close
close

Zoetermeer wordt niet verwerkt voor ethyleenoxide-emissies

De gemeente Zoermeer geniet strafrechtelijke immuniteit in de zaak gerelateerd aan de uitstoot van ethyleenoxide. Dat oordeelde de rechtbank in Den Haag op dinsdag 2 juli 2024. Dit besluit komt na jaren van juridische procedures en bezwaren van omwonenden.

Jarenlange juridische strijd

Een bedrijf dat medische apparatuur en kleding steriliseerde in Zoetermeer stoot tussen 2004 en 2009 een te hoge concentratie van de kankerverwekkende stof ethyleenoxide uit. Deze emissies, veroorzaakt door een defect aan de naverbrandingsinstallatie, waren in strijd met de vergunning en zorgden voor veel ongemak in de buurt. Ondanks de beweringen van het bedrijf dat de risico’s voor omwonenden nul waren, bleven de zorgen groot.

In 2010 sloot Sterigenics haar vestiging in Zoetermeer. Het Openbaar Ministerie (OM) besloot de zaak voor de rechter te brengen, met het argument dat de gemeente Zoetermeer nalatig was geweest in haar taak om de wet te handhaven. In 2018 oordeelde de rechtbank echter dat een gemeente alleen strafbaar kan worden gesteld als er sprake is van een levensbedreigende situatie, wat in deze zaak niet het geval was.

Hof bevestigt strafrechtelijke immuniteit

Het Openbaar Ministerie ging in januari 2024 in beroep tegen deze uitspraak. Vorige week bevestigde het Gerechtshof in Den Haag dat de gemeente Zoetermeer strafrechtelijke immuniteit geniet. De rechtbank oordeelde dat het niet naleven van de vergunning iets is dat alleen bestuursambtenaren kunnen doen. Ook oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende gronden waren voor specifieke levensgevaar als gevolg van de ethyleenoxide-uitstoot van het bedrijf.

Beperkte vervolging van gemeenten

Strafrechtelijke vervolging door een lagere instantie, zoals een gemeente, is alleen in specifieke situaties mogelijk. Hiervan is sprake wanneer het gedrag ook door iemand anders dan een bestuursfunctionaris kan worden gepleegd, of wanneer het gedrag in strijd is met het recht op leven zoals genoemd in artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank concludeerde dat geen van deze criteria van toepassing was in de zaak Zoetermeer, zodat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk was in de vervolging.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *