Honderd jaar na de redding op de Bakenessergracht komen familieleden weer bij elkaar

Politieagent Herman Johannes Mulder redde op 15 juli 1924 een jongen van de Bakenessergracht in Haarlem. Mulder zag de jongen tijdens een wandeling langs de gracht in het water liggen en aarzelde geen moment. Precies honderd jaar later ontmoeten hun (kleinkinderen) elkaar op de plaats van de ramp.

Op 15 juli fietste AG Luttik, toen 16 jaar oud, langs de Bakenessergracht toen de sigarenkistjes die hij op zijn stuur droeg, klem kwamen te zitten tussen zijn knie en het voorwiel. Daarom kwam het op de zender terecht. Luttik kon niet zwemmen, iets wat in die tijd heel gebruikelijk was. Hun vader was de politieagent zo dankbaar dat hij een bedankbrief schreef en de kinderen van Mulder een bijdrage aan zijn spaarpot gaf.

Ontmoeting

Precies honderd jaar later, op maandag 15 juli 2024, ontmoeten haar kleindochter Mirjam Vrees-Mulder en haar dochter Coby Groot-Luttik elkaar op dezelfde Bakenessergracht en wisselen herinneringen uit. Het gaat uiteraard over het verhaal van de redding en hoe dat in beide families werd verteld. Ze lijken ook, zonder het te weten, bij elkaar om de hoek te hebben gewoond. Vrees-Mulder plaatste in november 2020 al een bericht op Facebook over zijn opa, waarin ook melding werd gemaakt van deze redding. De ontmoeting van maandag kwam tot stand via zijn achterneef Johan Luttik. Zo is het verhaal rond.