In drie grote steden is de deelname hoger dan in 2019, en in Rotterdam vrijwel gelijk

In Den Haag stemde 40,4 procent van de kiezers, terwijl dat in 2019 nog 39 procent was. Het eindresultaat in Utrecht bedraagt ​​55,9 procent, aanzienlijk hoger dan het landelijke opkomstpercentage van 46,8 procent. In 2019 ging 50,8 procent van de Utrechters naar de stembus. In de hoofdstad stemde 45,8 procent, vergeleken met 45,3 procent bij de vorige verkiezingen.

In Staphorst bedraagt ​​het deelnamepercentage 70,3 procent, in 2019 was dit 54,2 procent. In Blaricum (53,8 procent), Eemnes (55,46 procent) en Laren (58,28 procent) gingen procentueel gezien meer mensen naar de stembus dan in 2019. Dat geldt ook voor Nijmegen, waar 52,4 procent van de kiesgerechtigden ging stemmen, tegen 47,6 procent. procent vijf jaar geleden.

Onder meer Breda (43,1 procent) en Vlissingen (39,07 procent) hebben een hogere opkomst dan bij eerdere Europese verkiezingen, maar het eindtotaal ligt onder de landelijke opkomst van dit jaar, die bijna 47 procent bedraagt.