Burgemeester van Den Haag veroordeelt geweld tegen politie tijdens bijeenkomst in Eritrea

Het geweld tegen politieagenten en teams rond de Eritrese gemeenschap die bijeenkomt in een conferentiecentrum in Den Haag is gruwelijk en onaanvaardbaar. Dat schrijft burgemeester Van Zanen van Den Haag in een verklaring. Daarin wordt onder meer beschreven dat de agenten gewond raakten en het materieel in brand werd gestoken. Het Openbaar Ministerie heeft een grootschalig onderzoeksteam samengesteld om de daders te vervolgen, meldt het.

De gemeente Den Haag maakte eerder bekend dat de bijeenkomst in conferentiecentrum Opera georganiseerd was door regeringsgezinde Eritreeërs. Volgens het centrum van de locatie was het een nieuwjaarsfeest. De bijeenkomst zou zijn bijgewoond door tegenstanders van het regime, waarna er rellen uitbraken. De relschoppers liepen met stokken, de straat stond vol met stenen en auto’s en een brandende bus.

Myra Koomen, een oud-politica die nu optreedt als woordvoerder van de Eritrese gemeenschap in Nederland, vertelt aan de NOS dat tussen de 500 en 600 mensen feestvierden in de centrale hal. Volgens haar had de bijeenkomst geen politieke signatuur en gingen de gasten niet de straat op om de tegenstanders te confronteren.

Van Zanen schrijft dat het al langer bekend is dat Eritrese gemeenschapsbijeenkomsten tot onderlinge spanningen kunnen leiden, wat waarschijnlijk onder meer verwijst naar een massale vechtpartij in Rijswijk vorig jaar. Daarom zijn er in overleg met het vergadercentrum en de organisator van de bijeenkomst maatregelen genomen. De beveiliging werd verhoogd en de politie zette extra eenheden paraat.

“Nadat er vroeg in de middag meerdere meldingen binnenkwamen dat jongeren van de Eritrese organisatie ‘Brigada Nhamedu’ de confrontatie zochten, werd een noodbevel uitgevaardigd”, zei de burgemeester van Den Haag kort voor middernacht. Hij beval ook het gebruik van traangas ‘s nachts om relschoppers af te schrikken.

De Nhamedu Brigade is een groep tegenstanders van het Eritrese regime. Het zijn vooral jonge Eritreeërs die buiten Eritrea wonen, zoals eerder beschreven door de Britse krant The Guardian, na geweld bij Eritrese bijeenkomsten in Zweden, Canada en de Verenigde Staten. Leden van de oppositiegroep zien culturele bijeenkomsten en regeringsgezinde landgenotenpartijen als een manier om het Eritrese regime te verheerlijken en zeggen dat ze er alles aan doen om die bijeenkomsten te ontwrichten.

De poging om de bijeenkomst te verstoren leidde ook tot geweld in Den Haag:

Van Zanen beschrijft verder dat de brandweer ernstig gehinderd werd bij de bluswerkzaamheden. Onder meer politie- en personenauto’s werden in brand gestoken. De brand heeft zich ook verspreid naar het conferentiecentrum.

Uiteindelijk slaagde de politie erin de rust in het centrum te herstellen, waarna de brandweer verder kon gaan met blussen. In samenwerking met de organisatie van de bijeenkomst is ook het vervoer geregeld om bezoekers veilig de stad uit te krijgen.

De burgemeester van Den Haag is niet de enige die het geweld veroordeelt. De ACS-politievakbond noemde het begin van de middag ‘volkomen onaanvaardbaar’. De vereniging sprak over schokkende berichten over geweld onder agenten.

Ook lokale politici in Den Haag reageren heftig op de onrust in hun stad. “Het lijkt wel een oorlogsgebied”, zegt raadslid Guernaoui van Hart voor Den Haag. “Dit kan echt niet. Tegen dit uitschot moeten harde maatregelen genomen worden”, citeert Omroep West hem. Ook de leider van de VVD-fractie, Van Basten Batenburg, vindt de situatie onaanvaardbaar. ‘Het uitschot heeft besloten huiden naar de politie te gooien. Arresteer ze en sluit ze allemaal op.’

D66 en GroenLinks spreken hun dankbaarheid uit voor het optreden van politie en burgemeester. Het CDA vindt het geweld tegen de politie ‘hartverscheurend’ en noemt het bovendien ‘onfatsoenlijk en onaanvaardbaar’.