close
close

Wandelen door Breda – Joop

Vandaag

leestijd 3 minuten

393 gezichtspunten

29008960403_f3f6d930cf_k

© cc-foto: Michel Curi

Een warme donkerbruine stem kondigt via twee grote pleonasme’s onze aankomst in de stad van bestemming aan. Hij “herhaalt nogmaals…” dat we “…ook” het prachtige “’s HertogenDenBosch” hierheen kunnen verhuizen. Deze laatste verwarring onderstreept op treffende wijze de geografische en taalkundige kennis van deze jonge machinist, aangestuurd door Google Maps en NS-dienstregelingen.

Een gelukkiger begin van deze stadsrondleiding kan ik me nauwelijks wensen (de taalkundigen onder ons hebben in ieder geval veel te genieten van advertenties in het openbaar vervoer, maar daarover zullen we later nog een aparte opmerking maken).

Stadspark als groene, frisse en levendige plek overdag en ‘s nachts een oase van rust. Valkenbergpark biedt een royale entree naar het centrum. Het verhaal stolde tot een prachtig bronzen beeld van een moeder met een ongewenst kind, zo lijkt het. Hij trekt zijn hand en leunt in een andere richting. Maar ook hier bedriegt de schijn. In 1940 ontvluchtten ruim 50.000 stadsbewoners het dreigende oorlogsgeweld, en kunstenaar Hein Koreman legde die paniek vast in een bedrieglijk alledaags tafereel. Terug naar het dagelijks leven, aan de rand van het park ligt het Begijnhof met kruidentuin en daarnaast de prachtige collectie poppenhuizen van het museum. Prachtig en gewaardeerd leven in miniatuur. Vismarkt gevangen in een zekere toeristische achteruitgang.

De Oranjesingel omhelst het centrum. Een waterig bastion dat veel laat zien van de garnizoensstad die het ooit was. Water is natuurlijk leven, maar het biedt ook bescherming. Majestueuze gebouwen, vaak bewoond door advocatenkantoren en notarissen. Zoveel straten, zoveel bouwstijlen. Veel ruimte.

Twee straten verderop staan ​​de vensterbanken van de gevels te rotten en worden ze gedomineerd door smerige cafés en cafés. Drang om over elke met mos bedekte muur te kijken. Sterker nog: sfeervol en een onvervreemdbaar fenomeen in een moderne leefomgeving. Deze discrepantie tussen rijk en arm, mooi en lelijk, oud en nieuw, zijn allemaal kenmerken van de smeltkroes die de Grote Stad is.

Lange lanen en prachtige boomrijke en groene straten. Indrukwekkende gevel van het cellencomplex aan de Kloosterlaan met daarachter de donkere, dreigende Koepel aan de Nassausingel. Overheersend herkenningspunt van de stad. In de tuin van een van de twee aangrenzende bestuurshuizen wordt hout gekapt alsof het de normaalste zaak van de wereld is. De wachthuisjes om de hoek hebben een vriendelijke, gedrongen uitstraling, maar kunnen niet verhullen dat hun achtertuinen grenzen aan de mastodont met zijn spannende geschiedenis. De beruchte ‘Breda Vier’ is hier nog steeds voelbaar.

Aan de Rijngraafstraat bevindt zich de toegangsdeur naar de binnenplaats. Sportvelden met een houten wachthuis uit de tijd van de vervolging. Tussen de ‘aangeboden ruimtes’ en de vluchtelingenopvangplaatsen waan je je hier in een tijdcapsule. Een bubbel waarin historisch bewustzijn en hedendaagse realiteit op natuurlijke wijze samenvloeien.

Het is onvermijdelijk dat de nieuwbouw uit de jaren tachtig je genadeloos in het gezicht treft. Geen verbinding of soepele overgang met de omgeving. Beklemmend gevoel alsof een ruimteschip in een open ruimte is geland en daar langzaam versteent. Architectonische mislukkingen die het stedelijke landschap veranderen. Op de hoek Catharinastraat/Vlaszak is het mogelijk om discrete nieuwbouw met een vleugje moderniteit te combineren met de rest van de buurt.

Verderop hebben de ‘Genta-tuinen’ een bijna Romaanse uitstraling. Een nieuwe oase waar jaren van lijden in de ontwikkeling aan voorafgingen. Dat lijden is grotendeels doorstaan ​​en waar de industrie ooit floreerde, ontstaat nu een ambitieus huisvestingsprogramma. Een soort binnenplaats, geheel opgetrokken uit warmgele baksteen, deuren en grote ramen kenmerken deze bijzondere bouwstijl. Nieuw leven op de illustere fundamenten van deze bijzondere plek.

Namen van onbekende straten en pleinen. Altijd die stille verbazing. Hier begon mijn jeugdavontuur veertig jaar geleden, tijdens de Stripdagen in Turfschip. Ik loop door de tijd en vecht om de stille stad te ontvluchten door de trein naar het noorden te nemen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *