Automobilist schuldig aan dodelijk ongeval in Heemstede

De rechtbank gaat, anders dan de officier van justitie, uit van een mindere mate van schuld, dat wil zeggen dat de verdachte opmerkelijk nalatig en afgeleid heeft gereden. Uit het na het ongeval uitgevoerde onderzoek kan niet blijken dat de verdachte bij het naderen van het verkeerslicht zijn snelheid verhoogde. Vastgesteld kan worden dat zij met een onverantwoorde snelheid het kruispunt opreed, zonder te (kunnen) anticiperen op een onvoorspelbare verkeerssituatie, zoals in dit geval de metgezel op de weg op de fiets, die voor hem het rode licht negeerde , zij stak onverwachts het kruispunt over. Over het algemeen is een dergelijke onvoorspelbare verkeerssituatie te verwachten.

De rechtbank is daarom van oordeel dat de aanrijding met de fietser redelijkerwijs aan de verdachte kan worden toegerekend en dat er dus een causaal verband bestaat tussen het handelen van de verdachte en de aanrijding met de fietser. Door dit gedrag te vertonen heeft de verdachte ernstig tekortgeschoten in de voorzichtigheid en oplettendheid die van hem als verkeersgebruiker verwacht kon worden.

Bij het opleggen van de straf heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Op 26 januari 2022 vond een uiterst tragisch verkeersongeval plaats. Ter terechtzitting hebben de ouders van het slachtoffer op indrukwekkende wijze verwoord wat het verlies van hun dochter voor hen betekent, maar ook voor haar broers en zussen en andere familieleden en dierbaren. Ze moeten leven met een onvoorstelbaar verdriet. De rechtbank heeft ter terechtzitting geoordeeld dat het ongeval ook aanzienlijke gevolgen heeft gehad voor het leven van de verdachte. Je zult moeten leven met de gedachte dat het slachtoffer mede door zijn rijgedrag is overleden. De rechtbank is zich ervan bewust dat geen enkele straf de pijn van de nabestaanden kan verzachten. De rechtbank legt 120 uur taakstraf op en een voorwaardelijke rijontzegging van twaalf maanden, met een proeftijd van één jaar.