close
close

‘Overeenkomst gemeente met woningbouwverenigingen en huurcoördinatieorganisaties brengt weinig nieuws voor Amsterdammers’

Vorige maand presenteerde de gemeente Amsterdam een ​​convenant met woningbouwverenigingen en huurdersorganisaties. Melissa Koutouzis en Elaine Michon wijzen erop dat deze overeenkomst weinig verandert.

Melissa Koutouzis En Elaine Michon

Waar gaat dit over?

De verkoop van sociale woningen in Amsterdam wordt verder beperkt, maar niet gestopt: bedrijven mogen in negen zones slechts onder strikte voorwaarden woningen verkopen. Dit is het belangrijkste resultaat van een jaar onderhandelen tussen gemeente, woningbouwverenigingen en huurderskoepels.
Lees verder

De gemeente Amsterdam heeft onlangs het langverwachte onderhandelingsakkoord gepubliceerd dat zij met woningbouwverenigingen en huurderskoepels heeft bereikt. “De huidige vastgoedcrisis vereist besluit en actie”, luidt de eerste zin van de proloog. Wat volgt is alles behalve een duidelijke aanmoediging of een oproep tot besluitvorming, laat staan ​​tot actie.

Woningcorporaties mogen weer slopen, verkopen en voldoende verduurzamen en opnieuw moet er begrip zijn voor hun situatie in plaats van daadwerkelijke bescherming en zekerheid van de woonzekerheid van huidige en toekomstige huurders. Nogmaals, ze moeten afspraken nakomen, tenzij ze andere prioriteiten hebben, hun eigen business case moeten vastleggen of op een andere manier kunnen uitleggen waarom ze iets niet zullen bereiken.

Onze voorspelling: alles wat mag, wordt gedaan (verkopen en liberaliseren), alles wat moet, wordt tot een minimum beperkt (bouwen en verduurzamen).

Tot nu toe hebben de corporaties weinig van hun eigen doelstellingen nageleefd en wij vragen ons af wat de gemeente doet geloven dat zij nieuwe bouwambities en andere voornemens om de sociale woningvoorraad te laten groeien, zullen verwezenlijken.

Er is geen garantie op terugkeer naar de eigen buurt.

Als uw woning op de nominatie staat om te worden gesloopt, heeft u als huurder geen zekerheid meer dat u terug kunt keren naar uw eigen buurt. De coalitiepartijen hebben deze garantie echter opgenomen in het Akkoord van Amsterdam.

Als je in een buurt woont waar minder dan 20 procent sociale woningen bestaat, kunnen grote sociale woningen in jouw buurt toch verkocht worden en uit de sociale woningvoorraad verdwijnen, ook als dit in strijd is met het volkshuisvestingsbeleid.

Als je in een buurt woont waar meer dan 40 procent uit sociale woningen bestaat, kun je rekenen op meer verkopen van sociale woningen dan waar dan ook in de stad en op een grotere verdichting van je buurt.

Dit betekent: meer kleine sociale woningen aan de rand van de stad, meer segregatie, meer circulatie; Over het algemeen kun of wil je niet de rest van je leven in een klein huis blijven wonen. En zo verder: slechte sociale cohesie, onpersoonlijke wijken met veel sociale problemen en minder begroeiing en een stadscentrum dat steeds ontoegankelijker wordt voor huurders.

Tot zover de ‘onverdeelde stad’ die Amsterdam beweert te zijn en wil blijven.

Teveel werk voor gemeente en corporaties

Woningcorporaties die eerder met publiek geld gebouwde woningen verkopen zonder daarvoor verantwoordelijk te zijn, lijken ook na de afschaffing van de verhuurdersbelasting de norm te blijven. Op de suggestie van wethouder Zita Pels dat bedrijven voortaan toestemming moeten vragen voordat ze sociale woningen verkopen, antwoordde de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) dat ‘particuliere eigenaren dat ook niet doen’.

Toestemming als verkoopvoorwaarde voldoet dus niet aan de samenwerkingsafspraken. En wethouder Reinier van Dantzig raadde af om een ​​verkoopmonitor in te voeren om de transparantie rondom de verkoop te vergroten. Volgens hem zou het ‘nog gedetailleerder maken van cijfers’ te veel werk betekenen voor bedrijven en gemeente.

Ongeacht de gevolgen die zachte samenwerkingsovereenkomsten zullen hebben voor de volkshuisvestingsopgave van de stad, is er een gebrek aan participatie van de mensen die echt om de volkshuisvesting geven: huurders en woningzoekenden.

In de samenwerkingsovereenkomsten is vastgelegd dat veel gesprekken ambtelijk en administratief zullen zijn. Huurders zijn daar niet welkom. In de samenwerkingsovereenkomsten wordt geen melding gemaakt van de oproep van diverse organisaties van stadsbewoners om deel te nemen aan debatten op wijk- en wijkniveau.

Om de Amsterdamse huurders te vertegenwoordigen bestaat er alleen de Federatie van Amsterdamse Huurdersverenigingen (FAH), een organisatie bestaande uit vrijwilligers die niet democratisch gekozen zijn en geen enkele opleiding behoeven. Ze hebben ongetwijfeld goede bedoelingen, maar ze kunnen niet concurreren met het bureaucratische geweld van de gemeente en de arbeid van bedrijven.

Er is een andere querymethode vereist.

Wij roepen de gemeente op om het huidige gebrek aan huurderscontrole te onderkennen en over te stappen op een andere wijze van overleg, inspraak en vastleggen van afspraken. Er bestaat een mogelijkheid om dit op korte termijn enigszins te compenseren: dit jaar komen gemeente, corporaties en FAH weer bij elkaar om de zogenoemde raamovereenkomsten voor de komende vier jaar te vernieuwen en te registreren. Deze afspraken zijn gemaakt voor huurders die te maken krijgen met kleine en grootschalige verbouwingen, sloop of nieuwbouw van hun woning, complex of wijk.

Zorg ervoor dat de huurdersvertegenwoordiging beter geborgd, representatiever en in balans is met de macht en kracht van de andere partijen aan de onderhandelingstafel. Nodig betrokken bewonersorganisaties uit en zorg voor getrainde en capabele ondersteuning. Maak afspraken op wijk- en wijkniveau om recht te doen aan de uitdagingen van ieder stadsdeel.

Bescherm huurders die te maken krijgen met grote verbouwingen, sloop- of nieuwbouwprojecten door het behoud van hun huurcontracten en de garantie op een reëel en zichtbaar rendement in de buurt of een goede verhuizing naar elders. Dit voorkomt niet alleen dat sociale netwerken uit elkaar vallen, maar voorkomt ook dat meer mensen dakloos worden en vervolgens een herstructurering van hun schulden aangeboden moeten krijgen.

Zo kan de gemeente echt bijdragen aan het (economisch) terugdringen van het aantal daklozen in de stad en profiteren bewoners echt van de verbetering van hun buurt.

Melissa Koutouzis, mede-initiatiefnemer van het Woningprotest.  Afbeelding

Melissa Koutouzis, mede-initiatiefnemer van het Woningprotest.

Elaine Michon, lid van buurtcomité Kleine Die in Amsterdam-Noord.  Afbeelding

Elaine Michon, lid van buurtcomité Kleine Die in Amsterdam-Noord.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *