close
close

Onderzoek naar gemeentelijke vraagstukken in de gemeente Amersfoort

22 mei 2024 om 07:27 uur

Beleid

AMERFOORT Hoe gaan de gemeente Amersfoort, burgemeester en wethouders om met schriftelijke vragen van de gemeenteraad? De gemeente Amersfoort blikte een jaar terug en vergeleek de resultaten met vier andere gemeenten.

door Mark Snijders en Eugene Leenders

Gemeenten kennen sinds 2002 een zogenaamde dualistische bestuursvorm. Dit betekent dat de functies van de gemeenteraad, die bestaat uit gekozen raadsleden, en die van burgemeester en wethouders gescheiden zijn. De raad bestuurt de gemeenten, maar de gemeenteraad is het hoofd van de gemeente en vertegenwoordigt de inwoners. Wethouders en de burgemeester voeren het beleid uit en daarom moeten raadsleden toezicht houden op wat zij doen. Hiertoe hebben zij het recht om vragen te stellen en antwoorden te krijgen, zoals vastgelegd in de artikelen 155 en 169 van de Gemeentewet.


Vergelijking raadsvragen met andere gemeenten – Mark Snijders en Eugene Leenders

RECHT OM TE VRAGEN

Elke gemeenteraad kan eigen afspraken maken over het vraagrecht. Zo is in Amersfoort bepaald dat antwoorden op schriftelijke vragen binnen 18 werkdagen moeten worden aangeleverd. Deze afspraken zijn terug te vinden in de zogenaamde Rules of Order.

Het schriftelijk indienen van vragen is een recht van het bestuur en een belangrijk middel om zijn toezichthoudende taak uit te voeren. In reactie op vragen van de gemeente Amersfoort laat de gemeenteraad weten terughoudend te zijn met het geven van een waardeoordeel over de aard, kwantiteit en zwaarte van de vragen van de gemeenteraad. Om deze redenen is de raad ook terughoudend in het voeren van ontmoedigende of kritische gesprekken over het gebruik van schriftelijke vragen. De raad merkt op dat als de deadline voor reageren dreigt te worden overschreden, hij de mogelijkheid heeft om formeel uitstel aan te kondigen.

Naast het stellen van schriftelijke vragen kunnen raadsleden ook mondelinge en technische vragen stellen, met als doel uitleg te verkrijgen over een onderwerp. Sommige burgemeesters, zoals die van Baarn en Soest, benadrukken dat al deze opties een last kunnen zijn voor ambtenaren.

Coen Modderman is hoogleraar recht op het decentraal bestuur aan de Open Universiteit Heerlen. Hij begrijpt dat dit soms lastig is: “Veel landelijke taken zijn overgedragen aan de gemeenten en ook bij de gemeenten zijn er duizenden vacatures.”

AMERIKA 2023

Om hoeveel vragen gaat het precies? De gemeente Amersfoort heeft het hele jaar 2023 onder de loep genomen. We kijken hoeveel keer er vragen, oftewel sets van vragen, zijn ingediend. Ook is het aantal losse vragen berekend. Tot slot hebben we onderzocht hoe lang het duurt om te reageren en welke Amersfoortse raadsleden er het meest en het minst gebruik van maken.

De belangrijkste ondervragers:
1. Judith van Zon (SP): 12 (1 keer samen met Bram Leeuwenkamp (GroenLinks)
en Hanske Mulder (ChristenUnie))
Tahsin Bülbül (DENK): 12 (1 keer samen met Rachida Issaoui (PvdA))
2. Rachida Issaoui (PvdA): 10 (1 keer met Freya Sixma (GroenLinks) en
David Bruijne (CDA), (1 keer samen met Tahsin Bu¨lbu¨l (DENK)), (1 keer samen met Annette de Raadt (PvdA), (1 keer samen met Rianne Slagboom (ChristenUnie))
3. Hans van Wegen (BPA): 5 (1 keer samen met Maarten Flikkema (VVD))
4. Marleen van den Nieuwendijk (VVD): 5
5. Arie den Ouden (CDA): 5 (1 keer samen met Reinier Polinder (ChristenUnie) en Hans Lemain (VVD))
6. Menno Fousert (Amersfoort2014): 5


Wethouder Judith van Zon (SP). – Gemeente Amersfoort

In de praktijk is het meestal lastiger

Judith van Zon is een van de twee raadsleden van de SP en maakt ongeveer drieënhalf jaar deel uit van de gemeenteraad. De partij zit niet in de coalitie en zit dus in de oppositie.

Hoe belangrijk vindt u het dat een raadslid schriftelijk vragen kan stellen?

Van Zon: “Het is een heel belangrijk instrument en ik doe het omdat we er iets mee proberen te bereiken. Ik zit nog niet zo lang in de gemeenteraad en het duurt even voordat ik het onder de knie heb. Dat merk ik Deze vragen heb je nodig om iets duidelijk te maken en op gang te brengen. “De raad heeft soms de neiging om politieke taal te gebruiken om uit te leggen hoe het in theorie zou moeten gaan, maar in de praktijk is dat vaak lastiger.”

Als?

“Soms horen we klachten of problemen in de samenleving en moet je daar echt naar vragen bij de gemeente. Zo ging een bepaalde aanbesteding op sociaal gebied niet door vanwege de WMO. Degene die zich terugtrok deed dat om economische en economische redenen. We hebben klachten ontvangen over deze zaak, maar het is niet duidelijk waarom. Vervolgens moeten we meer vragen stellen, ook om de aandacht te vestigen Zo vestig je ook meer aandacht op het onderwerp.”

Waarom kunnen deze vragen niet mondeling worden gesteld?

“Het heeft een andere werking en een raadslid of burgemeester moet het precies schriftelijk uitdrukken. En het verschil is dat het mondeling één op één is en schriftelijk is het ook voor alle raadsleden te lezen en voor iedereen zichtbaar. Mondeling is prima te doen. informatie verkrijgen, maar wat er geschreven werd heeft een meer politieke connotatie. Ik heb ooit ook schriftelijke vragen gesteld over verwarde mensen en dat werd opgepikt door de krant. Ik ben dus heel blij met de aandacht voor het onderwerp.”

De hoogste score heb jij samen met de DENK-factieleider. Vorig jaar allebei 12 keer.

,,Goed. Ben ik daar blij mee? Nou ja, het zegt in ieder geval dat je alert bent en actief iets wilt toevoegen.”

Had je het verwacht?

“Nee, nee, ik had niet gedacht dat ik bovenaan zou staan.

Wat vind je van de raadsleden die nauwelijks schriftelijk vragen stellen?

“Daar heb ik geen waardeoordeel over. De manier waarop je als raadslid politiek drijft, is echt je eigen keuze.”:

Is er ooit enige discussie of discussie over het aantal vragen dat op het bord of met het bord staat?

“Nee, niet dat ik me kan herinneren. Soms gaat het gewoon om de reactietijd, want soms is het te lang. Er zijn hierover klachten ingediend bij de gemeente. Dat verbaast mij ook. Blijkbaar heb je je data dus niet zomaar bij de hand.”

De gemeente Amersfoort heeft onderzocht hoe lang het gemiddeld duurt voordat er antwoorden komen. De afspraak bedraagt ​​maximaal 18 werkdagen en in de praktijk bedraagt ​​dit gemiddeld 24,5 dagen. Dat zijn nog 6,5 dagen.

“Ik denk dat dat genoeg is. Ik merk dat het hier erg verschilt per afdeling. De ene afdeling geeft duidelijk aan dat het nog wat langer gaat duren en een andere afdeling reageert niet. Ik ben van mening dat dit overschot kleiner moet zijn. Een regering moet nog proberen de overeenkomst na te komen. De gemeente heeft al vaker verbeteringen beloofd. Een mogelijke reden kan ook zijn dat er in Amersfoort veel bureaucratie heerst tussen de departementen.”

Wat vindt u van het gemak waarmee u schriftelijke vragen op de website kunt vinden?

“Ik denk dat dat misschien beter is. Het helpt ook de kloof tussen inwoners en politici te verkleinen. Ik heb dit interessante punt in mijn hoofd opgeslagen.”


Wethouder Tom van Lamoen (Amersfoort voor Vrijheid) – Amersfoort voor Vrijheid

Je begint een discussie in het openbaar.

Tom van Lamoen is raadslid van de fractie Amersfoort voor Vrijheid. Hij zit nu ongeveer twee jaar in de gemeenteraad en was nieuw bij de vorige verkiezingen.

“Het kostte me veel tijd om te wennen aan het vinden van alles op de website, dus dat geef ik toe. Maar ik ben een beetje sceptisch over de belangstelling onder bewoners. Bovendien krijgen deze onderwerpen vaak aandacht in de lokale media. Toch kan het wat mij betreft beter op de website, maar dat moet wel tegen de kosten in.

Hoe belangrijk vindt u het dat een raadslid schriftelijk vragen kan stellen?

“Ik denk dat het een heel belangrijk instrument is waar een raad op moet reageren. Wij zijn een kleine partij in de oppositie en dat maakt het een belangrijk controlemiddel. Het is anders als je in de coalitie zit. Het kan worden gebruikt als een politiek instrument dat vaak wordt opgepikt door lokale media.”

Heb jij een goed voorbeeld?

“Vorig jaar heb ik schriftelijk vragen gesteld over de bijzonder hoge kosten van het nieuwe stadslogo Amersfoort. Dit leidt tot een publieke discussie over waar het geld naartoe gaat.”

In 2023 heeft u tweemaal schriftelijke vragen gesteld. Uw partij staat daarom samen met Beter Amersfoort op de laatste en laatste plaats.

“Als raadslid sta ik er alleen voor. “Grotere partijen stellen meer schriftelijke vragen en kunnen daar meer tijd aan besteden.”

Op de eerste plaats staan ​​met elk twaalf keer Tahsin Bülbül van DENK en Judith van Zon van SP.

“Over het aantal keren heb ik geen mening. Ik werk ook regelmatig met ze samen. Het zijn allebei zeer actieve oppositiepartijen op sociaal vlak. Het heeft veel te maken met discriminatie, onrecht en ongelijkheid, dat wil zeggen met emotie. Er valt veel over te vragen, dus ik denk dat die score goed te verklaren is.”

Als u weinig of veel schriftelijke vragen stelt, zegt dat dan iets over uw politieke activiteiten als raadslid?

“Nee, nee, niet noodzakelijkerwijs. Ieder raadslid en iedere partij heeft een andere rol. Ik heb onlangs een demonstratie georganiseerd, dus actief zijn richting en met bewoners kan ook op andere manieren.”

Is er ooit enige discussie of discussie over het aantal geschreven vragen?

“Ja, ik heb het eerder gehoord. Niet als harde uitspraak, maar midden in een vergadering. “Toen wees iemand uit de raad erop dat er een personeelstekort was onder ambtenaren en dat de schriftelijke vragen daarom relevant moesten zijn.”


Gemeenteverkiezingsborden voor de verkiezingen van maart 2022 bij Ringweg-Koppel in Amersfoort – Rinus van Denderen

KRITIEK

Professor Modderman denkt zeker dat het helpt als raadsleden kritisch zijn naar zichzelf en anderen als ze schriftelijk vragen stellen. Beperkende maatregelen keurt hij echter ten stelligste af: “Als er een maximum wordt ingevoerd en een raadslid bereikt dat halverwege het jaar, dan heeft een raadslid of een burgemeester vrij spel, dat is onaanvaardbaar.”

Als voorbeeld noemt hij de kwestie van de sociale uitkeringen: ‘Helaas kan het aanhoudend vragen stellen nodig zijn om een ​​beerput open te krijgen.’

Wat hij politieke partijen wel aanbeveelt, is om het onderling te gebruiken in de normale democratische strijd: ‘Stel dat de VVD volgens de PvdA domme vragen stelt. Dan kan de PvdA dit samenvatten en beargumenteren dat de VVD nutteloze vragen heeft gesteld. Dat heeft bijvoorbeeld een fortuin gekost aan de inzet van ambtenaren, dat geld voor iets beters had kunnen worden gebruikt. Zo beoordelen ze elkaar kritisch, zonder elkaar het recht te ontnemen. in meer of mindere mate problematisch: ‘Uiteindelijk is het aan de kiezer om een ​​vertegenwoordiger aan te spreken op het al dan niet correct gebruik maken van zijn recht om vragen te stellen. Laten we vooral begrijpen dat het bestaan ​​van dit recht cruciaal is voor de democratie.”

Dit artikel is mogelijk gemaakt dankzij het Stimuleringsfonds Journalistiek (SVDJ).

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *