close
close

Politie krijgt dagelijks tien vermissingsmeldingen: ‘Wij sluiten nooit een dossier’

Vandaag om 17.00 uur Omroep West
Omroep West-logo

Foto: Studio Alphen

ALPHEN AAN DEN RIJN – Zo’n 3.500 keer per jaar krijgt de politie-eenheid in Den Haag, waartoe ook de gemeente Alphen aan den Rijn behoort, het bericht dat er iemand is verdwenen. Dat is gemiddeld bijna tien keer per dag en al die keren wordt de melding zeer serieus genomen.

De politie maakte dinsdag bekend dat Maarten Dickhoff uit Alphen aan den Rijn vermist is. De 44-jarige man werd voor het laatst gezien in de omgeving van Gent (België). Sinds 24 januari is er geen spoor meer van Dickhoff. De politie heeft zijn naam en foto vrijgegeven.

Lees ook: Man (44) al een maand vermist, politie publiceert naam en foto

In veruit de meeste gevallen wordt een vermissing snel gevonden, maar wanneer een vermissing langere tijd afwezig blijft, komt Marieke Fleskens tussenbeide; de vermissingsspecialist van de Haagse politie.

80 procent herstelde binnen 48 uur.

“In 80 procent van de gevallen wordt binnen 48 uur een vermiste persoon gevonden”, zegt Fleskens, die al ruim vijf jaar als specialist werkt. ‘Zodra er een melding binnenkomt, verzamelen we eerst informatie om een ​​goede afweging te kunnen maken wat we moeten doen. Sommige mensen verdwijnen vrijwillig en dan doe je iets anders dan wanneer iemand verdwenen is.’

Hoewel iedere vermiste persoon serieus wordt genomen, gaat het alarm niet altijd direct af. ‘Dat hangt heel erg van het geval af. Als het om een ​​kind gaat, rent vaak letterlijk iedereen naar hem op zoek. Als er sprake is van zorgelijke omstandigheden, zoals een dementerende oudere man die ver weg is, dan is de urgentie groter dan wanneer bijvoorbeeld een boze tiener is weggelopen. Het komt meestal vanzelf weer terug.’

red het leven

De zoektocht naar iemand die er niet meer is, is soms heel zichtbaar door de inzet van helikopters of boten. ‘Deze acties worden gestart als de noodzaak echt bestaat en we iemands leven kunnen redden. We hebben een indicatie nodig van waar we moeten kijken. Zoiets als een auto, een fiets of een laatste plek waar iemand is gezien. Als die indicatie er is, zullen we alles gebruiken wat we hebben.”

Bij de zoektocht naar vermiste personen zijn de kanalen van de politie om de aandacht van het publiek te trekken de afgelopen jaren veel breder geworden. Waar het voorheen alleen mogelijk was om via radio of televisie een bericht te versturen, hebben sociale media een veel gerichtere aanpak mogelijk gemaakt.

‘Als je bijvoorbeeld naar Burgernet kijkt, is dat een prima hulpmiddel als er een jong kind vermist raakt, omdat het vaak binnen een kleine straal blijft van de plek waar het verdween. Bij een tiener is dat anders en gebruik je andere kanalen.’

Schending van de privacy

‘Het gebruik van online media is mooi, maar het blijft ook lastig. Want als iemand eenmaal op internet zit, blijf je altijd op internet en dat kan gevolgen hebben voor iemands verdere leven. Denk bijvoorbeeld aan sollicitaties. Het is dus een instrument dat we alleen inzetten als een vermissing echt urgent is, als het onderzoek ‘overstroomd’ is en we menen dat we de hulp van burgers nodig hebben, want in werkelijkheid is het een schending van de privacy.’

Het laatste redmiddel dat de politie heeft bij het zoeken naar een vermist kind is het Amber Alert, waarna het hele systeem wordt geactiveerd. Niet alleen wordt een noodbericht naar mobiele telefoons gestuurd, maar ook reclameschermen, pinautomaten, verkeersborden, e-mails en media worden gebruikt. Dit gebeurt slechts een paar keer per jaar. ‘Dit gebruiken we als een kind is ontvoerd of vermist en er direct levensgevaar bestaat. Dat zijn de strenge criteria.’

‘Wij sluiten nooit een dossier’

‘Zoals we al hebben vermeld, wordt tachtig procent van de mensen binnen 48 uur gevonden en negentig procent binnen drie weken, maar elk jaar verschijnen er twee of drie op onze lang vermiste lijst. Momenteel wonen er ongeveer 65 mensen. Sommigen van hen hebben veel aandacht gekregen in de media, zoals Jaïr Soares, die in 1995 van het strand van Monster verdween of Jeroen de Wit uit Leimuiden die in 2018 verdween.”

‘Ook proberen we de aandacht van die mensen te trekken met bijvoorbeeld ‘Ik mis je in mei’ of met foto’s op Deliveroo-scooters. Wij sluiten nooit een dossier. Als er weer tips binnenkomen of we contact hebben opgenomen met de media om aandacht te vragen voor een vermissingszaak, nemen we alles wat op ons afkomt serieus.

Ook werken wij samen met de Mandeville Academie in Gouda, een school voor hoogbegaafde jongeren. Dan krijgen ze van ons een dossier over een persoon die al heel lang vermist is en vragen of ze dat willen lezen en controleren of we niets gemist hebben. Zij zijn jonger en getalenteerder en hebben wellicht een andere visie en beleving dan wij.’

Nieuw leven in Zweden

De politie heeft onlangs een lang vermiste man gevonden in Zweden. ‘Daar was een nieuw leven begonnen. Nieuwe vrouw, nieuwe kinderen, nieuwe baan, alles nieuw. We organiseerden een hackathon met digitale specialisten van de politie om te kijken of we op internet sporen konden vinden van verschillende lang vermiste personen. We zijn er uiteindelijk in geslaagd om deze man in Zweden te vinden via Open Source. Het was een succes!’

Lees ook: Man (44) al een maand vermist, politie publiceert naam en foto

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *