close
close

Het Slavernijmuseum zou op het Java-eiland moeten komen, adviseert de commissie

Het Slavernijmuseum zou op het Java-eiland moeten komen, adviseert de commissie

Als locatie voldoet het eiland Java volgens de commissie het beste aan de vooraf gestelde criteria voor een slavernijmuseum: een centrale en prominente locatie, maar weg van de toeristische drukte.  Afbeelding Marc Driessen

Als locatie voldoet het eiland Java volgens de commissie het beste aan de vooraf gestelde criteria voor een slavernijmuseum: een centrale en prominente locatie, maar weg van de toeristische drukte.Afbeelding Marc Driessen

Dat schrijft een commissie van drie ‘intendanten’ in een adviesrapport aan de gemeente Amsterdam en het Rijk. Aan de raad, Vertel het hele verhaal, werkt al bijna anderhalf jaar. Er zijn ruim vijfduizend gesprekken gevoerd met geïnteresseerden in Nederland, Suriname en de Caribische eilanden Curaçao, Aruba, Bonaire, Sint Eustatius, Saba en Sint Maarten.

Als locatie voldoet het eiland Java volgens de commissie het beste aan de vooraf gestelde criteria: een centrale en prominente plek, maar niet tussen de toeristische drukte. Aan het water, met ruimte voor de bouw van een iconisch gebouw en zonder historische last. Gemakkelijk bereikbaar, in een groene omgeving. Mogelijk komt er in de toekomst ook een Cultuurveerboot langs.

Op de plek waar nu nog de voormalige basisschool De Kleine Kapitein staat, recht tegenover het Jakarta Hotel, verrijst een gebouw van 9.000 vierkante meter, 100 bij 30 meter en 3 of 4 verdiepingen hoog. Op de kop van het eiland wil de commissie een park creëren dat toegankelijk is voor het publiek voor bezinning, spirituele ceremonies en herdenkingen. Mogelijk draagt ​​dit ook bij aan draagvlak onder bewoners die er al langer een park willen.

vijf periodes

Inhoudelijk streeft de commissie naar een museum met vijf tijdsperioden. Niet de objecten staan ​​centraal, maar de verhalen van individuen, waarbij onder meer foto’s, video’s, teksten en kunst worden gebruikt.

De eerste periode is een (gratis) opwarmertje voor het hier en nu van de landen die bij de Nederlandse slavenhandel betrokken waren. Daarna volgt de periode van ‘broedplaatsen van de beschaving’, die Afrika, de regio van de Indische Oceaan en de Indonesische archipel vóór de slavernij bestrijken. De derde periode vormt de historische kern van het museum: ‘de mens als product’, over het dagelijks leven van slaven en Nederland als koloniale macht, actief op ruim dertig plekken in de wereld, verspreid over vier continenten. De vierde periode gaat over de afschaffing van de slavernij en de vijfde periode gaat over de ontwikkeling naar de huidige multiculturele samenleving en nieuwe vormen van activisme en verzet.

Naast tentoonstellingsruimtes (ook voor tijdelijke tentoonstellingen) vindt de commissie dat er ook ‘reflectieruimtes’ moeten komen, waar bezoekers de opgedane indrukken in zich op kunnen nemen, eventueel onder begeleiding van museummedewerkers. Ook wordt voorgesteld om een ​​gemeenschappelijke keuken te realiseren waar bezoekers samen kunnen koken en eten, een kenniscentrum en een kindermuseum.

Bijkomende kosten

De commissie geeft de voorkeur aan een uniek, herkenbaar en kwalitatief hoogstaand gebouw vergelijkbaar met het National Museum of African American History and Culture in Washington, het Guadalupe Slavery Museum of het Eye Film Museum. Dat gebouw gaat 105 miljoen euro kosten, 25 miljoen euro meer dan het bedrag dat nu wordt gedekt door bijdragen van gemeente, overheid en sponsors. Daarnaast moet er 8 miljoen euro gevonden worden voor de aanleg van het park. Om de operatie te voltooien is naar schatting nog eens 8 miljoen euro per jaar nodig.

Het valt nog te bezien of dat geld beschikbaar zal zijn, nu er een rechts kabinet onder leiding van PVV-leider en slavernijscepticus Geert Wilders op komst is. Comitélid Peggy Brandon heeft er echter alle vertrouwen in. Ze hoopt dat de crowdfunding succesvol zal zijn. “Dit museum is een burgerinitiatief. Dat maakt het zo sterk. Het is een kwestie van geduld. In de Verenigde Staten duurde het honderd jaar.”

Het debat wint aan kracht

In 2017 suggereerden de Amsterdamse raadsleden Simion Blom (GroenLinks), Nelly Duijndam (SP) en Sofyan Mbarki (PvdA) dat er een nationaal museum moest komen als “een manier om waarheid, verzoening, eenheid en de strijd tegen racisme te bereiken”. Vanaf 2019 doet ook het ministerie van OCW mee.

In 2022 werden drie burgemeesters benoemd: John Leerdam vanwege zijn netwerk onder nazaten, Peggy Brandon vanwege haar ervaring in musea, en David Brandwagt als deskundige op bouwgebied. Kort daarna kwam het debat over het slavernijverleden in een stroomversnelling. In december 2022 bood premier Mark Rutte zijn excuses aan, en in juli 2023 bood koning Willem-Alexander zijn excuses aan. Er werden herstelbetalingen gedaan aan de verzetsstrijders Anton de Kom en Tula.

Van lijden en onderdrukking naar veerkracht en verzet: het nieuwe Slavernijmuseum moet het hele verhaal vertellen

Het moet een prachtig gebouw zijn. Iconisch, grandioos en overtuigend, minstens drie of vier verdiepingen hoog en 9.000 vierkante meter groot. Met een groot park en restaurantfaciliteiten. Lees hier meer over de vraag: wat wordt er eigenlijk in een museum getoond over slavernij? De horror? Het verzet? Trots? En hoe?

Over de auteur: Marcel Wiegman werkt al ruim 25 jaar voor Het Parool. Voorheen politiek verslaggever in Amsterdam en Den Haag, tegenwoordig doet hij vooral interviews en verhalen over de stad.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *