close
close

Eerste tentoonstelling van het Slavernijmuseum over verzet: ‘Er zijn altijd mensen tegen geweest’

Eerste tentoonstelling van het Slavernijmuseum over verzet: ‘Er zijn altijd mensen tegen geweest’

Onder meer boeken, brieven, kranten en een film vertellen hoe het was om op honderd vierkante meter in slavernij te leven. “Dit is een klein onderdeel van de tentoonstelling”, zegt de burgemeester van het National Slavery Museum, Peggy Brandon. “Maar je ziet vooral wie zich verzette. Wie zei: ‘Ik wil niet dat het zo wordt’?”

Brieven uit Suriname

Een voorbeeld van iemand die in een wereld zonder slavernij wilde leven, was de 17-jarige Frits Moquette. Toen hij drie jaar oud was, ging zijn vader naar Suriname om daar te werken. Daar schreef hij brieven aan zijn vrouw over de verschrikkingen die hij zag: een jongetje dat geslagen werd en zijn moeder die schreeuwde en geslagen werd. Drie maanden na aankomst in Suriname overlijdt de vader van Frits.

‘Belediging van de mensheid’

Als Frits jaren later, rond 1850, de brieven leest samen met het boek ‘De hut van Oom Tom’, over een tot slaaf gemaakte man, besluit hij te protesteren. Samen met zijn vrienden richtte hij de Jonge Vereniging voor de Afschaffing van de Slavernij op. Ze schrijven brieven aan de overheid en bezoeken mensen om hen te overtuigen van hun ideologie. Frits ziet slavernij als een ‘politieke fout, een belediging voor de mens en een zonde voor God’.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *