close
close

Vervreemden in plaats van herdenken

10 maart 2024 om 8.30 uur

Achtergrond

AMERFOORT Op uitnodiging van de Flehite Vereniging van Oudheden gaf Arjeh Kalmann op 20 februari een lezing over een onderwerp waarover hij in zijn journalistieke carrière uitgebreid heeft geschreven: de langdurige verwaarlozing van Amersfoort door het eigen plattelandsverleden en de moord op 344 Joodse burgers. Tweede Wereldoorlog. Hieronder vindt u een sterk verkorte versie van de lezing, getiteld Uitzoomen in plaats van herdenken. De volledige conferentie is te vinden op www.destadsbron.nl.

van Arjeh Kalmann

Wat Amersfoort tijdens de oorlog anders maakte dan zoveel andere steden was dat verschrikkelijke concentratiekamp op de grens van Leusden en Amersfoort. Hoewel het ver van de bebouwing lag, ervoeren de Amersfoorters veel van de ellende daar. Veel gevangenen werkten bij Amersfoortse bedrijven en diverse Amersfoortse burgers werkten op het land en keerden na hun dienst terug naar huis.

Uit veel getuigenissen blijkt dat de inwoners van Amersfoort wisten dat het daar niet goed ging. Maar dat werd na de oorlog uitgesloten. In 1968 vernietigden bulldozers de overblijfselen van het veld. Alleen een uitkijktoren en een apart gebouw rond een plein bleven overeind. In 1971 werd de nieuwe politieschool De Boskamp geopend. Pas in 2000 bundelden de gemeenten Amersfoort en Leusden de krachten en stelden zij geld beschikbaar voor een waardige herdenking. Daaraan gingen vurige pleidooien van oud-gevangenen en tientallen publicaties in de Amersfoortse Courant vooraf. In 2004 werd een bezoekerscentrum met voorwerpen, foto’s en verhalen over het kamp geopend en in 2021 openden premier Mark Rutte en een voormalig gevangene het nieuwe ondergrondse museum. Ook de voormalige appèlplaats is omgebouwd tot een prachtige gedenkplaats.

DAGBOEK

Op 10 mei 1940 telde Amersfoort ongeveer 750 Joodse inwoners op een bevolking van ongeveer 50.000. Na de bezetting werden alle door de nazi’s opgedragen anti-joodse maatregelen van kracht. Uit recent onderzoek naar Joods rechtsherstel is gebleken dat de gemeente de maatregelen met grote loyaliteit (naar de bezetter toe, niet naar de Joodse burgers) heeft uitgevoerd. Zo werden na de zomervakantie van 1941 de 78 joodse leerlingen van hun voormalige scholen gestuurd. Eén van de maatregelen was dat niet-joden geen eigendommen van joden mochten ontvangen. Toen Annie de Liever, een voormalig joodse leerlinge van de Kweekschool, in oktober 1942 haar voormalig rector Honoré Blikkenstijn per brief vroeg of zij haar diploma’s in bewaring mocht geven voordat ze naar het oosten werden gebracht, leidde dit Blijdestijn tot de volgende journaalpost, enigszins door mij afgekort:

‘7 oktober 1942. Ik moest hem mededelen dat ik niet kon voldoen aan zijn verzoek om zijn diploma’s te behouden. Je mag simpelweg geen diensten verlenen aan Joden of (nog erger) iets van hen in bewaring nemen. Ik hoop dat ze mijn bezwaar begrijpt. Overigens nog een echte joodse eigenschap: relaties opbouwen, achterdeurtjes openhouden, ogen maken waar je later verslaafd aan kunt raken. Oh, het is heel natuurlijk in deze omstandigheden, maar zij zijn er meesters in.

Uit het bestuderen van het dagboek van Blikkenstijn blijkt hoe negatief men in die jaren over joden dacht. Hier is slechts één voorbeeld:
‘7 mei 1941. Eergisteren werd hier in Concordia een bijeenkomst gehouden van ‘Evangelio y Pueblo’, een groep christelijke leden van de NSB. Daar had ik nog nooit van gehoord. Hun haat tegen de Joden is te bitter om hen christenen te blijven noemen. Laat ze tegen de Joden zeggen wat ze willen; Als ze een humane oplossing weten die de samenleving tegen hen beschermt, dan is dat prima. Maar hun aansporing is negatief en dat is verkeerd. Joden horen hier niet; aanvaarden. Maar waar moeten ze blijven?

Op 18 en 21 augustus 1942 werden de Joden uit Amersfoort gedeporteerd, eerst naar Amsterdam, daarna naar Westerbork of Vught en vervolgens naar een van de vernietigingskampen. Op 22 april 1943 vertrokken de laatste Joden naar Vught. Vanaf dat moment was Amersfoort Judenrein in de ogen van de Duitsers.

LEVEN IN GEVAAR

Gelukkig zijn er ook getuigenissen van joodse overlevenden die hun leven te danken hebben aan hun niet-joodse medeburgers. Zo was de ene Amersfoorter te lui om de bewaring van het diploma van een joodse professor op zich te nemen, terwijl een ander zijn eigen leven riskeerde door onderdak te bieden aan een vervolgde man, vrouw of kind, soms zelfs een heel gezin. Annie de Liever had haar diploma’s na de oorlog niet meer nodig; zij werd in 1943 op 22-jarige leeftijd in Sobibor vermoord.

HERDENKINGSTEKEN

In de Tweede Wereldoorlog kwamen 344 Joodse inwoners van Amersfoort om het leven. In mei 1995 uitte opperrabbijn Jacobs van Amersfoort zijn spijt over het ontbreken van een gedenkteken voor vermoorde Joodse burgers in zijn geboorteplaats. Dit bord is opgepikt door de Raad van Kerken Amersfoort. Hij liet een herdenkingsrol maken met daarop de naam, geboortedatum, dag van deportatie, plaats en sterfdatum van 333 joodse inwoners van Amersfoort. Op 13 april 1999 werd deze herdenkingsrol in de Aegtenkapel overhandigd aan de toenmalige burgemeester Annie Brouwer en de voorzitter van de Joodse gemeenschap.

Ik maak een grote sprong in de tijd, naar 2018. Dat jaar hoorde ik van oud-decaan Frans Zwarts, een van de initiatiefnemers van de herdenkingsrol, dat dit eerbetoon aan vermoorde Joodse burgers nooit een prominente en zichtbare plek in de stad had gehad Ik heb. De boekrol had een tijdlang in het Flehite Museum en daarna in Kamp Amersfoort gestaan, maar lag nu stof te verzamelen in een afgesloten kast in het Archief Eemland. Onzichtbaar voor de buitenwereld. Zwarts vestigde mijn aandacht op een brief van Annie Brouwer uit 1988. De Raad van Kerken had Brouwer gevraagd of de herdenkingsrol, die toen nog in de maak was, op een waardige plek kon worden geplaatst die voor iedereen toegankelijk was, maar dat deed ze. niet dat wil ik weten. Ze schreef: “In de Stenen Man staat al een gedenkteken, een monument.” De gemeente Amersfoort keerde zich daarom expliciet tegen een monument dat de vermoorde Joden van Amersfoort zou herdenken. Gelukkig kwam er, mede dankzij enkele kolommen in de Stadsbron, beweging. Burgemeester Lucas Bolsius zette zich persoonlijk in voor het verbeteren van de presentatie van de herdenkingsrol in het Eemlandse archief. Ook zijn er gedenkstenen geplaatst in de huizen van vermoorde joden en verzetsstrijders en is er een boek verschenen, Hun Unforgotten Names, met portretten van een aantal van deze slachtoffers.

MONUMENT BORNEOPLEIN

Een aanhoudende mix van onverschilligheid, anti-joodse gevoelens, schaamte en een zekere bekrompenheid heeft de stad, onze stad, mijn stad, veel te lang in zijn greep gehouden. Maar nu komt er eindelijk een echt monument. In februari 2021 maakte burgemeester Bolsius bekend dat er in Amersfoort een blijvende publieke herdenking zal plaatsvinden van de Joodse slachtoffers van de Shoah. Niet expliciet, maar impliciet nam hij afstand van de positie van zijn voorganger Brouwer. Het monument, getiteld Light of Memory, is ontworpen door lichtkunstenaar Tamar Frank en komt te staan ​​op Plaza Borneo. We moeten nog even wachten op ons Joods monument. Het zal niet op 4 mei 2024 worden bereikt, maar waarschijnlijk in 2025. Eindelijk zal Amersfoort, 80 jaar na de bevrijding en na de installatie van 370 Joodse monumenten elders in Nederland, een plek hebben waar iedereen die als je Als u wilt, kunt u op elk moment nadenken over de uitsluiting, verdrijving en moord op 344 gewone burgers van dit land. stad.

Lees hier de volledige conferentie.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *