close
close

De Staat handelt niet onrechtmatig door het corona-toegangsbewijs in te voeren

De Staat handelt niet onrechtmatig door het corona-toegangsbewijs in te voeren

De rechtbank concludeert dat de situatie in september 2021 zal veranderen Het was zo riskant en onvoorspelbaar dat de Staat destijds redelijkerwijs had kunnen besluiten de CTB in te voeren.

Hoewel er anno 2021 ook wetenschappers en artsen waren die schreven dat Covid-19 voor de meeste mensen meevalt, was de breed gedragen wetenschappelijke en medische opvatting dat voorzichtigheid geboden was. Bovendien bevestigden de meeste critici dat Covid-19 zeer gevaarlijk was voor bepaalde groepen in de samenleving. Bovendien verspreidden nieuwe en meer besmettelijke varianten van het virus zich in september 2021 over de hele wereld; Het was toen nog onduidelijk of die varianten mensen zieker of zieker zouden maken. Wat de langetermijngevolgen van een Covid-19-infectie zouden zijn, wist nog niemand: de ziekte was te recent ontdekt.

Heel belangrijk was ook dat het zorgpersoneel in september 2021 al anderhalf jaar extreem overbelast was: veel zorgprofessionals waren ziek of hadden de zorg verlaten. Bovendien werd door de coronazorg veel reguliere zorg anderhalf jaar uitgesteld en ingehaald, terwijl de (nieuwe) reguliere zorg en coronazorg doorgingen. En de herfst en winter kwamen eraan, met alle gebruikelijke virussen (griep en verkoudheid) die daarmee gepaard gingen.

In deze situatie was het begrijpelijk dat de staat het zekere voor het onzekere nam en CTB invoerde, zowel om kwetsbare mensen te beschermen als om de lasten van de gezondheidszorg te verlichten. Voordat de Staat dit deed, was op Europees niveau al besloten deze maatregel te nemen. Veel andere landen over de hele wereld hebben ook soortgelijke maatregelen ingevoerd.

De rechtsgrondslag van het CTB voldeed aan de eisen die de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) stellen.

Hoewel het CTBT een drastische maatregel was, stond deze in verhouding tot de toenmalige situatie. De staat moest de fundamentele rechten van alle burgers afwegen. Sommigen werden door het CTB gehinderd in hun privéleven, hun bedrijf of andere vormen van participatie in de samenleving, terwijl anderen werden beschermd in hun recht op leven en gezondheid, hun privéleven, hun bedrijf of andere vormen van participatie in de samenleving. De Staat heeft deze beslissing met reden genomen; is binnen de politieke ruimte gebleven die het EHRM aan de lidstaten toekent.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *