Er komt geen nieuw gedeelte aan de Weesperstraat, maar mogelijk wel één rijstrook en 30 kilometer per uur

Afgelopen zomer werd de Weesperstraat gedeeltelijk afgesloten om het autoverkeer terug te dringen en de stad leefbaarder te maken. Tegelijkertijd heeft de gemeente onderzoek gedaan naar de gevolgen van de bezuiniging. Ruim een ​​half jaar later deelde Verkeerswethouder Melanie van der Horst de bevindingen met de gemeenteraad. Het allerbelangrijkste: er komt geen definitieve bezuiniging op de Weesperstraat.

Uit de evaluatie blijkt dat de zogenaamde ‘hard cut’ een verkeersmaatregel is waarop slechts zeer beperkte uitzonderingen kunnen worden gemaakt. Volgens Van der Horst biedt het slagboomsysteem te weinig bewegingsvrijheid om het op maat te maken, waardoor het onhaalbaar is voor onder meer hulpdiensten.

Veel ontevredenheid

In het testgebied was er gemiddeld ‘substantieel’ minder autoverkeer, verbeterde de luchtkwaliteit en waren de bewoners van de Weesperbuurt positief over de verkeersreductie. Maar de rijtijden voor ambulances (15 seconden) en brandweerlieden (35 seconden) namen toe, hoewel ze binnen de norm bleven. En uit (niet-representatief) onderzoek blijkt dat 74 procent van de respondenten ontevreden is over de bezuiniging. Vooralsnog heeft de tijdelijke maatregel er niet toe geleid dat mensen de fiets of het openbaar vervoer nemen.

Door de storing werden de omleidingsroutes ook drukker: onder meer Kadijken, de grachtengordel en het Oostelijk Noorden kregen meer verkeer te verwerken. Tijdens de proef was er 40 procent meer autoverkeer op de Kattenburgerstraat, wat zorgde voor woede bij omwonenden en een extra reistijd van 3 tot 6 minuten voor het autoverkeer. Van der Horst: “Ik wil mijn ogen niet sluiten voor de problemen die hier zijn ontstaan ​​en daarom wil ik hier bij eventuele verdere stappen in de Weesperstraat alert op zijn.”

Het is geen snee maar een snuifje

De wethouder stelt dat het ‘absoluut niet doorvoeren’ van een harde bezuiniging de deur opent naar andere mogelijkheden. Hij noemt een snelheidsverlaging op de Weesperstraat naar 30 kilometer per uur en overweegt de Weesperstraat te versmallen tot één rijstrook (een ‘snuifje’): hierdoor wordt de Weesperstraat minder aantrekkelijk voor het verkeer. Ook wordt er onderzoek gedaan naar slimme toegang, waarbij met camera’s wordt bepaald wie wel en niet door de snede kan.

Van der Horst wijst op de positieve effecten van een forse vermindering van het autoverkeer op de Wibautstraat: als gevolg van de proef reden hier 18 procent minder auto’s en werden hier 10 procent minder kilometers gereden. Ook bestond de vrees dat de bezuiniging tot meer congestie op de A10 zou leiden, maar buiten de spitsuren was er slechts sprake van een lichte toename. Het verkeer op de Ringweg zou naar verwachting met 7 procent toenemen, maar het gemiddelde was 2 procent.

In heel Amsterdam daalde het autoverkeer met 3 procent (11.000 auto’s) en het aantal door voertuigen afgelegde kilometers daalde met 5 procent. Hierdoor verbeterde de verkeersdoorstroming in de stad met 2 procent. Van der Horst benadrukt dat het autoverkeer al jaren toeneemt. “Dit resultaat laat zien dat die lijn ook aangepast kan worden.”

Politieachtervolging

Het was al bekend dat speciale stickers die ervoor zorgden dat bijvoorbeeld hulp- en hulpdiensten door de slagbomen heen konden, niet altijd werkten. Uit de inventarisatie blijkt nu ook dat de politie op 23 juni de achtervolging van een verdachte moest staken. Het ging om een ​​verkeersovertreder.

Nu een harde trim definitief niet zal worden toegepast, is de vraag hoe een “zachtere trim” eruit zou moeten zien. Met andere woorden: wie heeft er in de toekomst toegang toe en wie niet? Van der Horst heeft nog niet gereageerd op de kwestie. ‘Het is noodzakelijk om goed te onderzoeken voor welke doelgroepen het essentieel is dat zij een uitzondering krijgen. De pilot heeft een beter beeld opgeleverd welke doelgroepen door dergelijke sluitingen worden getroffen en hoe, zoals hulp- en hulpdiensten, huisartsen, verloskundigen, sociaal vervoer, thuiszorg, bewoners, zakenmensen, logistiek en taxi’s.’