Vordering tegen De Mos in hoger beroep: taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in het hoger beroep tegen de Haagse politicus Richard de Mos wegens omkoping een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur geëist. Het Openbaar Ministerie wil ook dat De Mos voor vier jaar wordt uitgesloten van zijn ambt.

Ook tegen zijn medeverdachten, partijlid Rachid Guernaoui, en vijf zakenlieden zijn voorwaardelijke gevangenisstraffen en een taakstraf geëist. Volgens het Openbaar Ministerie hebben de zakenlieden de oud-raadsleden omgekocht met geschenken en beloften in ruil voor een voorkeursbehandeling, schrijft Omroep West.

Richard de Mos, voormalig wethouder van de gemeente Den Haag, heeft elke betrokkenheid bij corruptie of omkoping altijd ontkend. Hij sprak eerder over “valse beschuldigingen” door het Openbaar Ministerie.

De Mos en zijn medeverdachten werden april vorig jaar vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie en corruptie.

Het Openbaar Ministerie ging gedeeltelijk in beroep tegen zeven van de acht verdachten. Het beroep heeft uitsluitend betrekking op vermoedens van omkoping en schending van de vertrouwelijkheid. Het Openbaar Ministerie aanvaardt de vrijspraak wegens meineed en deelname aan een criminele organisatie. De eis in hoger beroep is daarom minder hoog dan in de zaak bij de rechtbank.

Het Openbaar Ministerie blijft ervan overtuigd dat de raadsleden zijn omgekocht door bevriende zakenlieden. Het Openbaar Ministerie is ook van mening dat de raadsleden geheime informatie hebben doorgegeven, zelfs aan een journalist en zakenvrienden.

De leider van partij Hart voor Den Haag reageerde tijdens de hoorzitting op X: