close
close

FC Utrecht werkt samen met BrainsFirst

FC Utrecht werkt samen met BrainsFirst

Op basis van onderzoek onder ruim 10.000 Europese profvoetballers is BrainsFirst erin geslaagd het tot voor kort ongrijpbare fenomeen ‘game intelligence’ te ontcijferen. Met het door BrainsFirst ontwikkelde platform kan FC Utrecht het voetbalbreinpotentieel van een speler nog beter inschatten.

Robin Pronk, directeur Jeugdopleiding bij FC Utrecht, is enthousiast over de samenwerking met BrainsFirst. “Wij zijn voortdurend op zoek naar relevante innovaties en beschouwen de cognitieve data van een toekomstige profvoetballer als een meerwaarde voor ons”, zegt Pronk. “Wij willen een zo compleet mogelijk beeld hebben van de kwaliteiten en capaciteiten van talentvolle spelers en zo goed en zo snel mogelijk begrijpen en inschatten wat de kansen van de talenten zijn om aan de hoge eisen van het profvoetbal te voldoen. Het door BrainsFirst ontwikkelde platform helpt ons daarbij.”

Sinds 2014 heeft BrainsFirst ervaring opgedaan bij onder meer PSV, Feyenoord, AZ en KNVB. “We zijn erg enthousiast om met deze legendarische club samen te werken”, zegt BrainsFirst-oprichter Eric Castien. “Als (jonge) spelers onze denkspellen spelen, worden er data verzameld en ontstaat er een uniek representatief hersenprofiel. Iedereen is ergens goed in en ergens niet zo goed in. De games die wij ontwikkelen geven hier meer informatie over. Bij de erkenning van talent worden de huidige prestaties van een jonge speler vaak als de belangrijkste indicator genomen, hoewel dit, net als de fysieke volwassenheid, sterk beïnvloed wordt. Spelers met een biologisch voordeel op 15-jarige leeftijd kunnen beter zijn dan hun teamgenoten op dat moment. Ze worden vaak beschouwd als de grootste talenten van hun generatie, maar worden een paar jaar later vaak fysiek overtroffen door hun leeftijdsgenoten. Door een cognitieve component toe te voegen aan talentherkenning krijg je als club een beter beeld of iemand ook op dat vlak voorop loopt. Hierdoor kun je het grotere plaatje zien.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *