Stedelijke druk in Haarlemmermeer-Noord – HCnieuws

23 maart 2024 om 19:16 uur

Beleid

HAARLEMMERMEER Als de verschillende kernen van Haarlemmermeer-Noord hun unieke identiteit en karakter willen behouden, moet de gemeente een manier bedenken om het gebied een functie te geven waarbij het open karakter behouden blijft. Dat concludeerden meerdere raadsleden donderdagmiddag tijdens een bijzondere raadsvergadering in Haarlemmermeer-Noord. Raadsleden overwegen bijvoorbeeld recreatieve functies of waterberging als mogelijkheden om het open karakter van het gebied te behouden.

Aanleiding voor het gesprek tussen raadsleden was het rapport ‘Moving Borders’ over het gebied dat tijdens de raadsvergadering werd gepresenteerd. Aanvankelijk leek uit onderzoek naar voren te komen dat Haarlemmermeer-Noord eigenlijk in miniatuur op de rest van de gemeente lijkt, maar door de geschiedenis en ligging kampen de centra met een aantal unieke problemen.

Deze houden bijvoorbeeld verband met de stedelijke druk van Haarlem en Amsterdam. Daarom heeft de overheid ooit een soort bufferzone ingesteld, om te voorkomen dat deze twee steden naar elkaar toe groeien. Maar dit beleid is niet meer van kracht, waardoor de stedelijke druk toeneemt, bijvoorbeeld in Half-Zwanenburg en Badhoevedorp.

Dit signaal leek tijdens het vragenuur al enigszins hoorbaar. De burgemeester gaf desgevraagd door de VVD aan dat bijvoorbeeld de misdaden die de afgelopen weken in Haarlemmermeer-Noord hebben plaatsgevonden een steeds stedelijker karakter krijgen. Hij wees op de recente overval op Primera, een incident met een pyrotechnische bom en een schietpartij op een steenworp afstand van Sugar City, waar de bijeenkomst plaatsvond.

Het onderzoek naar Haarlemmermeer-Noord vormde een uitdaging voor de raadsleden, omdat de beleidsaanbevelingen niet direct in de conclusies werden meegenomen. Het lijkt echter een aantal beleidsvragen op te roepen waar het gemeentebestuur de komende jaren mee aan de slag zal moeten gaan. Het rapport is integraal te lezen op de website van de gemeente.

Door Joost Verhagen