekent ook dat er veel meer is gevraagd dan alleen geld: het budget van ruim 18 miljoen euro is met vijf miljoen euro overschreden. Vijf grote instellingen, zoals het Centraal Museum en TivoliVredenburg, hebben eigen subsidieovereenkomsten met de gemeente. De subsidieverlening vindt plaats op basis van onder meer kwaliteit, haalbaarheid en belang voor de stad. Als een instelling niet voldoende punten heeft, ontvangt zij geen subsidie. Een derde van de 105 aanvragers krijgt nu een ‘nee’, 16 instellingen die al subsidies ontvingen, raken deze nu kwijt.

Lees ook

Nederlands Film Festival dreigt jaarlijkse subsidie ​​van gemeente Utrecht kwijt te raken

De plaatsing van het grote Gouden Kalf, icoon van het Nederlands Film Festival (NFF) in de Stadsschouwburg Utrecht.

Hieronder vallen ook partijen die soms al tientallen jaren in Utrecht geworteld zijn, zoals het Nederlands Filmfestival, het jeugdtheaterfestival Tweetakt, het mediakunstplatform Impakt en BAK, een presentatie-instituut voor hedendaagse kunst. Zo krijgt het Nederlands Film Festival geen subsidie ​​meer omdat de adviescommissie de kwaliteit van de artistieke inhoud van de aanvraag te laag vindt en bovendien twijfels heeft over de haalbaarheid van de plannen van het festival.

De instellingen vestigen nu hun hoop op het laatste formele obstakel: de gemeenteraad keurt de begroting na de zomer goed. Als de bezuinigingen eenmaal zijn doorgevoerd, zullen ze niet zo snel meer terugkomen, waarschuwen ze.

Wethouder Eva Oosters (27) legt uit waarom zij dit advies opvolgt.

Heeft u recentelijk contact gehad met bijvoorbeeld het NFF?

Natuurlijk. We hebben gesprekken gehad, verzoeken gekregen, brieven gelezen en ook dat is heel waardevol geweest. En toch maakt dat het niet minder pijnlijk. Maar ik durf uiteraard geen verantwoording voor hen af ​​te leggen als de afgewezen instellingen als het NFF onze beslissing begrijpen. “Ze zijn ervaren en weten ook hoe een subsidieprocedure werkt en hoe grillig deze soms kan zijn.”

Heeft u, gezien de onrust, overwogen het advies niet in zijn geheel over te nemen?

“Als gemeente willen wij aanvragers gelijk behandelen. “Het moet niet gaan om wie de luidste stem heeft, maar we moeten echt nadenken over wie aan de kaders heeft voldaan.”

Over die kaders: hoe moet het culturele landschap van Utrecht eruitzien?

“We hebben ons gericht op participatie en diversiteit, waarbij het belang voor de stad een grote rol speelde. In plaats van zoveel procent aan elke klassieke discipline te geven, hebben we deze losgelaten en de nadruk gelegd op een interdisciplinair aanbod. We werken toe naar een situatie waarin grote instellingen hun capaciteit gebruiken om kleine instellingen te ondersteunen. Het blijft natuurlijk spannend of het aanbod aan films en beeldende kunst breed genoeg is, daar gaan we op letten.”

Is het niet effectiever om daarvoor bestaande infrastructuur en culturele locaties te gebruiken, dan nieuwe organisaties in te zetten?

“Het is een vergissing om te denken dat dit allemaal echt nieuwe initiatieven zijn waar we nu ruimte aan geven. Dit zijn instellingen die hun effectiviteit al hebben bewezen, bijvoorbeeld omdat ze al andere gemeentelijke subsidies hebben ontvangen. Maar ik denk dat een gezonde cultuursector die innovatie af en toe echt nodig heeft. Al is het maar om als spiegel te dienen voor enkele meer gevestigde instellingen.”

Hebben de in Utrecht gevestigde instellingen dat nodig, een spiegel?

“Ik denk dat ze de procedure van het cultuurbeleid echt op deze manier hebben gebruikt, met criteria als het belang voor de stad. Het is mooi om te zien dat onze oproep tot solidariteit vanuit die instellingen echt succes heeft gehad. Laat ze eens rondkijken naar hoe de wereld in elkaar zit, welke rol zij daarin hebben en hoe zij anderen in de stad kunnen helpen of verrijken.”

Het beeldende kunstaanbod in Utrecht is niet erg uitgebreid en het nieuwe cultuurbeleid richt zich daar ook niet op. Er zijn slechts twee beeldende kunstinstellingen die subsidie ​​ontvangen, de andere twee aanvragen zijn afgewezen. Wat is de toekomst van de beeldende kunst in Utrecht?

“Als je al een klein onderdeel van de sector bent, dan heeft zo’n subsidieronde grote impact op dat deel van de culturele sector. Het is een aandachtspunt voor de nabije toekomst. Je wilt niet dat er verarming ontstaat. Maar nu hebben we ons gefocust op een interdisciplinair aanbod.”

BAK en Impact zijn bijvoorbeeld instellingen die Utrecht op de kaart zetten van de internationale kunstwereld, maar ontvangen geen subsidies meer. Als ze eenmaal weg zijn, komen ze niet zo snel terug.

“Ja, daar hebben ze natuurlijk ook veel punten gehaald. En het is niet zo dat de instellingen die buiten de subsidie ​​vallen geen waarde hebben voor de stad. Ik zie dit en erken ook de waarde van deze instellingen. En toch is de begroting wat de begroting is en moeten we pijnlijke beslissingen nemen.”

De gemeente Utrecht kampt met een begrotingstekort van 76 miljoen euro. Net als alle andere gemeenten krijgt Utrecht vanaf 2026 te maken met bezuinigingen.

“In eerdere edities van de vierjarige subsidie ​​kon het zijn gebeurd dat er bij het nemen van besluiten een hand over het hart werd gegaan en werd gezegd: laten we er nog wat instellingen bij zetten. “Die luxe hebben we nu zeker niet.”

Hoe ziet u uw rol als cultuuradviseur in de nabije toekomst onder het nieuwe kabinet, rekening houdend met de aangekondigde BTW-verhoging en het PVV-programma waarin onder meer de afschaffing van subsidies voor kunst en cultuur is opgenomen?

“Ik merk in gesprekken dat er grote zorgen zijn over wat dit gaat doen met de toegankelijkheid van cultuur, dat de prijzen voor een bepaalde groep bewoners te hoog worden. Mijn rol als raadslid is dus om die stem kenbaar te maken aan de regering en dat zal ik zeker doen.”

Het Amsterdamse raadslid Rutger Groot Wassink (GroenLinks) maakte dinsdag bekend niet met de PVV samen te werken in het kabinet. Voer jij die discussie ook?

“Natuurlijk is het een gesprek dat ze met elkaar voeren. Ook valt nog te bezien hoe een minister uiteindelijk de zaken uit een raamovereenkomst zal aanpakken. Is het mogelijk om met zo’n minister te praten? Ik wil dus kijken wat je als lokale bestuurder kunt doen om mensen op betere ideeën te brengen.”




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *