close
close

Dat telefoontje van Renske Leijten greep hem bij de keel: ‘Edwin, je bent niet gek, je bent genaaid! | Breda

BREDA – De Belastingdienst weet inmiddels dat hij niet heeft gefraudeerd. Edwin Plinck blijft echter elke dag vechten om het geld terug te krijgen dat hij moest betalen vanwege de uitkeringskwestie. Opnieuw een strijd tegen de regering. “Dit is geen happy end, maar een happy middle.”

Edwin Plinck (49) is een ‘blanke man, geboren in Nederland’. Hij vertelt zijn verhaal in een gewone sociale woningbouw in Breda. “Is het mijn (zeer verre) Indonesische afkomst waardoor de Belastingdienst mij heeft uitgekozen? Als alleenstaande vader? Ik weet het nog steeds niet.”

Plinck is het slachtoffer van de uitkeringsproblematiek. Hij moest 60.000 euro betalen aan de overheid. Onterecht, zo bleek. Hij heeft al 30.000 euro teruggevorderd. Dat is het standaardbedrag dat Den Haag al aan ouders betaalt. Voor de andere helft moet hij opnieuw vechten.

Hij woont samen met Amber, zijn tweede vrouw. Zij nam alle vaste lasten en andere kosten voor haar rekening waarmee ze per 1 januari 2021 haar schulden kon afbetalen. “Zonder haar en zonder onze ouders had ik onder de brug gestaan.”

Terwijl zijn strijd een tweede ronde ingaat, fungeert hij als vraagbaak voor de tweehonderd andere ‘Bredase’-slachtoffers van de uitkeringsaffaire. De gemeente Breda heeft al tussen de honderd en 140 getroffen gezinnen geholpen.

Maar er is meer, is hij ervan overtuigd. “Ik ben er voor mensen die zo schuldig en gefrustreerd zijn over de overheid dat ze met niemand meer willen praten. Ik wil niet dat deze mensen onder de radar verdwijnen”, zegt de man die de eerste blauwe brief ontving. enveloppen 2014.


Ik struikelde letterlijk over een stapel blauwe enveloppen. Ze kwamen uit het niets!

Edwin Plinck, slachtoffer van de welzijnsproblematiek

Stapel blauwe enveloppen

Het is nog steeds in zijn toenmalige woonplaats Schiedam dat Plinck, een gescheiden vader van twee kinderen, op een vrijdagmiddag thuiskomt en ‘letterlijk struikelt’ over een stapel blauwe enveloppen. “Echt, uit het niets!” Open drie enveloppen. “1500 euro, 3500 euro… en de derde nog meer!” Hij durft niet meer. “Ik ben gestopt.” Anders zou ik het weekend niet halen.”

Hij heeft net een relatie met Amber. “De volgende dag openden zij en mijn moeder de overige twaalf enveloppen. Zij bereikten in totaal 60.000 euro aan geclaimde uitkeringen. Naast kinderopvangtoeslag moest ik ook zorgtoeslag en huurtoeslag betalen.”

Maandag belt hij de Belastingdienst. “Ze vertelden mij dat ik een speciaal geval was. Toen begreep ik dat ze mij hadden geïdentificeerd als fraudeur. Als er een ernstig vermoeden van fraude bestaat, wordt alles in één keer opgeëist.”

Toen ze eindelijk een afspraak kon maken met een belastingadviseur, ging Amber akkoord. “Ik wilde eerlijk tegen haar zijn.”

Hij merkt het niet. “Het was in de periode dat de kinderopvangtoeslag niet meer naar de ouders ging, maar rechtstreeks naar de kinderopvang ging. Dat geld had ik nog nooit gezien. Mijn ex en ik hadden ieder één aangemeld kind. We hadden ‘een gezamenlijke rekening voor de kinderen, waar in eerste instantie het geld voor de kinderopvangtoeslag werd gestort. Er was ergens in die geldstroom een ​​fout gemaakt, gaf de consulent meteen toe toen ze mijn gegevens op het scherm had.”


Het bleek dat mijn ex ook kinderopvangtoeslag op zijn privérekening kreeg. Natuurlijk kon ik het niet weten.

Edwin Plinck, slachtoffer van de welzijnsproblematiek

Zijn toegewezen zaakgelastigde ziet het ook. “Ja, er zijn fouten gemaakt bij de betaling. Het geld was op een rekening gestort die niet van mij was. Het bleek dat mijn ex ook kinderopvangtoeslag op zijn privérekening kreeg. Dat kon ik natuurlijk niet weten.”

En dat is waar Kafka begint. Plinck: “De Belastingdienst heeft een fout gemaakt. Ik moest dat geld nog terugbetalen. Ik was de hoofdeiser en de kinderen dragen mijn achternaam. “Alles was gekoppeld aan mijn burgerservicenummer.”

Waarna ook de strengere frauderegels sinds de Bulgarije-affaire (die ten onrechte subsidies ontvingen) hun tol eisen. Bij de Schatkist is het alles of niets. “Hij heeft niets opgegeven. Ik moest bewijzen dat hij ongelijk had. De omgekeerde bewijslast.

Veel succes aan de Belastingdienst.

Op advies van de zaakgelastigde zal hij vooraf betalen. ‘Dan toon je je goede wil.’ De maandelijkse vordering bedroeg vijfhonderd euro per maand. “Als winkelmanager had ik een brutosalaris van 2.100 euro per maand. Het hing af van de voordelen. Ik woonde de halve week alleen met twee kinderen. Vanaf dat moment ging alles naar de Schatkist, mijn vakantiegeld, geluksuitkeringen, alles.”

Plinck is een sociale man, zijn verhaal verscheen in het tijdschrift ‘Helden van Breda’. Hij was voetbalkeeperstrainer, werkte als kerkvrijwilliger, is lid van de gemeenteraad van Elf van Giegeldonk, heeft samen met zijn vrouw een eigen winkel en is inmiddels ook actief in de politiek.

Profiteer van de avonden van de voetbalclub met gratis eten ‘om je maag een hele week te vullen’. Kinderen mogen er niet onder lijden. Hij verzint excuses. Dat hij niet naar hockey komt kijken omdat hij moet werken. “Eigenlijk was mijn benzinetank leeg.”

Zijn geliefde ouders, maar ook de vernedering. Zwaluwen: “Dat mijn vader zegt ‘neem mijn auto’ of ‘hier is tien euro voor een biertje’.” Ze slaan de verjaardagen van hun vrienden over, ze weten niets. Op Marktplaats kopen ze cadeaus voor hun drie kinderen. De stress… is te groot om te beschrijven, zijn gezichtsuitdrukkingen maken het duidelijk. Hun levens staan in de wacht. “Tien jaar lang bepaalde de belastingdienst wat we aten en met wie we omgingen.”

Ze werpen bezwaar na bezwaar op. Er volgt een verhaal over advocaten die hun vingers niet willen branden aan de overheid. Waardoor een dossier met ‘bewijsmateriaal’ van dertig centimeter hoog wordt opgebouwd, waarop de Belastingdienst reageert met drie A4-tjes ‘waarvan de helft gewit is’. Zij wenden zich tot de Nationale Ombudsman, die genoegen moet nemen met dezelfde drie bladen, “waarop de som staat van de teruggestorte bedragen, maar niet wat er mis was.” Om er vervolgens achter te komen dat de Ombudsman geen gesprek kan aangaan met politici of de Belastingdienst.

Tot dat telefoontje van gedeputeerde Renske Leijten ‘waar ik van het ene op het andere moment op werd geïnformeerd’. Leijten was diep betrokken bij dit onderwerp en werkte aan een zwartboek. Plinck stopt. Het raakt hem nog steeds. ‘Edwin,’ zei hij, ‘je bent niet gek. Je zit in de nesten!'”

Lees ook: Michiel van Nispen hoopt dat zijn fraudeklacht niet in de onderste la verdwijnt: ‘Dat zou onvergeeflijk zijn’

En nu?

Edwin Plinck is een van de 25.000 door de regering erkende slachtoffers van het strenge fraudebeleid van de Belastingdienst. Zij hebben de beloofde 30.000 euro teruggegeven. Daarna volgt een beoordeling van de werkelijk geleden schade. Dit zijn de overige 30.000 euro, maar ook geestelijke schade of inkomensverlies uit werk.

Plinck: ‘Er is een commissie van twaalf à dertien briljante geesten in het leven geroepen. De eerste keer dat ik met ze kon praten was ik gestresseerd, de advocaat had me niet goed voorbereid, dat zagen ze ook. Ze waren heel meegaand. Eindelijk de mens aanraken, dacht ik.

Tot de tweede keer dat ze mij om een ​​bewijs vroegen dat ik zevenduizend euro had geleend van mijn schoonfamilie. Ik liet de handgeschreven brief van mijn schoonvader met onze handtekening zien, evenals de bankafschriften. Dat was niet genoeg. Waarom had hij hiervan geen notariële akte, vroegen ze. Kun je je voorstellen dat we dat niet konden betalen?

De strijd is dus nog niet voorbij. En er is nog iets, zegt Plinck. “Ook bij de betaling aan de slachtoffers ontbreekt de menselijke maat. Ik heb mijn schuld betaald. Anderen hebben dat niet en hun schuld is ook kwijtgescholden. Bovendien krijgen zij nog eens 30.000 euro extra. Dat klopt toch niet? is geen happy end “Er is alleen een gelukkig tussenresultaat.”

Breda betaalde voor Edwins nieuwe tanden

Edwin Plinck is SP-burgerraadslid in Breda. Via de uitkeringskwestie kwam hij in de politiek terecht.

Toen Plinck op het stadskantoor zijn verhaal als slachtoffer vertelde, waren ambtenaren zo onder de indruk dat ze hem vroegen om als ervaringsdeskundige op te treden voor andere slachtoffers. “Ik doe dit werk ook als dank voor de steun die ik heb gekregen van de gemeente Breda.”

Volgens Plinck hebben tussen de 100 en 140 gezinnen financiële hulp gekregen. Ze konden tot 1 januari 2024 bij de gemeente worden ingediend.

Ook hij kreeg steun. “Breda heeft mijn nieuwe tanden betaald”, zegt hij trots. “Andere gezinnen kregen bonnen voor kleding of werden betaald voor zwemlessen. Mijn oudste zoon heeft nu een echt bed om in te slapen in plaats van een matras op houten planken. “De gemeente heeft alles voorgeschoten, ze gaan het terughalen uit Den Haag.”

Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal het nodig zijn tot 2030 te wachten voordat slachtoffers van de uitkeringsaffaire een volledige schadevergoeding ontvangen.

Plinck is van nature een optimist.  “Die houding heeft mij gered.  Als ervaringsdeskundige wil ik andere slachtoffers helpen.”
Plinck is van nature een optimist. “Die houding heeft mij gered. Als ervaringsdeskundige wil ik andere slachtoffers helpen.” © Ron Magielse/Pix4Profs


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *