close
close

‘Er is hier een dame die naar Amsterdam wil…’

‘Er is hier een dame die naar Amsterdam wil…’

Door Sheila Kamerman

Op een zondagmiddag gaat de telefoon: het is Mark. Ik ken hem niet, maar hij heeft mijn tante Ina gevonden in Krommenie. Ze is op weg naar huis, naar Amsterdam, vertelde hij haar. Lopen? had Mark verbaasd gevraagd. “Zeker!” Dat was de opgewekte reactie.

‘Een gesloten opname zou mijn tante diep verdrietig en verdrietig maken’

Aan haar jas en tas hangen metalen tags. Toen las Mark haar naam: Ina Kamerman. En het telefoonnummer van mij, zijn nichtje. En zijn adres: hij woont in De Herbergier in Assendelft. Mark belde het nummer op het etiket.

De Herbergier is een woongemeenschap voor mensen met dementie. Het heeft niet zoiets als een verpleeghuis, het lijkt op een landhuis. De Herbergier telt zeventien inwoners. De kamers kunnen naar eigen wens worden ingericht. De kamer van mijn tante hebben we ingericht als de woonkamer in haar oude huis in Amsterdam. Zijn kat mocht mee. Na zijn intrek voelde hij zich meteen thuis.

Veel vrijheid

De Herbergier biedt zorg, begeleiding, toezicht, hulp en samenleven: bewoners eten samen in de huiskamer, spelen, doen gymnastiek, lezen de krant en kijken televisie. Er is veel vrijheid: wie wil, mag de straat op. Er is een grote tuin, er zijn vogels om naar te kijken en te voeren, konijnen om te knuffelen. En als iemand wil lopen, zal niemand hem tegenhouden. Als iemand hulp nodig heeft, komt een van de medewerkers.

Dat is het grote geluk voor mijn tante. Ze is erg fit. Ze gaat naar Plus in Assendelft om iets lekkers te kopen voor de kat en zichzelf. Vaak keert hij daarna terug naar zijn vrije tijd. Soms besluit hij verder te lopen, richting Krommenie. Als hij in Krommenie aankomt, weet hij soms de weg niet meer. Waar woonde hij ook alweer? Ach ja, in Amsterdam.

“Mevrouw, kunt u mij vertellen hoe ik in Amsterdam kom?”, vraagt ​​hij aan iemand op straat. Voorbijgangers voelen vaak dat er iets mis is. En als ze een foto met hun naam en telefoonnummer op hun tas en jas zien, bellen ze mij.

Er is hier een dame die naar Amsterdam wil, zegt Mark ook aan de telefoon. Ik vertel haar dat ze mijn tante is en dat ze soms in de war raakt. Ik vraag je hem de weg naar huis te wijzen. Dat ga ik doen, zegt Mark. Ik bel De Herbergier en vertel dat Ina in Krommenie is en hopelijk over twee uur thuis zal zijn. Kort voor donker belt De Herbergier: hij is er.

Het gaat niet altijd zo goed. Een boze meneer belde ook een keer. Hij vond dat verwarde mensen niet zonder oriëntatie op straat mochten: “Je moet haar nu komen ophalen, anders bel ik de politie”, werd hij woedend.

Deze boze ridder was een uitzondering. Maar het is heel begrijpelijk dat veel mensen bezorgd bellen omdat ze het lastig vinden een dame te sturen die blijkbaar makkelijk alleen verdwaalt. Ik ben dankbaar dat ze mijn tante de weg hebben gewezen.

Ik ben ook blij dat mijn tante in De Herbergier woont en naar buiten kan wanneer ze wil. Hij heeft dementie, maar is daarnaast fit en gezond en is graag buiten. Wandelen is ook goed voor je. En belangrijk om te weten: ze kijkt echt goed op als ze de straat oversteekt; vormt geen gevaar voor anderen. Als ik dat uitleg, begrijpen de meeste mensen het.

Vrijheid

Die vrijheid is het beleid van De Herbergier. Maar het is de eerste keer dat een bewoner zo ver heeft gelopen. “Wij willen dat onze bewoners zoveel mogelijk regie hebben over hun eigen leven”, zegt een van de twee eigenaren van De Herbergier, Nancy van der Veen. Maar ze zijn een beetje bang voor hun goede naam als ze ervan beschuldigd worden mensen te laten ronddwalen.

Als gezin hebben we nagedacht over de verantwoordelijkheid van mijn dwalende tante. Kunnen we dat aannemen? Want als iemand met dementie een risico neemt, is er een risico. We besloten dat we dat risico wilden nemen. De alternatieve, gesloten toegang, zou mijn tante diep bedroefd en verdrietig maken. Hij houdt van niets meer dan lange wandelingen. En dan thuis, op de bank, met een kop thee en de kat op schoot.

Mijn rondzwervende tante, die je misschien tegenkomt in Assendelft en Krommenie, is misschien wel de eerste, maar zeker niet de laatste. Nederland vergrijst. Het aantal mensen met dementie neemt toe. Het aantal mensen met dementie zal naar verwachting tussen 2018 en 2040 met 94 procent toenemen als gevolg van de vergrijzing. We zullen ze vaker tegenkomen op straat. En ik hoop dat je bereid bent de weg te wijzen.

Soms gaat de telefoon dagenlang niet. Dan weer een paar dagen achter elkaar. Onlangs belde Cees. Ik begon mijn verhaal, maar een half woord was genoeg. Zijn moeder heeft ook dementie. ‘Ik zet haar in de auto en breng haar naar huis’, zei hij opgewekt aan de telefoon. Ik stuur je later een bericht om je te bedanken. “Volgende keer doe ik het weer”, antwoordt hij.

Proficiat aan mensen als Cees.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *