close
close

MH17 duwde rechercheur John tot het uiterste: ‘PTSD kwam uit mijn oren’

“Je gaat iets meemaken dat je je hele leven nooit zult vergeten”, vertelt Leendert, hoofd van de technische onderzoeksafdeling, aan John, die net is begonnen. Het is de ochtend van maandag 5 oktober 1992 en ze zijn op weg naar een plaats van ongekende rampen. De nacht ervoor had een Boeing 747 vrachtvliegtuig twee verdiepingen doorboord in de Bijlmerbuurt in Amsterdam. Tien verdiepingen met appartementen zijn verwoest.

John weet het op dat moment nog niet, maar twee vliegtuigongelukken zullen zijn carrière bepalen. Dit is er één van. John, begonnen als portier op het politiebureau in Amsterdam, heeft zich opgewerkt tot forensisch rechercheur. De afdeling zoekt naar aanwijzingen nadat er een misdrijf is gepleegd. John heeft zijn opleiding nog niet gevolgd en heeft weinig kennis van het vak. Hij beschikt over een dosis enthousiasme en een eigenwijs karakter. Vandaag is het ‘extra handen’. Je moet puin opruimen en puin verplaatsen, zodat professionals de lichamen kunnen bergen, bewijsmateriaal kunnen verzamelen en foto’s kunnen maken van voetafdrukken.

Er is geen ruimte voor emoties

Samen met twee collega’s staat John bij een groot stuk beton. Het wordt met kettingen aan een kraan gehangen. John’s extra handen zijn nodig om het enorme stuk aan te passen. De kraan tilt de betonplaat op. John en zijn collega’s draaien de schijf om. Voor zijn ogen ziet hij iets wat hij nooit voor mogelijk had gehouden: een heel gezin wordt verpletterd tussen de vloer en het plafond van zijn appartement. Verbijsterd ziet John hoe een alledaags tafereel, een gezin dat aan de keukentafel zit, in één klap tot stilstand komt.

Sterker nog, hij zal dit gezin de komende dertig jaar nooit meer vergeten, zoals Leendert voorspelde. Ook de reactie van zijn collega’s zal hij zich altijd herinneren. “Iedereen werkte hard, maar we praatten niet over emoties”, zegt John. Hij vertelt zijn verhaal in een tent op het strand van Zandvoort. Ver weg van Amsterdam, waar elk hoekje doet denken aan een plaats delict.

In 1992 is het niet gebruikelijk dat de mannen van de recherche zich beperken tot waar ze mee bezig zijn. Een kop koffie, een schouderklopje ‘goed gedaan man’ en op naar de volgende zaak.

kop in het zand

John herinnert zich een liquidatie op een cannabisboerderij, hij zat net een week bij de politie. Een man, doodgeschoten, ligt op zijn zij, zijn handen vastgebonden met een elektriciteitssnoer. Jan runt het bedrijf. De volgende dag is het verhoor. Hij wil aangeven dat hij het ‘een big deal’ vond. “Kent u dat schilderij van Jacques Herb, Maar zou een man niet moeten huilen? Hé, de hele kamer begon te zingen.’

Het is beter om je mond te houden, weet je. “Ik heb geleerd mijn kop in het zand te steken, een struisvogel te zijn.”

Steekpartijen, liquidaties, lichamen, bommen onder auto’s, ramen vol kogels. Verzamel hulzen, neem bloedmonsters, neem vingerafdrukken. Met een authentiek plat Amsterdams accent groeide hij op tussen ‘de verzengers’ van Amsterdam-West en vertelt hij over de dossiers waaraan hij heeft gewerkt. De liquidatie van Thomas van der Bijl, die belastende verklaringen bij de politie had afgelegd over Willem Holleeder en de bekende publicist Theo van Gogh, de aanslag op het Koninklijk Huis in Apeldoorn.

Meteen weg

Door de jaren heen stijgt de forensisch detective door de gelederen en breidt zijn ervaring op het hoogste niveau uit. John wordt hoofd van het forensisch onderzoeksteam in Amsterdam en tevens hoofd van het landelijk forensisch onderzoeksteam (LTFO). Uw diensttelefoon staat altijd aan. Zodra de beltoon klinkt, stopt hij met waar hij mee bezig is, stapt in zijn auto en gaat naar de plaats delict.

Dit gebeurt tijdens verjaardagen met alle bezoekers in de huiskamer, als je dochter bij de tandarts is voor een wortelkanaalbehandeling. ‘Kom op, papa, ik kom naar huis’, zei hij met een mond vol watten. Ik voelde me schuldig, maar ik ging weg.’ Tijdens vakanties met het hele gezin en tijdens de voetbaltraining, waar hij als kind mee opgroeide en wat zijn tweede wereld is. “Je kunt niet 24/7 bezig zijn met moord en doodslag. Dit was mijn breuk met de ‘normale’ wereld.”

Naast zijn werk was John voetbaltrainer en hoofd jeugdopleiding, eveneens bij de Haarlemse voetbalclub HFC. Terwijl hij voor een training met een jeugdtrainer praat, krijgt hij bericht: iemand heeft met een automatisch wapen het vuur op het publiek geopend in een winkelcentrum in Alphen aan de Rijn. “Sorry, ik moet gaan”, zegt John en vertrekt. Er zijn twee jaar verstreken sinds zijn uitputting. Of nou ja, achteraf gezien denk je dat dit al het begin is van je PTSS-klachten. Je lichaam geeft steeds dezelfde signalen: wees voorzichtig, overwerk jezelf niet.

Na een tijdje

Hij maakt echter nog steeds lange uren. Soms slaapt hij op een brancard onder zijn bureau, soms komt hij drie dagen niet thuis. Tot frustratie van zijn vrouw, die hem weer ziet vertrekken en alleen achterblijft.

De afdeling was onderbemand, vertelt John over die periode. ‘Hadden we de lichamen op straat moeten laten liggen? Had ik moeten zeggen: ‘Sorry, we hebben overuren, we komen morgen langs om dat lichaam te bedekken? Nee, natuurlijk niet. Dat kan gewoon niet.’ Dan vertrekt hij weer.

Hij spreekt zeer lovend over zijn vrouw. “Ik heb een vrouw van duizenden”, zegt hij. “Zorgzaam, maar ongelooflijk wilskrachtig. En altijd eerlijk.” Hij ontmoette haar in een nachtclub in Zandvoort. Hij is 19 jaar oud en zij 17. Een jaar later zijn ze gaan samenwonen. Ze hertrouwden een jaar later en kregen twee kinderen.

goed huwelijk

Hij is momenteel 47 jaar getrouwd en heeft vier kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Als het aan zijn vrouw had gelegen, had hij twintig jaar geleden de politie verlaten. Ze was er helemaal klaar mee. “Laat ik het zo zeggen: een huwelijk is als de Tour de France, het gaat door pieken en dalen. Tegenwoordig repareren jonge mensen niets meer, dus als er iets misgaat in je relatie, laat het dan maar, ik kom wel.” .” als er iets misgaat en je probeert ze te redden.

John begrijpt zeker dat wanneer zijn telefoon overgaat (zijn vrouw vervloekt nu het geluid) en hij weggaat, hij ernaar kijkt. ‘Welke vrouw accepteert dat zonder klagen?’ Na nog een nacht overwerken zegt hij: ‘Hou op met die achterlijke rotzooi.’ “Ze begon de politie te haten. Dat begrijp ik, maar voor mij was het een kinderboek. Ik ging nooit een dag met problemen in mijn lichaam naar mijn werk.”

Maar hij beseft steeds meer dat het niet meer goed met hem gaat. ‘s Nachts wordt hij wakker met een bezwete rug. Hij is weer tot leven gekomen. ‘Gewoon kauwen’, noemt hij het. Dan wordt hij wat rustiger, hij houdt er niet van om richting “weer een lijk” te gaan, er zijn er 1.500 door zijn handen gegaan, berekent hij later. Maar dit is gewoon jouw taak. ‘Doe nu maar rustig aan,’ vraagt ​​zijn vrouw hem. Hij smeekt er bijna om.

post-traumatische stress-stoornis

Er gaan dingen mis tijdens hun laatste en grootste onderzoek. De plaats delict, ongeveer 50 vierkante kilometer, is groot. Nederland is diep geschokt. Johannes ook. Maar zijn veerkracht wankelt al en deze plaats delict levert de genadeslag op:

MH17.

Op 17 juli 2014 zit John op het terras van zijn appartement in Spanje. Geniet van het uitzicht over de golfbaan. Ook al is hij op vakantie, hij heeft zoals altijd zijn diensttelefoon bij zich. Het rinkelt tegelijkertijd met uw privételefoon. Boven Oekraïne is een vliegtuig verdwenen, waarmee veel Nederlanders reisden. “Je hoeft niets te doen”, zegt zijn LTFO-collega, “Ik wilde je alleen laten weten dat we de slachtoffers en hun bezittingen gaan bergen en identificeren.”

Vakanties zijn niet echt ontspannend meer. Hij heeft dagelijks contact met zijn collega’s en houdt alle nieuwssites in de gaten. “Als je moet gaan, moet je gaan”, zegt zijn vrouw. Maar John is op vakantie en het gaat niet goed, dus blijft hij in Spanje. Bovendien: de separatisten in het gebied laten niemand binnen.

Ik heb mensen nodig

Eenmaal terug in Nederland zal de naam van John, met uw goedkeuring, op de lijst van beschikbare projectleiders komen te staan. Hij is nu 58 jaar oud en werkt aan zijn pensioen. Om 62.5 uur wil hij vroeg vertrekken. Zijn vrouw vindt zijn vertrek naar het oorlogsgebied geen goed idee, zelf twijfelt hij nog. Maar er zijn mensen nodig en hij vertrekt.

Hij vliegt twee keer naar Charkov en bezoekt periodiek separatistische gebieden. Urenlang zit hij op zijn knieën, systematisch door de klei gravend. Honderden koffers gaan door zijn handen, hij brengt vliegtuigonderdelen in kaart. Zoek het vluchtlogboek van de piloot, een visitekaartje. Het zijn lange dagen en vermoeiende missies. Van de 298 passagiers zijn er twee niet geïdentificeerd, wat hem nog steeds zorgen baart. Hij belt zijn vrouw elke dag om haar te verzekeren dat alles in orde is.

helemaal verkeerd

Maar het gaat niet zo goed. Dat werd pas twee jaar later duidelijk. In 2016, toen hij terug was in zijn tweede huis in Spanje, kreeg hij last van wat later een lekkende hartklep bleek te zijn. Er volgt een zeven uur durende operatie. Dan gaat het helemaal mis. “Ik kon niets meer doen. De posttraumatische stressstoornis lekte uit mijn oren.”

In dat ziekenhuisbed weet hij: het is voorbij. Afgerond. Terug in Nederland wil hij zo min mogelijk mensen zien. Hij komt niet meer op bezoek en gaat nergens heen. Je kunt er niet meer komen. Hij noemt deze periode het lagere deel van het bestaan. “Niet alleen ik, ook mijn vrouw is door een hel gegaan.”

Hij is al 35 jaar ‘die struisvogel’ en nu komen al zijn emoties naar buiten. Urenlang wandelen op het strand helpt je herstellen. En EMDR-therapie. Het gejammer voor de psycholoog vermoeide hem meer dan de triatlons die hij in zijn leven heeft gelopen. “Na zo’n sessie bleef ik een uur thuis in bed liggen, ik was er kapot van.”

Maar… hij is terug. Hij is voor 95 procent genezen, zegt hij. De overige 5 procent komt af en toe naar buiten. Zoals toen hij de gedenkplaats voor het eerst bezocht, 9,5 jaar na MH17. Alleen. “Ik liep richting een paar bomen, daar stond een foto van de piloot. De man wiens vluchtlog in mijn handen lag, had opeens een gezicht. Het voelde alsof ik tegen hem aan was gebotst.” Een schok die door zijn lichaam trok, van top tot teen, zo beschrijft hij de ontmoeting. “Ik kon een tijdje niets meer doen en moest herstellen op een bankje.”

Twee vliegtuigongelukken markeren het begin en het einde van Johns carrière. Nu heeft hij zijn evenwicht weer gevonden en deelt hij zijn verhalen met het publiek. Om zijn ervaringen te verwerken schreef hij, op advies van zijn psychotherapeut, het boek Traces Don’t Lie, waarin hij alle plaatsen delict bespreekt waar hij is geweest. Ook vertelt hij in een podcast over de grote Nederlandse strafzaken waaraan hij heeft gewerkt. Dat helpt, weet je. Voor de rust van zijn vrouw zal hij niet meer voor de politie werken, maar hij zal altijd over zijn werk blijven praten. “Voor mij was het het allemaal waard.”

zondag interview

Elke zondag publiceren wij een interview in tekst en foto’s van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een belangrijke gebeurtenis zijn waar de persoon op bewonderenswaardige wijze mee omgaat. Zondagsinterviews hebben gemeen dat de geschiedenis een grote invloed heeft op het leven van de geïnterviewde.

Ben jij of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondagsgesprek? Laat het ons weten via dit e-mailadres: [email protected]

Lees hier de interviews van voorgaande zondag.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *