close
close

Een kabinet met de PVV maakt ambtenaren in Den Haag nu al zenuwachtig

Een groep van bijna veertig hoge ambtenaren komt dinsdagmiddag 6 februari bijeen in het monumentale Johan de Witthuis aan de Kneuterdijk in Den Haag, vlakbij de bouwplaats Binnenhof. De TMG-tafel (TMG staat voor ‘Top Management Group’) komt zeswekelijks bij elkaar om actuele vraagstukken te bespreken met de hoogste overheidsfunctionarissen. Meestal is het een gezellige avond. Deze keer is de sfeer gespannen. Op de agenda van de secretarissen-generaal en directeuren-generaal van de twaalf ministeries staan ​​verkiezingsuitslagen en training. En dus ook de mogelijke komst van een kabinet met een rechts-populistische signatuur.

Veel aanwezigen maken zich zorgen, zeggen functionarissen die erbij waren. Wat gebeurt er als de PVV regeert? Wat moeten ze doen als ze plotseling heel ander beleid moeten voeren, beleid dat in strijd kan zijn met de democratische rechtsstaat en hun eigen diepste overtuigingen? Wat als partijen die nooit een minister hebben geleverd binnenkort gaan regeren?

De zorgen van de leiders hebben vooral betrekking op dit laatste. De PVV, NSC en BBB hebben nooit geregeerd, wordt het niet snel chaos? De afgelopen jaren hebben deze partijen vaak hun minachting geuit voor hoge ambtenaren in de Tweede Kamer. Pieter Omtzigt, leider van de NSC, wil de Algemene Administratieve Dienst, die hoge ambtenaren opleidt en selecteert, afschaffen.

De organisatie van de TMG-tafel, onder leiding van algemeen directeur Bram de Klerck van die Bestuursdienst, heeft een gastspreker uitgenodigd: Wouter Koolmees, algemeen directeur van NS en oud-minister van Sociale Zaken (D66). Het biedt een ander perspectief: laten we niet vergeten dat een nieuw kabinet ook voor een nieuw benoemde minister heel spannend kan zijn. Ambtenaren kunnen u wantrouwen, problemen en bezwaren aandragen, of u meteen vertellen wat niet mogelijk is. Les van Koolmees: Begin niet met wat jij denkt dat er mis is met het regeerakkoord. Investeer in uw relatie met de minister. Doe rustig aan, is de boodschap van Koolmees, laat de tijd zijn werk doen.

Na dit gesprek herwinnen de ambtenaren weer enig vertrouwen. Misschien is het niet zo erg. Maar tijdens de borrel verandert de stemming. Het nieuws komt dat Pieter Omtzigt de trainingstafel heeft verlaten. Wat betekent dit ook alweer? Nog meer chaos? Meer onzekerheid? Ze gaan verward uit elkaar.

116.000 ambtenaren

Als er één groep de vorming van een nieuw kabinet met belangstelling volgt, zijn het de 116.000 rijksfunctionarissen. Zij zullen straks als eersten de gevolgen van een nieuw kabinet op hun werk merken. Als de PVV er bovendien in slaagt een nieuw kabinet te vormen, zal zij beleid moeten voeren dat mogelijk in strijd is met het beleid van de afgelopen jaren.

Hoe bereiden ambtenaren zich voor op deze verandering? Maakt u zich zorgen over uw toekomst? Of die in uw polisdossier? NRC Om daar een goed beeld van te krijgen, sprak ik de afgelopen weken vijftien ambtenaren van verschillende departementen. Iedereen sprak op basis van achtergrond.

Lees ook
deze vierdelige NRC-serie over hoge Nederlandse ambtenaren, uit 2020



<p>De meeste hoge ambtenaren van het ministerie vervullen hun functie nog geen drie jaar.</p>
<p>” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”https://images.nrc.nl/Mk7EUUHgUgW8ct4av1mPsA8MQko=/160×96/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/ 02/data55480837-b94b6c.jpg”/></p>
<p>In 2010, toen de PVV volop meedeed aan het eerste kabinet van Rutte, was er grote onrust.  Zes op de tien ambtenaren, van hoger tot lager niveau, hadden moeite met het werken onder leiding van een PVV-minister en een derde dacht er zelfs aan om hem te verlaten, blijkt uit onderzoek van het vakblad <em>Nationale Administratie</em>.  Uiteindelijk deed de PVV mee aan het opbouwen van tolerantie, zonder ministers te leveren.  Slechts één functionaris nam ontslag. </p>
<p>Wat denk je nu?  Uit gesprekken met ambtenaren wordt meteen duidelijk dat er op alle niveaus zorgen zijn over de formatie en een door de PVV geleid kabinet.  Maar de redenen waarom ambtenaren zich zorgen maken lopen sterk uiteen.  Op het hoogste niveau, zoals in het Johan de Witthuis, klinken vooral zorgen over de continuïteit.  De politiek zal op de een of andere manier veranderen.  Het stikstofbeleid, dat er nu op gericht is de uitstoot flink terug te dringen, is door Geert Wilders omschreven als ‘absurd’.  Of beleid voeren op het gebied van klimaat (“Het kan door de versnipperaar”), ontwikkelingssamenwerking en cultuur.  Eigenlijk geldt het voor bijna alle bestanden.  Een hoge functionaris zegt: “Bestaande afspraken kunnen door een nieuw kabinet met een pennenstreek worden opgezegd.  Dat is niet goed en het frustreert medewerkers ook.”  Bij het ministerie van Justitie en Veiligheid komen daar zorgen over de rechtsstaat bij: wat gebeurt er als een nieuwe PVV-minister het Openbaar Ministerie overtuigende instructies geeft over hard repressief beleid?</p>
<h2 class=Braindrain verwacht

Deze bezwaren bestaan ​​ook onder lagere ambtenaren. Maar er zijn ook veel fundamentele bezwaren. Ambtenaren hebben grote moeite met het PVV-programma en, in mindere mate, met de ideeën van de BBB. Hoge ambtenaren zeggen te verwachten dat veel leden van deze groep niet onder een PVV-minister of staatssecretaris willen werken.

Een directeur-generaal, na de secretaris-generaal de hoogste persoon op een departement, verwacht op zijn ministerie een ‘brain drain van jong talent’. Onder jonge en getalenteerde ambtenaren bevindt zich een grote groep ‘die niet geïnteresseerd is in werken voor een rechts-populistisch kabinet’. Een jonge ambtenaar zegt: “Ik zou niet graag met een PVV-minister op de foto willen.”

Overheidsfunctionarissen leggen bij hun aantreden een eed af. Sinds vorig jaar is de tekst uitgebreid met de zinsnede: “Ik werk voor het algemeen belang van onze samenleving en zet mij daar volledig voor in.” Die uitspraak wordt volgens een functionaris zeer serieus genomen. Veel ambtenaren achten deze eed, waarin zij tevens trouw zweren aan de Grondwet, onverenigbaar met het werken voor een lid van de PVV.

Volgens overheidsfunctionarissen woedt er al jaren een debat over de rol ervan in de samenleving. Ministeries organiseerden debatten over vragen als: kun je als ambtenaar de A12 blokkeren vanwege jouw klimaatzorgen? Mag je op sociale media over Gaza praten? Vooral onder iets lagere en jongere ambtenaren bestaat er een grote neiging tot ‘officieel activisme’, zoals een CEO het omschrijft. Zij gingen vaak uit interne overtuiging voor de overheid werken. Ze willen hun betrokkenheid tonen en raken eerder gefrustreerd als ze merken dat het beleid, bijvoorbeeld tegen klimaatverandering of racisme, niet snel genoeg verloopt.

Verwarring, woede

De verkiezingsoverwinning van de PVV in november “gaf een enorme impuls aan dit latente sentiment”, zegt een deelnemer. Jongere ambtenaren zijn in de war over wat ze nu moeten doen onder een nieuw kabinet. Een veelgehoorde zorg onder medewerkers met een allochtone achtergrond: ‘Mag ik de minister vergezellen naar een Kamerdebat of op zakenreis?’

Daarnaast heerst er bij veel ministeries woede over de afwachtende houding op het hoogste niveau. Sommige departementen hebben overlegbijeenkomsten georganiseerd, zoals het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Veel enthousiaste ambtenaren werken hard aan de klimaattransitie. Hoge ambtenaren zochten hun ondergeschikten op, zegt een betrokkene. “Ze zeiden: ook wij zijn onderdeel van de wet, dit raakt ons ook. Dat heeft mij van een hoop zorgen verlost.”

Op andere ministeries verloopt dit gesprek veel minder goed. Vaak wordt verwezen naar het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar sinds de oorlog tussen Israël en Hamas grote onrust heerst. In oktober vorig jaar ondertekenden 350 functionarissen van dit ministerie een brief waarin zij zich kritisch uitten over de houding van de Nederlandse regering in de oorlog, die zij als te pro-Israëlisch beschouwen. Ook lagere ambtenaren voelden zich niet gehoord door hun superieuren. Sindsdien is de onrust alleen maar groter geworden, met als meest zichtbare resultaat de periodieke sit-ins op de trottoirs voor de afdeling.

Generatieconflict

Achter deze fundamentele botsing tussen de bovenste en onderste lagen gaat ook een generatieconflict schuil, zeggen veel van de geïnterviewden. Secretarissen en CEO’s zijn doorgaans veel ouder; Het zijn gepantserde veteranen in het politiek-bestuurlijke krachtenveld. Ze weten hoe ze moeten overleven in Den Haag, en de meeste ervaren hoge ambtenaren zien hun rol als loyale handhavers, ongeacht welke politieke partij er aan de macht is. Zij zijn van mening dat alleen op deze manier de openbare dienst in stand kan worden gehouden. Hun nachtmerrie, zo zeggen ze vaak, zijn de Verenigde Staten, waar nieuwe presidenten delen van het openbaar bestuur vervangen door partijleden. Alleen door neutraal te zijn kunnen de belangen van een ministerie worden gewaarborgd.

Twee politiek-ambtelijke botsingen uit het verleden zijn nu in de hoofden van veel hoge functionarissen. In juli 2002 ontsloeg de nieuwe minister van Volksgezondheid, Eduard Bomhoff, een van zijn algemeen directeuren op de afdeling, Peter van Lieshout. Bomhoff, lid van de LPF, wilde van deze functionaris af voordat het rechtse kabinet Balkenende I werd beëdigd. Formeel was het een “incompatibiliteit van karakters”, maar iedereen wist dat het een persoonlijke afkeer jegens de minister was. De willekeur waarmee Bomhoff zijn gezag deed gelden, zorgde voor opschudding in het ambtelijke Den Haag: zijn we nog wel veilig bij rechts-populistische ministers?

‘Onderschat dit niet’

In 2011 vertrok ook een hoge ambtenaar om een ​​andere reden. Annemieke Nijhof, directeur-generaal Water bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, kon het zich niet meer veroorloven om voor Rutte I te werken, wat door de PVV werd getolereerd. Met het regeerakkoord had hij geen probleem, maar wel met het politieke klimaat van die tijd, vooral met ‘de rol van de PVV in de politiek en in de coalitie’.

Deze onderwerpen kwamen vorige week ook aan bod tijdens de TMG-bijeenkomst in het Johan de Witthuis. “Onderschat het niet”, waarschuwde een ervaren CEO zijn collega’s: er zullen binnenkort ministers zijn die minder voorzichtig zullen zijn met instellingen en die misschien af ​​willen van onwillige ambtenaren.

Volgens de Leidse bestuurskundehoogleraar Kutsal Yesilkagit hebben ambtenaren die morele bezwaren hebben tegen een nieuwe politieke wind grofweg drie opties. In jargon: loyaliteit, stem of Uitgang. Vrij vertaald: blijven en hopen dat het meevalt, blijven en actief proberen het beleid aan te passen, of, zoals Nijhof in 2011 deed, aftreden.

Yesilkagit onderzoekt al jaren hoe het ambtenarenapparaat reageert op de komst van populistische regeringen. Omdat deze situatie zich in Nederland nog niet daadwerkelijk heeft voorgedaan, treft dit internationale onderzoek landen als Hongarije (onder premier Orbán), Brazilië (president Bolsonaro) en de Verenigde Staten (president Trump).

De resultaten van een (niet-representatief) onderzoek voor een masterscriptie, uitgevoerd door een Yesilkagit-student twee jaar geleden, gaven een eerste indruk van hoe de leiding van de Algemene Administratieve Dienst zou handelen als een populistische regering in Nederland de macht zou overnemen: in Nederland blijven kantoor en het bieden van intern verzet was voor hen de meest waarschijnlijke optie.

Dit is ook de mening van de meeste functionarissen waarmee de NRC sprak. “Je kunt uit protest aftreden”, zegt een respondent, “maar in je functie kun je juist meer invloed uitoefenen op het beleid. “Wij zijn heel goed in staat om met argumenten ministers ervan te weerhouden gekke beslissingen te nemen.” Een ander zegt het zo: “Het organiseren van tegenspraak is een van onze taken. “Ik geloof in de kracht van de vierde macht: de ambtenarij is in staat te voorkomen dat zaken ontsporen.”




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *