close
close

Mooie herdenking in ‘De man tegenover het vuurpeloton’

Door Willem Brand

De leerlingen werden van verre gadegeslagen door de twee zusjes Corrie en Toos Hartog, wier vader Cornelis Hartog hier op 7 maart 1945 door Duits geweervuur ​​om het leven kwam. Samen met Els Hoogendoorn waren Corrie en Toos de eersten die namens ons een bloemstuk plaatsten Stichting Het Parool.

Cornelis Hartog

Vlak voor de herdenking sprak de krant met Corrie Hartog (80). “Ik ben van 43, mijn zus van 44. Ik was nog geen twee jaar oud toen ik mijn vader verloor. “Mijn opa en oma hebben goed voor ons gezorgd.” Zijn vader Cor werkte op de Holland-Nautic werf in Haarlem. Terwijl hij daar met Duitse mijnenvegers werkte, pleegde hij sabotage. Later sloot hij zich aan bij het gewapend verzet. Na een overval werd hij verraden en gearresteerd. Corrie herinnert zich de opening op 7 maart 1949 nog. “Mijn zus gaf mij een duwtje toen we binnen mochten om bloemen achter te laten. “Het betekent nog steeds veel voor mij, ook omdat je op tv over Oekraïne ziet.”

Jacob en Leendert Miedema

Jarno Miedema uit Amsterdam is voor het eerst aanwezig. “Vijf jaar geleden was ik op de Erebegraafplaats van Overveen om het graf van Hannie Schaft te bekijken. Het eerste graf dat ik vond was het graf waar mijn naam op stond. Het bleek de oom van mijn grootvader, Jacob Miedema, te zijn. Ik had een apotheek een paar blokken verwijderd van waar ik nu woon. Jacob zat in een bende en bewaarde illegale wapens en kranten in zijn winkel. Na het verraad werden hij en zijn zoon Leendert gearresteerd. Jacob stierf hier, Leendert in een concentratiekamp in Duitsland.”

Dana (11) na de herdenking: “Dit alles gebeurt nu in Oekraïne. Ik voel mij daardoor teleurgesteld. Het feit dat mensen zoiets slechts kunnen doen, is wreed.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *