Steeds meer studenten kiezen voor de Hogeschool Utrecht

Het aantal vooraanmeldingen bij de HU ligt komend studiejaar 2 procent hoger dan in 2023. Landelijk laten cijfers voor hogescholen een gemiddelde daling zien van 4,8 procent.

Dat blijkt uit de cijfers van het Ministerie van Financiën, Controle en Analyse. De vooraanmeldingen van de laatste week van februari van dit jaar zijn vergeleken met dezelfde periode in 2023. Het betreft voorlopige inschrijvingen van eerstejaarsstudenten en geen definitieve inschrijvingen. Tijdens de reis kunnen er schommelingen optreden.

Rond 26 februari telde de HU 5.091 vooraanmeldingen. Dat zijn er 102 meer dan in februari vorig jaar: een groei van 2 procent. Landelijk hebben zich tot nu toe 32.933 eerstejaarsstudenten ingeschreven – een daling van 4,8 procent. Dit is het aantal opleidingen dat de HU aanbiedt. Hieronder vallen bijvoorbeeld niet de inschrijvingen aan kunstacademies.

instituten

Een flink aantal instellingen laat momenteel een aanzienlijke groei zien. Dit zijn gebaren-, taal- en dovenstudies (30 procent), veiligheid (25 procent), mensen en zaken (21 procent), ontwerp en techniek (19 procent) en internationale bedrijfskunde (18 procent). Ook enkele andere instituten lijken te groeien, zoals Associate Degrees (15 procent), Marketing en Commerce (9 procent).

Ook het Speciaal Onderwijs Seminar neemt toe (14 procent). Dit onderdeel wordt nog steeds apart vermeld in de cijfers, al is het per 1 januari 2023 gefuseerd met het Theo Thijssen Instituut tot het Instituut voor Orthopedagogiek. Bij het Institute of International Business telt alleen het vak International Business; In deze cijfers behoren de op 1 januari toegevoegde cursussen nog steeds tot het Instituut voor Communicatie.

Verlagers en liften

Ook wordt een daling van het aantal eerstejaarsstudenten verwacht. Instituten die een scherpe daling in pre-registraties ervaren zijn Social Work (min 19 procent), Movement Studies (min 9 procent) en Finance and Accounting (min 7 procent).

Opvallend is dat het aantal instellingen dat een daling laat zien aanzienlijk lager is dan het aantal dat stijgt: 6 versus 15. Verder komt het wel eens voor dat kleine instellingen met een hoog percentage vooraanmeldingen eigenlijk weinig studenten hebben. Zo groeit Gebarentaal- en Dovenstudies met 30 procent, maar het gaat hierbij slechts om zes studenten. Daarentegen trekt een groot instituut als Verpleegkunde met een winst van 4 procent gemakkelijk zestien studenten extra aan.

Het is niet de eerste keer dat de HU meer vooraanmeldingen heeft dan de landelijke trend laat zien.