close
close

De twijfel groeit bij de Jaarbeurs: ‘Moeten we hier arbeidsmigranten verwelkomen?’

De twijfel groeit bij de Jaarbeurs: ‘Moeten we hier arbeidsmigranten verwelkomen?’

Woensdag rond vier uur ‘s middags stonden ruim dertig Oekraïners voor paviljoen 5 van de Jaarbeurs in Utrecht. Onder hen bevinden zich nogal wat kinderen. Ze krijgen een van de honderdveertig grenen bedden zonder scheidingswanden in de hal. Als ze twee dagen eerder waren gekomen, had niet iedereen een plek kunnen bemachtigen. Nu is er weer wat ruimte, dus leggen ze hun bagage aan het voeteneinde van het bed. Zij krijgen binnenkort een warme maaltijd. Het aanmelden van zo’n grote groep duurt uren, vertelt vestigingsdirecteur Paul van Koppen, die op sportschoenen door de zaal loopt. Dat gaan ze morgenochtend doen.

Het is alweer een dag geleden dat de deuren van het asiel tijdelijk gesloten waren. De Jaarbeurs in Utrecht was de laatste plek waar Oekraïense vluchtelingen die in Nederland aankwamen zich konden presenteren. De plaats was “overvol”, aldus de veiligheidsregio die verantwoordelijk is voor de opvang van Oekraïners. Volgens Paul van Koppen ook. ‘Vol’ betekent dat er naast de honderdveertig bedden ook vijftig brancards zijn ingezet. Indien nodig kunnen er nog eens vijftig brancards in een hoek worden geplaatst.

Dan is dat het. Een overvolle afdeling leidt tot onvoldoende medische zorg, lange rijen bij het toilet en gebrek aan privacy. Het idee is dat de Oekraïners slechts één nacht in de Jaarbeurs doorbrengen, terwijl ze hun toevlucht zoeken in andere gemeenten. Maar er zijn geen schuilplaatsen meer.

Lees ook
Te weinig plekken voor asielzoekers in onze gemeente? “We hebben al Oekraïners… en arbeidsmigranten”

De asielzoekers werden opgevangen op een groot cruiseschip in Velsen.

Daarom blijven mensen hier soms een week, soms weken, zegt Van Koppen. Dat is niet gemakkelijk. Er zijn pingpongtafels en sjoelbaktafels, er is een kinderspeelhoek, maar de kamer is niet ingericht op langer verblijf. Kijk, hij wijst naar een witte tent in de hoek van de gang, waar een man met psychiatrische problemen woont die een prikkelarme omgeving nodig heeft. Er is nog geen plek voor hem gevonden.

maximaal En Anastasia Kuzmini.
Foto Bram Petraeus
Stanislav Hij heeft geen recht op toevlucht.
Foto Bram Petraeus


Larissa met haar Siberische kat Marquis. Hij komt uit een stad ten zuiden van Kiev.
Foto Bram Petraeus

Een papegaai en een schildpad

Oekraïners met huisdieren zijn ook moeilijker te lokaliseren. Er zitten nu honden en katten in de kooien, maar Van Koppen zag ook konijnen, cavia’s, een papegaai en een schildpad binnenkomen.

Larissa (49) haalt de Siberische kat Marquis uit de kooi en knuffelt hem. Larisa is met haar tachtigjarige moeder in Utrecht aangekomen. Ze komen uit een stad ten zuiden van Kiev. Daarnaast staan ​​de bedden van Anastasia Koezmini (28) met haar broer Maksim (bijna 17) en hun kat. Ze komen uit Cherson, maar wonen sinds het begin van de oorlog in Kiev. Alle vier komen rechtstreeks uit Oekraïne.

“Omdat er geen informatie is over andere opvanglocaties in Nederland, is er een onhoudbare situatie ontstaan”, schrijft de Veiligheidsregio dinsdag. Alleen kwetsbare vluchtelingen blijven welkom. Medewerkers bepalen wie er recht op heeft. “Bijvoorbeeld alleenstaande kinderen of oudere vrouwen”, zegt Jaap Donker. “Zolang we kunnen.” Donker is directeur van de veiligheidsregio Utrecht en besloot dinsdagochtend tijdelijk de deuren te sluiten. “Vlak voor sluitingstijd kwamen mensen letterlijk aanrennen.”

Het tekort komt niet doordat er ineens meer Oekraïners naar Nederland komen. De toestroom van vluchtelingen is “vrij constant”, zegt Donker. Dagelijks komen tussen de vijftig en zeventig mensen naar de Jaarbeurs. Medio februari stonden ruim 106.000 Oekraïners ingeschreven in gemeenten door heel Nederland: Nederland ontvangt ongeveer 2,6 procent van het totaal aantal Oekraïense vluchtelingen in Europa.

Foto Bram Petraeus

Steeds meer mannen

Oekraïense vluchtelingen worden anders behandeld dan andere asielzoekers; Ze hoeven niet te verschijnen bij het aanmeldcentrum van Ter Apel en worden niet ontvangen door het COA, maar door de gemeenten. In tegenstelling tot asielzoekers kunnen Oekraïners onmiddellijk aan het werk.

En dat is ook het probleem. Waren het aan het begin van de oorlog vooral vrouwen en kinderen die naar Nederland vluchtten, de laatste maanden ziet Utrecht steeds meer mannen vanuit een ander Europees land naar Nederland reizen om te werken. Alle mensen met een Oekraïens paspoort hebben recht op huisvesting, gezondheidszorg, verblijfsvergoedingen en onderwijs. Paul van Koppen: “Dit maakt het erg aantrekkelijk voor arbeidsmigranten uit Oekraïne.”

Dit leidt tot een afname van de woonondersteuning. Ook mensen die bij de Utrechtse Jaarbeurs werken hebben daar moeite mee, zeggen ze. Maar ze kunnen niemand afwijzen die zich aan de regels houdt. Van Koppen: “Het voelt niet goed dat arbeidsmigranten bedden bezetten die bedoeld zijn voor oorlogsvluchtelingen en ontheemden. “Wij willen een plan voor de langere termijn.”

De meeste mannen in de dienstplichtige leeftijd (tussen 16 en 60 jaar) mogen Oekraïne niet verlaten. Mannen met meer dan drie kinderen kunnen vertrekken, evenals mannen die niet hoeven te vechten vanwege een (soms aangekochte) medische uitzondering. Als zij in Nederland verschijnen, hebben zij recht op bescherming.

Foto Bram Petraeus

nieuwe knieën

Er zijn ook mensen die specifiek voor medische zorg komen, zegt Van Koppen. Ze zijn er vaak heel eerlijk over. “Ik ben hier voor nieuwe knieën”, zeggen ze. Of voor een rugoperatie.

Op de vraag of het ministerie van Justitie het geschilderde schilderij herkent, antwoordt hij in een paar zinnen per e-mail: In het verleden kwamen “eigenlijk evenveel mannen als vrouwen” vanuit Oekraïne naar Nederland. “Signen van gemeenten en veiligheidsregio’s als deze zijn voor ons heel belangrijk.”

Stanislav (31) heeft geen recht op huisvesting en is daarom een ​​uitzondering op de kamer. Zijn vriendin en kinderen mogen blijven. Stanislav verliet Oekraïne vóór de oorlog om in Polen te gaan werken. Na acht maanden reisde hij naar Ierland. Daar vond hij een baan en een jaar geleden kreeg hij ook een vriendin (Oekraïens). Ze keerde terug naar Oekraïne om haar kinderen op te halen en mocht daarna niet langer in Ierse opvangcentra verblijven. Ze kwamen naar Nederland. Hij mocht het asiel niet in omdat hij zijn thuisland al lang voor de oorlog had verlaten. Zonde maar begrijpelijk, zegt hij. “Ik bedank Nederland voor alles wat ze voor mijn land doen.”

Het opvangcentrum voor Oekraïense vluchtelingen in de Jaarbeurs, Utrecht.
Foto Bram Petraeus




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *