close
close

Maria groeide op naast gevangenis in Haarlem: ‘Sommige vrienden vonden het angstaanjagend’

“Maak geen oogcontact, laat nooit iemand achter je lopen en vertrouw niemand”, hoort Maria Kager (45) haar vader nog zeggen. De schrijfster groeide op in het huis naast de Haarlemse Koepelgevangenis, waar haar vader adjunct-directeur was. Ze schreef er een boek over, De buitengewoon succesvolle opvoeding van Frida Wolf, die vorige maand werd gepubliceerd.

Schrijver Maria Kager – Foto: Roeltje van de Sande Bakhuijzen

Hij besefte al lang geleden dat hij op een bijzondere plek was opgegroeid. Toen ik een kind was, vonden sommige vrienden het fascinerend en anderen ronduit angstaanjagend dat Maria naast de gevangenis woonde. “De een zat met haar neus tegen het raam gedrukt om naar de busjes met de gevangenen te kijken, een ander durfde niet in mijn huis te spelen.” Kinderen weten echter niet beter dan de plek waar ze opgroeien. “Voor mij was het normaal.”

Jeugdherinneringen

Het idee om er een boek over te schrijven speelde al jaren in zijn hoofd. Na terugkomst uit de Verenigde Staten, waar hij een aantal jaren heeft gewerkt en gewoond, vond hij een oud notitieboekje uit zijn studententijd. Toen wist hij dat het tijd was om alles op schrift te stellen. “Er stonden allerlei aantekeningen in over mijn jeugd. Heel fragmentarisch. En zo is dit boek ontstaan. In werkelijkheid zijn het allemaal korte verhalen, de een na de ander.”

De tekst gaat verder onder de foto.

Maria woonde van 1980 tot 1998 in het huis naast de Koepel. – Foto: NH Media / Rob Wtenweerde

Hoewel ze benadrukt dat het boek fictie is, put Maria sterk uit haar jeugd in Haarlem. Zo kwam haar moeder om het leven bij een ongeval toen ze 20 was, en niet 12. En haar vader was jarenlang geen directeur, maar een paar jaar adjunct-directeur van de koepelorganisatie. Ze is ook niet enig kind zoals haar hoofdpersoon Frida.

De hoofdpersoon lijkt op de schrijver. Hij woont op dezelfde plek, hoort en ziet dingen die Maria ook heeft meegemaakt en het allerbelangrijkste: hij had een bijzondere vader. “Ik hoefde er niet veel over na te denken”, zegt Maria lachend.

Alice in Wonderland

Het onverstoorbare meisje Frida woont naast de gevangenis met haar excentrieke vader, de gevangenisdirecteur, die de neiging heeft om te stelen. Frida houdt van lezen en vertrouwt op de karakters van Alice in Wonderland van de Britse schrijver Lewis Carol.

Net als Frida moet Alice overleven in een vreemde wereld zonder haar invloed. “Maar ze gaat haar eigen weg, dat geef ik toe. Iedereen vroeg zich af hoe ik een boek kon schrijven met drie kinderen om me heen.”

Maria woonde tot haar 18e in het huis vlakbij de koepel. De buurt rond de Harmenjansweg was rauw. “Het was toen echt de arme buurt van Haarlem. Ik wilde verhuizen, maar mijn ouders vonden het goed om hun kinderen te leren dat niet iedereen het zo goed had als wij.”

De schrijfster herinnert zich nog goed dat ze, als ze in de tuin met de bal speelde, liever in de gevangenis belandde dan aan de andere kant. “Er woonde een man met twee grote honden met hetzelfde bekken. Als kind vond ik dat angstaanjagend.” Maar hij heeft ook goede herinneringen aan de buurt. “Er waren veel autokerkhofgebieden waar je eindeloos rond kon dwalen en hutten kon bouwen.”

“Mijn vader kwam uit een arm gezin. Hij zei altijd dat het makkelijk was om je aan de regels te houden als het goed met je ging”

De schrijfster María Kager

Zowel zijn vader als moeder waren psychologen, net als de hoofdpersoon Frida. María’s vader maakte zich grote zorgen over de gedetineerden. “Mijn vader kwam uit een arm gezin. Hij zei altijd dat het gemakkelijk was om de regels te volgen als je ze goed deed.”

“Het is anders als je uit een slecht gezin komt waar drugs en alcohol worden gebruikt. Dan maak je de verkeerde vrienden, breek je een autoruit, pak je de radio en word je opgesloten in de jeugdgevangenis. Dan verdwaal je op jonge leeftijd.” tussen al die criminelen. Mijn vader maakte zich zorgen om die kinderen.”

kont pillen

María vertelt dat ze altijd met anekdotes naar huis terugkeerde. Deze zijn ook terug te vinden in het boek. Zo kun je lezen over de gevangene Kontje Pils, die zijn vrouw doodsloeg met een bierflesje omdat zij altijd haar laatste slok bier dronk. “Ik heb het altijd een fascinerend verhaal gevonden. Waar ligt de grens? 99 of 100 slokjes?”

Net als Frida in het boek bracht Maria als kind ooit een half uur in een cel door. “Niet als straf, maar gewoon omdat ik wilde weten hoe het was. De gevangenen die normaal door de gevangenis liepen, moesten voor die gelegenheid opgesloten worden. De dochter van de adjunct-directeur kwam”, zegt hij.

Staven

Het geluid van gevangenen die ‘s nachts op de tralies sloegen terwijl ze in bed lag. Tik, tik, tik, Maria vond het als kind een geruststellend geluid. Maar hij weet niet of het een vorm van onderlinge communicatie was of dat ze het gewoon uit verveling deden. Wat hij wel weet, is dat het een herinnering is die nog vers in zijn geheugen ligt. Eén die, net als veel andere herinneringen, de hoofdpersoon in zijn boek laat leven.

Op de vraag op de achterkant van het boek: ‘Je kunt een kind uit de gevangenis halen, maar hoe krijg je hem of haar uit de gevangenis?’ Heb jij een duidelijk antwoord? “Dat kan niet. Maar dat hoeft ook niet. Het gaat erom wat je ermee doet, hoe je omgaat met bijzondere situaties of het gezin waar je uit komt. Ook al ben ik op een vreemde plek opgegroeid, ik kwam terecht in een goede plek. Er is zelfs een boek verschenen. In die zin waren mijn opleiding en die van Frida succesvol!”

in de koepel

Op zondag 24 maart, de laatste dag van de Boekenweek, wordt Maria Kager geïnterviewd in de Koepel over haar eerste roman Het buitengewoon succesvolle onderwijs van Frida Wolf. Maria groeide op als dochter van de plaatsvervangend directeur in het huis naast de Haarlemse Koepelgevangenis. De bijeenkomst met muziek begint om 14.00 uur en is gratis.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *