Ruim 8 procent minder schapen na grote blauwtonguitbraak

Dat blijkt uit de nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vooral in Noord-Holland en Utrecht werd het aantal schapen drastisch teruggebracht met ruim 15 procent, blijkt uit de landbouwtelling met als peildatum 1 december 2023. Het blauwtongvirus dat in september van het jaar werd geconstateerd, gebeurde voor het eerst sinds 2009 op vier schapenboerderijen in deze provincies.

Landelijk daalde het aantal schapen met ruim 8 procent. Het virus is al in alle provincies aangetroffen, bij bijna zesduizend bedrijven. Tot nu toe is het aantal uitbraken in het zuiden lager. Alleen in de provincie Noord-Brabant is het aantal schapen toegenomen ten opzichte van het voorgaande jaar; in Limburg en Fryslân was de daling klein.

Blauwtong kan ook schadelijk zijn voor andere dieren, zoals geiten, koeien en herten, maar het virus is meestal dodelijk, vooral voor schapen. Het aantal geiten is dus nauwelijks afgenomen. De ziekte doodde minstens veertigduizend schapen. Gemiddeld stierf een kwart van de dieren op de getroffen bedrijven, schat de Dierengezondheidsdienst. Het aantal blauwtongbesmettingen is de afgelopen maanden laag vanwege het koude weer. Gevreesd wordt dat er in het voorjaar nieuwe uitbraken zullen plaatsvinden.

Het aantal varkens is in een jaar tijd met 2,2 procent afgenomen, tot ongeveer 10,5 miljoen op 1 december 2023. Het aantal koeien is vrijwel gelijk aan het jaar ervoor, 3,7 miljoen, en schommelt al jaren rond dat aantal.