close
close

De zoon van de Groningse boer Jan Meijer verstopte zich in de Vermeerstraat in 44-45.

4 mei 2024 om 8:45 uur

Achtergrond

AMERFOORT Zijn naam was Jan Meijer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij enkele maanden ondergedoken in Amersfoort. Dankzij zijn herinneringen weten we dat hij daar spannende momenten heeft beleefd.

door Chris Morelisse en Koos van Noppen

Jan werd in 1919 geboren op een boerderij in Bokum, vlakbij Kloosterburen, op een kwartiertje lopen van de Waddenzee. Als zoon van een welvarende boer was hij lid van de tennisclub, waar hij Wieger van der Ven ontmoette. Wiegers vader Andries werd benoemd tot adjunct-kapitein van het postkantoor in Amersfoort. Hij verhuisde met zijn vrouw Anke naar Keistad en woonde in de Vermeerstraat, op de hoek van de Gasthuislaan.

Wieger ging tandheelkunde studeren in Utrecht. Zijn tennisvriend Jan bleef in Groningen en nam actief deel aan het verzet. Samen met een plaatselijke smid bouwde hij een auto met dertien accu’s om tot een volledig elektrisch vervoermiddel waarmee hij illegale kranten verspreidde in het noorden van Groningen. In 1943 ontsnapte hij ternauwernood aan gevangenneming onder geweervuur. Hij vluchtte naar Den Haag, waar hij betrokken raakte bij het organiseren van het transport van voedsel van het noorden naar het westen. In het najaar van 1944 nam hij telefonisch contact op met Wiegers ouders, Andries en Anke. Het echtpaar, dat eerder een zoon had verloren, maakte zich grote zorgen over het lot van hun zoon. “Het was zo’n schreeuw om hulp dat ik besloot naar Amersfoort te gaan om hen gezelschap te houden”, schreef Jan later in zijn memoires.

HOOGLANDMELK

De Gasthuislaan was destijds vrijwel onbebouwd, schrijft Jan. “Aan de achterkant van de Vermeerstraat lag een zandvlakte en aan de andere kant een open akker, weiland of tuinbouw en een enkele boerderij of boomgaard.”

Artikel gaat verder onder afbeelding.


Het pand op de hoek Vermeerstraat-Gasthuisslaan. Achter de tegels van de “driehoek” boven de kas is de schuilplaats nog intact. (Koos van Noppen)

Andries van der Ven ging iedere dag naar zijn werk, zijn vrouw Anke haalde twee keer per week melk bij een boer in Hoogland. Dankzij Bertha Siebenga hadden ze geen gebrek aan voedsel. Anke’s zus Bertha maakte lange fietstochten: af en toe haalde ze een lading eten op bij de boerderij van Jan’s ouders in Bokum en reed naar Amersfoort. “Dit betekent dat we op station Amersfoort geen gebruik hoefden te maken van de gemeentelijke distributie”, schreef Jan. “Wat de pot daar serveerde was vooral waterige soep.” Ook voor grote voedseltransporten via de Lemmerboot maakt Jan gebruik van zijn contacten in Amersfoort.

OPROEP VAN DE DUITSERS

Kort na hun aankomst riepen de Duitsers de mannelijke bevolking van Amersfoort op zich te melden in de kazerne. Een soortgelijke actie had eerder in Apeldoorn plaatsgevonden, waar sommigen die zich niet aan de regels hielden, werden gearresteerd en standrechtelijk op de stoep voor hun huis werden geëxecuteerd, ‘als waarschuwing voor anderen’.

Voor Jan vervagen de zaken, hoewel de dreiging nog steeds in de lucht hangt. Op een middag was ik alleen thuis toen de deurbel ging. ‘Ik heb de deur niet opengedaan. Even later klonk er een geluid bij de achterdeur en toen ik voorzichtig uit het raam keek, zag ik een Duitse soldaat in een zwart uniform. Maar enige tijd later ging hij met pensioen. Ondertussen stond ik daar, denkend aan Apeldoorn, in pijn zoals ik nog nooit eerder had meegemaakt, nadenkend over mijn situatie en denkend dat het einde nabij was. Nadat ik een paar minuten zo had gezeten, veranderden de dingen plotseling en werd ik zo kalm mogelijk en helemaal bereid om zonder een traan te sterven. Ik had mij verzoend met de dood. Terwijl ik zwijgend wachtte, ontdekte ik al snel dat de soldaten verder waren getrokken…’

VERSTOPPLAATS

In dezelfde periode ziet Jan op een ochtend duizenden mannen door de Vermeerstraat lopen. “Het was het resultaat van de razzia’s in Rotterdam, gericht op het graven van waterputten in Duitsland.” Toen besefte hij dat het verstandig was om een ​​schuilplaats te creëren voor het geval er nieuwe zoekopdrachten zouden plaatsvinden. Andries vraagt ​​een timmerman om een ​​luik te maken om toegang te krijgen tot de zolder boven de kas, aan de kant van de Gasthuislaan.

Het onderkomen bestaat nog steeds, in de oorspronkelijke staat. ‘Het werkte ontzettend goed. Vanaf de zolder kon je niets zien. Op een ochtend in het voorjaar van ’45 stond Jan op het punt naar beneden te gaan toen hij plotseling iemand Duits hoorde spreken in de woonkamer. ‘Ik rende terug naar mijn schuilplaats en deed hem stevig op slot. Even later onderzochten ze de zolder en ik kon alles duidelijk zien. Ik voelde me veilig in mijn hol. Zonder iets te vinden verliet de Duitser het huis weer en was het gevaar geweken.

VUUR

Jan schrijft ook over het dagelijks leven. Zo nu en dan klopte er iemand op de deur en vroeg om een ​​gekookte aardappel. Dat kan dankzij de fietstochten van Bertha. “Op een dag kwam het schieten uit het niets”, vertelt Jan. “Het bleek dat de geallieerden op het rangeerterrein van het station Amersfoort een Duitse munitietrein in brand hadden gestoken. Het duurde bijna drie dagen om te branden.

Artikel gaat verder onder afbeelding.


Jan Meijer (links) en Wieger van de Ven (rechts). (Familiearchief Meijer)

De angst voor het lot van Wieger was soms ondraaglijk. Andries riep soms wanhopig uit: ‘O, was hij maar dood!’ Op een gegeven moment werd tijdens zo’n aanval van duisternis het geluid van een vallende bom gehoord. ‘Hij vluchtte verschrikt onder de trap in de gang. Hij kalmeerde echter.

PER FIETS NAAR GRONINGEN

Toen de geallieerden begin 1945 langzaam Noord-Nederland binnentrokken en de overwinning nabij leek, besloot Jan Meijer per fiets terug te keren naar Groningen. Na de oorlog namen hij en zijn broer Gerrard de leiding van boerderij Oud-Bokum over van hun vader. Hij stierf in 2002 na een lang en gelukkig leven, hoewel de oorlog opmerkelijke sporen had nagelaten. Zijn weduwe Greet leeft nog en hoopt in augustus van dit jaar 100 jaar te worden, schrijft haar kleinzoon Ebian, die de memoires ter beschikking stelde.

Dit is een sterk verkorte versie van een hoofdstuk uit een boekje dat Chris Morelisse en Koos van Noppen aan het samenstellen zijn over de Gasthuisslaan. Het zal later dit jaar worden uitgebracht. Oude foto’s van de laan en anekdotes over bewoners worden nog steeds geaccepteerd via [email protected].

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *