Utrecht 60 jaar geleden: de aanleg van de tunnel onder Leidseveer

In de eerste maanden van 1966 begint de gemeente Utrecht met de aanleg van de tweede tunnel onder de Leidseveer. Voor deze nieuwe verkeersader, die aan de ene kant aansluit op de Vleutenseweg en aan de andere kant op de Weerdsingel, zullen circa 250 woningen tot verdwijnen worden veroordeeld. Dit stond op donderdag 20 februari 1964 in het Utrechtsch Nieuwsblad.

Het gemeentebestuur zal er alles aan doen om huurders van woningen die moeten verdwijnen, op tijd aan woonruimte te helpen, en daarbij tot overeenstemming te komen met vastgoedeigenaren en ondernemers. Dat maakte wethouder van Openbare Werken en Volkshuisvesting, T. Harteveld, woensdagmiddag bekend tijdens een goed bezochte informatieavond in het Noord-Brabantse hotel.
Wethouder Harteveld benadrukte de noodzaak van een tweede tunnel. De bestaande tunnel kan het verkeer niet meer ondersteunen en is vooral tijdens de spits overbelast. Volgens wethouder Harteveld hoopt men dat de eerste werkzaamheden begin 1966 kunnen beginnen. Het is daarom noodzakelijk dat de gemeente er alles aan doet om huurders vóór die tijd aan alternatieve en geschikte woonruimte te helpen. Het doel van de informatieavond is volgens Harteveld om bewoners, huurders en eigenaren die betrokken zijn bij de aanleg van deze tunnel ervan te overtuigen dat de gemeente volop aandacht heeft voor de knelpunten. Volgens de wethouder moet er aan beide kanten een goede sfeer zijn.
Wat de eigenaren van de woningen betreft, geeft Harteman aan dat de gemeente onderzoekt hoe zij eigenaar kunnen worden van deze woningen. Ook tijdens het onteigeningsproces probeert de gemeente met iedereen tot een minnelijke schikking te komen.
Voor eigenaren en zakenlieden is de situatie moeilijker. In dit geval moet aandacht worden besteed aan het verplaatsen van bedrijven en bouwen naar andere plaatsen. De mogelijkheden zijn echter beperkt. Er is slechts een kleine ruimte beschikbaar.
De mogelijkheid bestaat echter dat in de loop van 1965 in Overvecht grond vrijkomt voor de vestiging van kleine industrieën. Wethouder Harteveld maakte ook bekend dat de braakliggende grond van de beenderzwartfabriek, die op 1 september 1965 volledig uit het Utrechtse stedelijk landschap zal verdwijnen, gerenoveerd zal worden zodat hier meerdere kleine pandjes kunnen worden gebouwd.
Wethouder Harteveld ging uitgebreid in op alle vraagstukken en wist in de meeste gevallen de onzekerheid over bepaalde zaken weg te nemen. Volgens het Utrechtsch Nieuwsblad heeft de grote en overweldigende belangstelling voor deze informatieavond aangetoond dat dit soort bijeenkomsten nuttig zijn en een beter begrip en contact tussen overheid en publieke opinie mogelijk maken.