WOZ-waarde van vastgoed in Amsterdam daalt

In de recente WOZ-update, waarin vastgoeddatabedrijf Matrixian de woz-waarden in 2023 vergeleek met die van het jaar ervoor, werden zowel in de grootste steden als in de meest landelijke steden opmerkelijke veranderingen waargenomen. Metropoolgebieden, die historisch gezien een snelle waardestijging kenden, laten nu een daling zien, terwijl minder bevolkte gebieden juist in waarde stijgen. In de analyse zijn alleen woningen meegenomen die zowel in 2022 als in 2023 een WOZ-waarde hadden. Extreem hoge of lage WOZ-waarden zijn in de analyse niet meegenomen.

Waardedaling van dure regio’s en Limburg

Amsterdam en omgeving laten de grootste daling zien. Met name in Amsterdam zelf en in aangrenzende gebieden als Amersfoort, Heemstede en Beverwijk treedt een aanzienlijke waardevermindering op. Dit patroon is ook zichtbaar in sommige delen van de provincies Utrecht en Haarlem. Ook de provincie Limburg laat een algemene daling van de WOZ-waarde zien, met uitzondering van enkele gemeenten.

De vijf gemeenten met de grootste dalingen zijn:

1. Amsterdam: -3,43%
2. Amersfoort: -2,84%
3. Heemstede: -2,20%
4. Marseille: -2,19%
5. Beverwijk: -1,86%

Waardestijging in minder stedelijke gebieden

Interessant genoeg is de waardestijging vooral waar te nemen in minder stedelijke gebieden, bijvoorbeeld in de provincies Noord-Brabant en Gelderland. Ook hier stijgen of dalen de gemeenten rond populaire steden als Eindhoven en Den Bosch minder snel, terwijl de kleinere omliggende gemeenten juist in waarde stijgen.

De vijf gemeenten met de hoogste stijgingen:

1. Groningen Centrum: +14,29%
2. Veere: +13,53%
3. Capelle aan den IJssel: +13,37%
4. Gorinchem: +11,68%
5. Schouwen-Duiveland: +11,03%

Verschillende woonvoorkeuren vanwege corona

Volgens CEO Luke Liplijn van Matrixian kunnen veranderingen in WOZ-waarden een bredere trend weerspiegelen waarin de vastgoedmarkt in grotere steden afkoelt, terwijl minder dichtbevolkte gebieden aantrekkelijker worden als woonplek. “Dit zou kunnen wijzen op de verandering in woonvoorkeuren die tijdens de COVID-periode is ontstaan”, zegt Liplijn.