close
close

Verbetering Breda wil strijden tegen de segregatie van de stad – Platform31

Het programmabureau Verbeter Breda is zelfstandig en ontvangt de helft van haar salaris van de NPLV, een kwart van de gemeente en het andere kwart van ondernemers, onderwijs, woningbouwverenigingen en maatschappelijke organisaties. Volgens Bekkers-van Rooij heb je hierdoor uitzicht over de hele stad. Programmadirecteur Jessie Bekkers-van Rooij en haar team besloten het kantoor van Improvement Breda te vestigen in het gemeenschapscentrum ONS, midden in de doelgroep Hoge Vucht.

Van segregatie naar grotere differentiatie

Het ontstaan ​​van de segregatie binnen de stad heeft te maken met zowel de gemeentelijke als de landelijke politiek. Zo zorgde de Woningwet uit 2015 ervoor dat Breda de afgelopen tien jaar nauwelijks iets had toegevoegd aan het middenhuursegment, omdat van woningcorporaties werd verwacht dat zij zich zouden beperken tot hun kerntaak: het bieden van goede, betaalbare woningen voor mensen met een beperking. . en zorgen voor een adequate toewijzing aan huishoudens onder een bepaalde inkomensgrens. Bekkers-van Rooij: “Er zijn dus nauwelijks middenklasse huur- of koopwoningen gebouwd in Breda, wat differentiatie in de hand had kunnen werken.” Dit nationale beleid werd versterkt doordat het gemeentelijk beleid op het gebied van huisvestingsbeleid veel aan de markt overliet. Bekkers-van Rooij: “Onlangs heeft de gemeente in het bestuursakkoord 2022-2026 besloten dertig procent sociale woningbouw in nieuwbouw te realiseren. Maar deze huizen zijn er natuurlijk nog niet. Ook op het gebied van huiseigenaren bleef Breda tot voor kort achter, maar de afgelopen twee jaar hebben we op dit vlak grote stappen gemaakt. Dit legde opnieuw een grote druk op de achterstandswijken van Breda, omdat ze vooral in deze wijken terechtkwamen, waar nu al zoveel tekort is en veel kwetsbare mensen wonen.”

Streetart op de Hoge Vucht (foto: Alex Schröder)

Breda heeft van oudsher niet veel grond in bezit, maar heeft zich de laatste jaren expliciet gericht op het grondbeleid en het betaalbaarder maken van woningen, waarbij bij nieuwbouw zelfs de dertig procentnorm voor sociale huurwoningen wordt gehanteerd. Dit zien we ook terug in de in maart 2023 ondertekende woonovereenkomst SRBT (Stedelijke Regionale Band Breda-Tilburg), waarin de provincie, de regio Breda-Tilburg en het rijk samenwerken. Hierin staan ​​afspraken voor de bouw van circa 39.000 woningen in de regio. Ook de provincie en het Rijk waren betrokken bij de ontwikkeling van de plannen en de cofinanciering van ‘t Zoet in Breda. Een groot deel van de te bouwen woningen komt in dit gebied, vlakbij het centraal station, op het terrein van de oude suikerfabriek. Deze ontwikkeling zou, samen met andere bouwprojecten, moeten zorgen voor meer betaalbare woningen en een betere verdeling van sociale woningen.

Chauffeurs

Naast de gebiedsontwikkeling wil Verbeter Breda bereiken wat nodig is om de leefbaarheid in kwetsbare wijken te verbeteren. Een belangrijk voordeel is de inzet van zogenaamde chauffeurs, waarbij voor elke bouwsteen (fatsoenlijk inkomen, goed wonen in een goede buurt en kunnen worden wie je wilt zijn) een chauffeur van het programmabureau en de gemeente zit. Deze inzet garandeert voor beide organisaties grote tevredenheid bij het wisselen tussen wijk-/buurt- en gemeenteschaal. Anoek Beekhuizen en Rutger van Eijken zijn de initiatiefnemers van het programmabureau. Samen met de chauffeurs van de gemeente bevorderen zij een transversale aanpak. Van Eijken: “Ik zie Improvement Breda als een groot schip dat langzaam van koers verandert. Bijna 150 betrokken Bredanaars en betrokken professionals ondertekenden het Breda Pact Deel 3, waarin concrete plannen staan ​​tot 2040. Zij gaven aan anders en meer samen te willen werken, ook binnen de gemeente. Helaas werken afdelingen binnen de gemeente nog wel eens langs elkaar heen. Zo kreeg een creatieve broedplaats onlangs een positieve subsidiebeschikking van een gemeentelijke afdeling en vrijwel tegelijkertijd een brief van de vastgoedmakelaar met de mededeling dat het pand waarin zij gevestigd is, gesloopt gaat worden.” Maar nu gaat alles goed en komt de gemeente steeds dichter bij de bewoners. Bijvoorbeeld een onderzoek naar de aanwezigheid van buurtpunten, waar bewoners en professionals uit de buurt elkaar ontmoeten. In plaats van een bureau in te schakelen, gaat de gemeente, ondersteund door een procesbegeleider, met bewoners in gesprek over hoe deze punten in de wijk verbeterd kunnen worden. Van Eijken: “Hiermee wordt de kloof tussen overheid en burgers verder gedicht. Als we adviesbureaus inschakelen tussen overheid en burgers, gaat het niet werken.”

Van controle naar samenhang

Beekhuizen en Van Eijken leggen uit hoe Verbeter Breda expliciet inzet op de kwaliteit van leven en het dichten van de kloof tussen het rijke en arme (meeste) deel van Breda. Van Eijken (chauffeur fatsoenlijk inkomen): “We hebben de gemeente de afgelopen vijftien jaar door privatisering en bezuinigingen de controle over de stad zien verliezen, waardoor veel instellingen aan hun lot zijn overgelaten. Hierdoor verdwenen voorzieningen in achterstandswijken, zoals bibliotheken en ontmoetingsplekken, en voelden mensen zich vaak gemarginaliseerd. Dit gaf meerdere bewoners van achterstandswijken het gevoel dat ze niet meer mee konden doen in de samenleving. Dit vergroot de verleiding om tot passiviteit te vervallen of tot misdaad over te gaan. Bij de regionale ontwikkelingen was te zien dat projectontwikkelaars te veel nadruk legden op drukwerk en productie en onvoldoende aandacht besteedden aan sociale waarden, cultuur en cohesie. Gelukkig wordt daar in de huidige ontwikkelingsgebieden meer aandacht aan besteed en vindt de gemeente de voorzieningen in de wijken wederom belangrijk.” Beekhuizen (supercharger) Je kunt worden wie je wilt zijn) legt uit dat de specifieke plannen van Verbeter Breda zich niet alleen richten op de zestien achterstandswijken, maar ook op de stad als geheel: “Bijvoorbeeld onderwijs, dat de wijk overstijgt. Scholen in bepaalde buurten trekken een specifieke doelgroep aan. Wanneer er in een kwetsbare wijk verschillende woningtypen worden gebouwd, komt er een nieuwe groep bewoners bij. Kinderen uit deze nieuwe doelgroep gaan vaak naar een andere school buiten de buurt, waardoor sommige scholen eenzijdig blijven. Er zou op dit gebied veel vooruitgang moeten worden geboekt om de scholen qua bevolkingsaantal evenwichtiger te maken. “Je kunt dit niet op wijkniveau organiseren, maar je moet het op stedelijk niveau aanpakken, of misschien zelfs op regionaal niveau.”

Eeuwige financiering

Een aantal projecten, zoals het verbeteren van de levenskwaliteit, worden gefinancierd uit het Volkshuisvestingsfonds. Veel andere activiteiten, zoals de oprichting van een (tijdelijke) bibliotheek in de Hoge Vucht, het schoolontbijt of de verhoogde ondersteuning van gezinnen met taalproblemen, worden geheel of gedeeltelijk gefinancierd uit de tijdelijke en ondersteunende middelen van SPUK Veelbelovende Buurten, dat tot 2026 beheert Deze verschillende financieringsvormen betreffen zowel de twee chauffeurs als de programmadirecteur. Bekkers-van Rooij legt uit: “We analyseren, samen met andere delen van NPLV, hoe we de aanvullende financiering die naar structurele faciliteiten voor de lange termijn gaat, kunnen voortzetten. Maar zelfs als het om een ​​kwestie als het verhogen van de sociale zekerheid gaat, zal daar nog jaren aan worden gewerkt. Daarom willen wij vanuit de NPLV-gebieden aangeven dat de situatie onhoudbaar is omdat het nu alleen nog maar een kwestie is van pleisters aanbrengen. We moeten een doorbraak in het systeem bewerkstelligen en daarvoor kunnen we niet op het laatste moment van het programma, bijvoorbeeld in 2038, daarvoor bij de overheid aankloppen. Nu is het tijd daarvoor.”

Conclusie

Het programma Verbeter Breda, opgezet als een stadsbreed programma met een sterke focus op de achterstandswijken van Noord-Breda en het dichten van de kloof tussen dit arme deel en het rijkere Breda, wordt deels gefinancierd door de Nationale Levensvatbaarheid en Veiligheid. Dit betekent dat er binnen het programma expliciet een koppeling bestaat tussen het Rijk, de gemeente en de (achterstands)wijken en koloniën. Daarnaast participeert de provincie als cofinancier in de ontwikkeling van het gebied ‘t Zoet, in het kader van het Stedelijk Regionaal Partnerschap Breda-Tilburg (SRBT). Programmadirecteur Jessie Bekkers-van Rooij en presentatoren Anoek Beekhuizen en Rutger van Eijken zien het als een opgave om nog intensiever met de overheid in gesprek te gaan over zaken als de sociale zekerheid om de financiering te consolideren en vooruitgang in het systeem te bewerkstelligen.

Figuur: Janneke ten Kate

Voorheen veranderden het kabinet en de gemeente negatief, omdat nationaal beleid zoals de Woningwet van 2015 en de taak van statushouders enerzijds en het passieve beleid en de bezuinigingen van de gemeente anderzijds voor stagnatie zorgden van sociale huisvesting en een grotere kwetsbaarheid. in achterstandswijken. Momenteel zorgen het Rijk en de gemeente met financiering uit het Volkshuisvestingsfonds, het programma Preventie met Gezag en SPUK Kansrijke Buurten, dertig procent van de sociale woningbouw en investeringen in apparatuur voor meer differentiatie en verbetering van de leefbaarheid in achterstandswijken. De aanstelling van chauffeurs vanuit het programmabureau en de gemeente, die samenwerken op het gebied van bijvoorbeeld een behoorlijk inkomen, bevordert de verandering tussen het wijk- en stedelijk schaalniveau, tot tevredenheid van iedereen. Het zorgt ook voor een toename en verbetering van het transversale werk binnen de gemeente en van ambtenaren die meer betrokken zijn bij wat er in de wijk gebeurt.

De spanning tussen stad/regio enerzijds (hoogschalig niveau) en wijk/buurt (laagschalig niveau) loopt door het gehele verbeterproces in Breda. De upgrade van Breda raakt de hele stad en zou effect moeten hebben op specifieke delen van de stad, zoals de Hoge Vucht. Er is dus zeker een ambitie om deze schalen met elkaar te verbinden. Maar wat is daarvoor nodig?

Als Verbetering Breda geen aanvullend pakket wil zijn op het bestaande beleid, dan vergt dit een herijking van het reguliere beleid en moet het reguliere beleid worden getoetst op zijn impliciete en expliciete segregerende effecten. Het is belangrijk om jezelf altijd af te vragen: is het gebruikelijke beleid in Breda als het ware ‘Breda-proof’ op zaken als territoriaal beleid (aankoop, verkoop, prijsbeleid), afvalbeleid (in alle buurten hetzelfde of in sommige wijken intensiever). wijken), cultuur (bereikbare voorzieningen), locaties van nieuwbouw (aandeel sociale en betaalbare woningen), werk en sociale zekerheid (toegankelijke ondersteuning), sportvoorzieningen (prijs en bereikbaarheid)? Dit alles vergt ambitie, geduld en een breed speelveld. Wijkbeleid is en blijft stedelijk en nationaal beleid.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *