Utrechtse studenten pleiten voor een betere bereikbaarheid van de campus met de tram

Utrechtse studenten willen dat het Science Park (voormalige Uithof) beter bereikbaar wordt met het openbaar vervoer en dat de tram naar de campus ook in de avonduren en in het weekend rijdt. De voorzitter van studentenvereniging VIDIUS, Midas Urlings, vertelde tijdens een bijeenkomst van het Utrechts provinciaal comité dat een betere bereikbaarheid ‘essentieel’ is voor de leefbaarheid op de campus.

“Er wonen 3.000 studenten op de campus. Nu de bouw van een nieuw studentencomplex is gestart, zal dit aantal binnenkort oplopen tot 4.000 studenten. Hierdoor woont een substantieel deel van onze studentenpopulatie op de campus”, aldus Urlings.

Ondanks het grote aantal studenten dat op de campus woont, zijn de voorzieningen volgens Urlings onvoldoende. Hij wees onder meer op het ontbreken van een supermarkt en stelde dat de campus in de middagen en weekenden “een desolate enclave” wordt, omdat het dan lastig is om vanaf het Science Park de stad te bereiken.

De voorzitter van studentenvereniging VIDIUS verwees naar een rechtszaak die op zondag 14 april werd gehouden door de gemeente Utrecht, provincie Utrecht, vervoersbedrijf Qbuzz en FC Utrecht. Op deze FC Utrecht-dag reden de trams van lijn 22 als test tussen Nieuwegein en het Utrecht Science Park, waarbij ze onder meer het Centraal Station Utrecht en stadion Galgenwaard passeerden. “Wij kijken uit naar de resultaten van dit experiment en hopen dat het de deur opent naar structureel langere reistijden voor de tramlijn”, aldus Urlings.

Kamerlid André van Schie (mobiliteit) maakte bekend dat het de bedoeling is om het pilotprogramma volgend jaar uit te breiden. Ook geeft hij aan dat de provincie ambities heeft om het Science Park komend concessiejaar beter bereikbaar te maken en de tramlijn frequenter te laten rijden. Hij voegde eraan toe dat eerst de resultaten van de pilot moeten worden besproken en dat er lessen uit moeten worden getrokken. “Maar er zijn ook andere voorwaarden. Daarnaast zijn we afhankelijk van een luchtvaartmaatschappij die personeel beschikbaar moet hebben”, zegt Van Schie. “En het is al ontzettend ingewikkeld om de planning rond te krijgen.”