close
close

‘Ik hou te veel van bier’

‘Ik hou te veel van bier’

De opklapbare houten banken voor Kafé België zijn bijna nooit leeg. Er zijn mensen die praten en lachen. Sommigen met een sigaret, maar bijna allemaal met een biertje. Daar, aan de Oudegracht bij Gaardbrug, wordt al veertig jaar speciaal (Belgisch) bier aangeboden. Willemijn Visscher en Ewald Visser begonnen als achter de bar en als onderhoudspersoneel, maar zijn inmiddels zo’n anderhalf jaar eigenaar.

Barman Marius spreidt de houten banken en tafels buiten uit. Het is vroeg in de middag en de zon schijnt. Binnen springt een rode kat op de bar: Pluk. Haal je eigen glas water. “Eigenlijk delen we het een beetje met de Postillon”, zegt hij. “Toen ze daar een tijdje aan het verbouwen waren, kwam hij steeds vaker bij ons langs.” Marius staat zo’n zes jaar achter de bar, de plek waar ook de moeder van Willemijn en Ewald begon.

Willemijn begon er in 2006 te werken. Ewald ging er al heen toen zijn moeder achter de bar stond. Hij meent dat hij rond 1989 bij Kafé België is gaan werken als onderhoudsmedewerker. Hij was zeventien jaar oud. Later wilde hij ook achter de bar werken, maar zijn moeder zei dat dat nooit mocht. Het liep dus een beetje anders.

danskelder

De oprichter van Kafé België was Ronald de Koning. Het idee voor Kafé België ontstond tijdens een volleybaluitje in België. Ronald ging na het sporten met vrienden mee en was verrukt over de sfeer in de Belgische pubs. In Utrecht ontbrak nog een café gespecialiseerd in bier. Kafé België opende op 17 maart 1984. Beneden was ook een danszaal en de bar bevond zich aan de linkerkant. Ronald de Koning kreeg in 2019 de diagnose darmkanker en overleed in 2021.

Willemijn en Ewald hoefden er niet veel over na te denken: zij zouden Kafé België runnen. “Wij hebben er met hem over gesproken. Hij wilde dat België België zou blijven en dat koffie zou blijven bestaan. “Willemijn en ik gingen het samen oplossen.” In 2012 verliet Ewald Kafé België en richtte brouwerij Maximus in Utrecht op, maar toen Ronald ziek werd, keerde hij terug om te helpen.

Willemijn: “Ronald was ongeveer 60 jaar oud. Voordat ik ziek werd, was het al meerdere keren besproken: wat als ik er mee wilde stoppen?” Het leek Ewald logisch om dit te doen. “Voor mij was het alsof ik een warm nest binnenstapte. Ik ken alle ins en outs van koffie. Ik heb hier zoveel dingen meegemaakt. En Willemijn en ik kennen elkaar heel goed.”

‘Ronald zit op je schouder’

“Ik vind het fantastisch dat alles is gelukt en dat België is gebleven”, zegt Willemijn. “Dat was voor ons allebei de grootste motivatie.” Beetje bij beetje passen ze echter een reeks dingen in hun voordeel aan. Dit zijn dingen die leiders uit het bedrijfsleven vroeger zagen. Zo renoveerden ze bijvoorbeeld de badkamers. “Die handdoeken moesten weg”, zegt Willemijn lachend. Zo zijn ze ook van plan om komende zomer de bar aan te pakken. “Het verdween gewoon”, zegt Ewald. Maar er zullen geen echt belangrijke veranderingen plaatsvinden.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

“Het is noodzakelijk om het Belgische DNA te behouden, maar dat kan ook via innovatie”, zegt Willemijn. “Die eenvoud en toegankelijkheid moet je behouden”, voegt Ewald toe. “En Ronald zit altijd op je schouder. Af en toe kijkt hij om. Soms denk ik: hoe zou ik het doen?” Ewald kende Ronald al vanaf zijn veertiende. “Ik was ook met hem op vakantie en we hebben over de hele wereld gedoken.”

zoethout bier

Maximus is niet het enige Utrechtse bierinitiatief dat voortkomt uit Kafé België. Ook de oprichters en eigenaren van onder meer De Kromme Haring, Café DeRat, De Bierverteller, Taplokaal Gist en De Drie Dorstige Herten begonnen achter de bar bij Kafé België. “Je hoeft geen expert te zijn om hier aan de slag te gaan”, vertelde toenmalig directeur Gijs van Wiechen acht jaar geleden aan DUIC. ‘Maar als je niet van bier houdt, denk ik niet dat je hier veel zaken zult doen.’

Die liefde voor bier blijft centraal staan. De laatste tijd maken Nederlandse tapbieren, net als vroeger, steeds meer plaats voor Belgische speciaalbieren. Daar is een reden voor. “Vroeger was het heel bijzonder om twintig tapkranen te hebben, maar nu niet meer. Overal zie je speciaalbieren”, zegt Willemijn. Ze maakte zich altijd zorgen over het bestellen van bier. De laatste jaren doet hij het samen met Marius. ‘Ik hou te veel van bier’, zegt hij. “Elke dag ontdek ik iets nieuws. Wij wisselen veel van kranen. Dat is een luxe, want we kunnen altijd iets nieuws proberen. Werkt altijd. “Laatst hadden we een tapbiertje met drop.”

‘Kleurrijke soorten’

De samenwerking verloopt erg goed, zeggen beiden tevreden. “En natuurlijk ook met hulp van de bar”, zegt Willemijn. “Ze zijn betrokken en krijgen veel vrijheid.” Ewald: “We hebben een heel leuk en sterk team. Ze hebben veel plezier samen. “Dat zorgt voor de sfeer in de kantine.” Het gaat Willemijn vooral om de bieren en om het personeel. Ewald is op de achtergrond drukker met klusjes. “Eigenlijk ben ik nog steeds een klusjesman.”

“Ik denk dat het nog steeds een plek is waar mensen komen om plezier te maken”, zegt Willemijn trots. “En waar mensen ook alleen naar binnen kunnen. Dat vind ik altijd leuk om te merken. Er komen echt veel mensen voor een praatje, ook allerlei kleurrijke jongens.” Iedereen is welkom, zegt Ewald goedkeurend. “Zolang je anderen er maar niet mee lastig valt en niet stinkt.” Willemijn: “Dat hele sociale aspect maakt België ook zo bijzonder.” Ewald besluit: “België is een plek voor de stad.”


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *