close
close

De provincie Utrecht begint met de jaarlijkse telling van bijzondere broedvogels

De provincie Utrecht begint met de jaarlijkse telling van bijzondere broedvogels

De komende maanden is er veel te vertellen over de natuur van Utrecht. Met een verrekijker en een tablet in de hand reizen onderzoekers door bossen, moerassige gebieden en graslanden om vast te leggen hoeveel bijzondere broedvogels ze tegenkomen. Ook in het onderzoek zijn ‘overdag actieve’ zoogdieren opgenomen, zoals eekhoorns en konijnen. Door al deze soorten jaarlijks te tellen kan een trend worden bepaald en weet de provincie hoe het met de natuur gaat. Ook als het niet goed gaat, kan de provincie actie ondernemen.

De patrijs, de ringmus en de grasmus. Voorbeelden van bijzondere broedvogels die uit Nederland dreigen te verdwijnen. Daarom zijn ze beschermd onder de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Ook de provincie Utrecht, waar deze vogels voorkomen, is verplicht zich hieraan te committeren. Samen met landbeheerorganisaties en boeren werkt de provincie aan het behouden, versterken en verbinden van de natuur, de landelijke ruimte en de planten- en diersoorten die er leven. De partners ontvangen hiervoor een vergoeding in de vorm van een subsidie.

Diverse onderzoeken
Leveren alle inspanningen ten gunste van de natuur ook iets op? En worden de subsidies goed besteed? Om daar achter te komen monitort de provincie dit via verschillende onderzoeksprogramma’s. De basis is de jaarlijkse natuurinventarisatie van Utrecht: sinds 1975 onderzoekt de provincie jaarlijks ongeveer 10 procent van het landelijk gebied op de aanwezigheid van flora en fauna. Hierdoor ontstaat een beeld van de verscheidenheid aan planten en dieren en de verspreiding van deze soorten over de provincie.
Daarnaast wordt er sinds 2014 iedere drie jaar een speciaal onderzoek naar weidevogels uitgevoerd in de provincie. De provincie doet dit omdat bepaalde soorten, zoals grutto en tureluur, snel achteruitgaan en er aanvullende maatregelen nodig zijn om deze te beschermen. Het bestuderen van weidevogels levert belangrijke informatie op over welke vogels precies voorkomen, waar en in welke aantallen. Na enkele jaren kan een trend worden gesignaleerd die bepalend is voor het graslandvogelbeleid en de te ondernemen acties in graslandvogelgebieden.

Er is meer kennis nodig
De provincie Utrecht kent sinds 1984 bijzondere broedvogels en dagzoogdieren. Dit gebeurt vooral in de Natura 2000 beschermde gebieden, maar in mindere mate daarbuiten. Als gevolg hiervan weet de provincie relatief weinig over beschermde soorten in bossen, wetlands en landbouwgebieden. Daarom is in 2023 besloten om de monitoring van bijzondere broedvogels in de provincie Utrecht met tien jaar te verlengen. Omdat er weinig kennis beschikbaar is over overdag actieve zoogdieren, worden ze meegenomen in de telling. Het onderzoek richt zich onder meer op ‘vlaggenschip- en aandachtsoorten’: dieren die vooral in de provincie Utrecht voorkomen. In moerassige gebieden is het de blauwborst. In landbouwgebieden zijn dit de gele kwikstaart, weidepieper, zomertaling, veldleeuwerik, wulp en haas. In de bossen komen de zwarte specht, de leeuwerik en het hert voor en in de kleinschalige cultuurlandschappen de spotvogel en de ringmus.

Ook de zangvogel telt mee
Tussen 1 maart en begin juli zullen er extra tellingen plaatsvinden in de gebieden Utrechtse Heuvelrug, Binnenveld, Eempolder, Groene Hart, Vechtplassen en Nederrijn Uiterwaarden. Dit is wederom verdeeld in 82 gebieden van circa 125 hectare. Sovon Vogelonderzoek voert de monitoring uit in opdracht van de provincie. Bernice Goffin, studiecoördinator: “Onderzoekers betreden elk gebied vijf tot zes keer om te tellen. Bij slecht weer wordt het veldbezoek uitgesteld, de meeste vogels verstoppen zich. Het tellen gebeurt voornamelijk in de ochtend. Dat is het moment waarop je de vogels het meest hoort zingen. En dat is belangrijk, want zowel het zien als horen van een vogel telt. De onderzoekers lopen rustig met een verrekijker door het veld. Ze proberen zo min mogelijk geluid te maken om de dieren niet te storen. Waarnemingen worden met een speciale applicatie op een tablet ingevoerd. Vertel welk gedrag de vogel vertoont. Indien mogelijk wordt ook de ligging van de broedplaats genoteerd.”

bepaal de tendens
Eind 2024 zijn de resultaten van het broedvogelonderzoek bekend. Als de monitoring over tien jaar is afgerond, kan de provincie voor een groter aantal soorten een betrouwbare trend vaststellen, die aangeeft of een soort afneemt, toeneemt of stabiel in aantal blijven. Deze gegevens helpen het natuurlijke beleid voor deze soorten waar nodig aan te passen en de uitvoering ervan effectiever te maken. Uit de resultaten van 2023 blijkt dat er verschillende soorten zijn aangetroffen die nu zeer zeldzaam zijn in de provincie Utrecht, zoals de watersnip en de karekiet. Ook zijn er zeldzame soorten aangetroffen waarvan de aantallen de afgelopen jaren in Nederland zijn toegenomen en de komende jaren dus mogelijk vaker voorkomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de roerdomp, de kraai en de middelgrote bonte specht.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *