close
close

Bij toeval gevonden fotoalbums onthullen het ontroerende verhaal van een joodse familie

Hans en Mariëlle schrijven een brief aan Bob Simons waarin ze hem vertellen over de ontdekking. Op uitnodiging van Bob gaan zij en hun kinderen een paar maanden later naar Miltown Malbay, aan de uitgestrekte westkust van Ierland. De huizen hebben geen adressen, alleen namen.

Hans: “De enige aanwijzing die we hadden was de naam Spanish Point. We waren al een tijdje op zoek en dachten dat we het nooit zouden vinden, totdat we ineens overal langs de vlag Nederlandse vlaggen zagen staan. Bob had ze opgehangen om ons de weg te wijzen .”

Klik

Ze wisten niet precies wat ze van de bijeenkomst konden verwachten, maar hun twijfels werden al snel weggenomen. Hans: “Het klikte.” Mariëlle: “We hebben een heerlijke paar weken gehad.” Maar emotioneel was het ook een moeilijk moment, want met de albums in de hand nam Bob, een psycholoog, getrouwd en vader van twee kinderen, ze mee naar het donkerste moment van zijn leven.

Bob werd in 1931 geboren in Enschedé. Zijn ouders zijn Salomon Simons (Utrecht, 1896) en Annelise Simons-Woudstra (Lunen Duitsland, 1909). Hij heeft een vier jaar jongere broer, Jaap. Het zijn joden, maar niet praktiserend. De vader is dierenarts en werkt bij de Voedselinspectie in de regio Haarlem. Zijn moeder studeerde af aan het conservatorium van Amsterdam. Ze is een leerling van de bekende Haarlemse componist en pianist Willem Andriessen. Bob vertelt Hans en Mariëlle dat ze met zijn vieren een harmonieus gezin vormden.

Verraden en vergast

Eind jaren veertig werd Salomon Simons ontslagen omdat hij Joods was. Wanneer de bewegingsvrijheid van de joden steeds beperkter wordt en de dreiging van deportatie groter wordt, gaan vader en moeder op zoek naar schuilplaatsen voor de twee kinderen.

Voor Jaap vonden ze het in het oosten van het land en voor Bob eerst in Haarlem, later in Leiden en uiteindelijk op een boerderij in Eibergen in de Achterhoek. Vader en moeder verborgen zich eerst in de Kleine Houtweg en daarna in Dietsveld, een wijk vlakbij de Jan Gijzenkade die na de annexatie van Schoten in 1927 onderdeel werd van Haarlem.

Daar werden ze verraden. Door wie is niet bekend. In juni 1943 werden ze gedeporteerd. Via Westerbork gaan ze naar het vernietigingskamp Sobibor. Daar worden ze op 2 juli vergast.

Onbesneden

Bob en zijn broer Jaap overleven de oorlog. Bob vertelt Hans en Mariëlle over zijn meest angstaanjagende momenten, zoals toen de Duitsers zijn schuilplaats in Haarlem verwoestten. Bob lijkt hetzelfde lot te ondergaan als een Joods meisje, dat wordt meegenomen en vervolgens naar Westerbork wordt gedeporteerd.

Hij ontsnapt aan de bedreigende situatie door zijn broek te laten zakken om te laten zien dat hij niet besneden is. De Duitsers concluderen hieruit dat het voor hem niet mogelijk is om Jood te zijn. Mariëlle: “Bob zei dat hij zijn ouders destijds erg dankbaar was. Zij waren geen orthodoxe joden en hadden hun kinderen niet besneden.”

Emigratie

Na de oorlog trekken Bob en Jaap in bij de zus en zwager van hun moeder. Het lot van zijn ouders blijft stil. Pas jaren later ontdekt hij wat er met hen is gebeurd. Bob emigreert naar de Verenigde Staten, woont na zijn pensionering een tijdje in Ierland, maar keert uiteindelijk terug naar de Verenigde Staten. Jaap vertrekt ook naar de Verenigde Staten.

De tekst gaat verder onder de foto.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *