close
close

Onderdanen van derde landen stellen de exit in vraag: ik vraag om gerechtigheid

ANP-producties | Fontein: BROOD

Haarlem

Drie Oekraïense vluchtelingen zonder Oekraïense nationaliteit hebben zich woensdag bij de rechtbank in Haarlem verzet tegen hun vertrek uit Nederland. De rechtbank zal over drie weken, op 27 maart, uitspraak doen.

De klacht bij de Vreemdelingenkamer is de eerste in een reeks waarin zogenaamde derdelanders bezwaar maken tegen het terugkeerbesluit dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hen op basis van een besluit van de Raad van State heeft toegezonden.

De eerste inhoudelijke procedure is gestart door een 30-jarige man uit India, een 25-jarige man uit Pakistan en een 25-jarige man uit Ghana. Het drietal heeft een Oekraïense partner, zo werd tijdens de zitting bekend.

Gerechtigheid

De Indiër werkt als kok. “Ik heb de kans om hier te werken. Mijn werkgever is erg blij met mij”, zei hij. De Pakistaanse Hamid Islam studeerde werktuigbouwkunde in Oekraïne. “Ik ben naar Oekraïne gegaan om mijn master te halen omdat het collegegeld daar lager is. Ik hoopte dezelfde rechten te krijgen als de Oekraïners. Ik wil de rechtbank om gerechtigheid vragen.”

De Raad van State, de hoogste administratieve rechtbank, oordeelde in januari dat de bescherming van onderdanen van derde landen op maandag 4 maart ‘van rechtswege’ eindigt. Ze hebben tot 2 april de tijd om Nederland te verlaten.

Tijdelijke bescherming

Derdelanders kregen in Nederland eerst dezelfde tijdelijke bescherming als Oekraïners die vluchtten toen de oorlog uitbrak. Deze tijdelijke bescherming betekende dat vluchtelingen net als Oekraïners in Nederland mochten wonen, werken en studeren. Ook hadden zij recht op een verblijfsvergoeding.

Volgens advocaten uit India, Pakistan en Ghana is het besluit van de Raad van State in strijd met het EU-recht. Bovendien hebben ze zich nooit voor de Staatsraad kunnen verdedigen tegen de deadline van 4 maart. “Die datum kwam uit het niets”, zegt advocaat Marjon Peeters.

Voorlopig bevel

De advocaten vroegen de rechtbank om snel een voorlopige maatregel uit te vaardigen, zodat hun cliënten kunnen blijven werken en studeren en het recht op huisvesting kunnen behouden totdat de rechter uitspraak doet over de beroepsprocedure. De rechtbank zal daar een week de tijd voor nemen.

Deze maand zijn soortgelijke zaken aanhangig bij de rechtbanken in Amsterdam, Roermond, Den Bosch, Rotterdam, Arnhem en Zwolle. De rechtbank Utrecht oordeelde maandag in een spoedprocedure dat drie derdelanders, afkomstig uit Marokko, Kameroen en Nigeria, niet in Nederland kunnen blijven werken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *