close
close

Merel Bormans blikt terug: “Ik begrijp niet hoe ik…

Merel Bormans blikt terug: “Ik begrijp niet hoe ik…

Merel Bormans speelde tussen 2019 en 2021 voor Standard Luik. Daarmee klom hij van de Topklasse, waarin hij bij FC Eindhoven speelde, naar het hoogste niveau in België. Een heel groot verschil, vindt Bormans, die komend seizoen voor FC Twente Vrouwen speelt. En dat bracht ook enkele uitdagingen met zich mee.

“Toen ik in Eindhoven was, was ik altijd op zoek naar iets professioneels”, vertelt de verdediger in de podcast de vrouw achter de bal. “Dat was altijd mijn droom. Ik was vijf jaar oud en ik zei: ‘Ik wil profvoetballer worden‘. Dat was mijn droom, ik was voortdurend op zoek’Waar word je professioneler dan bij FC Eindhoven?‘.”

Bormans koos voor Standard Luik. “Toen ik daar kwam, was ik in veel dingen veel professioneler. Ik zat ook hoger qua niveau. Dat was heel goed voor mij. Voor mij was België echt een tussenstap richting Nederland. Het was heel leuk om dat te hebben ervaringscultuur’.

In Luik wordt Frans gesproken, wat het de verdediger soms lastig maakte: ‘Met de coach kon ik ook niet communiceren. Met sommige spelers, maar niet met allemaal. Vaak legde de coach mij trainingen uit en dan dacht ik:’Waar heb je het over?‘. “Iedereen lachte me weer uit”, herinnert hij zich.

Bormans kende de basis van het Frans. “Maar als de coach mij tijdens de wedstrijd echt iets probeerde uit te leggen, moest het van de coach naar een speler gaan die Nederlands en Frans sprak. Zij vertaalde het voor mij. Het was een heel moeilijke vorm van communicatie.”

Afstand is ook een uitdaging

Het was niet alleen de taal die een uitdaging vormde. Bormans bleef thuis wonen en kwam en ging naar Luik. “Het was lastig. Nu ik erover nadenk, weet ik niet hoe ik het deed. We moesten er vijf keer heen. We moesten door Eindhoven, via Maastricht… Meestal vertrok ik rond vier uur ‘s middags Het was een reis van twee uur om daar te komen, tussen zeven uur ‘s middags en negen uur ‘s avonds, en dan nog eens anderhalf uur terug.

“Elke dag moest ik 308 kilometer afleggen”, verzucht de verdediger. “Het zit nog steeds heel erg in mijn hoofd. Het was altijd heel ver weg. Als ik er nu aan denk, ook nu. Nu woon ik in Heerenveen, dus ik kan na de training uitrusten en dan eventueel werken. Als ik eraan terugdenk nu denk ik: ‘Jeetje, hoe kon ik dat doen?‘”, is Bormans oprecht.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *