close
close

Deze ruïne staat al 40 jaar bij een zwembad in Utrecht

De oorlog eindigde in mei 1945, maar de strijd om noodhuisvesting was nog niet uitgebroken. Op 23 december 1946 kreeg J. Rossewij bij Koninklijk Besluit toestemming van de Minister van Oorlog om op zijn grond een nieuwe stenen boerderij te bouwen. Het moet op de oude plek zijn waar de afgebrande boerderij stond. Je kunt ook een varkensstal en een karrenstal bouwen. Een bijzondere bepaling van het Koninklijk Besluit heeft betrekking op noodhuisvesting. Deze moet worden gesloopt binnen een termijn van één jaar vanaf de oplevering van het onroerend goed: “(…) waarbij de ontvanger zich ertoe verbindt om de tijdelijke stenen woning gelegen op het perceel (…) af te breken binnen de termijn van één jaar vanaf als het eerder genoemde pand klaar is om bewoond te worden (de boerderij, red.).” Er staat zwart op wit: Rossewij zal het tijdelijke huis weer moeten slopen als zijn boerderij klaar is. Als Rossewij het tijdelijke huis niet zelf sloopt, zullen de legeringenieurs het voor hem doen, en zonder compensatie, zo wordt gezegd.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *