ARC24: Museum Paleis het Loo, Apeldoorn

Uitleg KAAN Architecten | Afbeelding Simon Menges, Sebastian van Damme

De interventie van KAAN Architecten is geïnspireerd op deze onlosmakelijke verbinding tussen architectuur en landschap. De volledige uitbreiding werd ondergronds uitgevoerd en de nieuwe waterfontein werd geïntegreerd in de architectuur, waarmee de traditie van een totaalcompositie werd voortgezet zonder het historische beeld te veranderen.

Bij goede samenwerking gaat het om een ​​continue, op vertrouwen gebaseerde wisselwerking tussen ontwerpproces, besluitvorming, uitvoering en implementatie van de conclusies: dialoog. De voortdurende wisselwerking en onderlinge afhankelijkheid tussen sturing, controle, proces en ontwerp is cruciaal. Dat geldt ook voor Het Loo: we hebben de opdracht aangenomen als een volledig samenwerkend ontwerpteam bestaande uit architecten en adviseurs, samen met de opdrachtgever en gebruikers.

Speciale aandacht is besteed aan de afwerking van trappen, vloeren en wanden, die qua patroon en materialisatie op elkaar aansluiten. Door het afwisselen van gezandstraald, gezoet en geslepen marmer is een subtiele gelaagdheid bereikt die vervolgens op speelse wijze tot leven wordt gebracht door de reflecties van daglicht door de wastafels. Geaderd wit marmer contrasteert met de warmte van notenhout op de deuren, waar de overgang wordt gemaakt naar nieuwe ruimtelijke ervaringen.

“Het doel van design is om een ​​balans te creëren tussen oud en nieuw, een resultaat dat groter is dan de som der delen”, zegt prof. Scipio de Dikke. Op het eerste gezicht zijn de renovatie en uitbreiding onzichtbaar, maar de vernieuwing wordt gaandeweg zichtbaar via een reeks doordachte elementen. Elk element verrijkt de bezoekerservaring zonder afbreuk te doen aan het monument, waardoor Paleis Het Loo ook in de toekomst een vitale culturele instelling blijft.

De interventie van KAAN Architecten is geïnspireerd op deze onlosmakelijke verbinding tussen architectuur en landschap. De volledige uitbreiding werd ondergronds uitgevoerd en de nieuwe waterfontein werd geïntegreerd in de architectuur, waarmee de traditie van een totaalcompositie werd voortgezet zonder het historische beeld te veranderen. In het ruimtelijk functioneel ontwerp is ervoor gekozen om de duidelijk gedifferentieerde programmaonderdelen te concentreren in elk gebouwdeel met een eigen entree.

De centrale Grote Zaal vormt het cruciale punt om de samenhang van de gebouwdelen te verbeteren en garandeert een duidelijke en overzichtelijke route, bereikbaarheid en oriëntatie. De ingangen van het Corps de Logis, het Oranjemuseum en de nieuwe tentoonstellingsruimtes bevinden zich samen in de Grand Foyer. De publieksondersteunende functies zijn gegroepeerd en gekoppeld aan het entreegebied.